Een lied, een psalm voor de kinderen van Korach, voor den opperzangmeester, op Machalath Leannoth; een onderwijzing van Heman, den Ezrahiet. (88:2) O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U. (88:3) Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. (88:4) Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. (88:5) Ik ben gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is; (88:6) Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand. (88:7) Gij hebt mij in den ondersten kuil gelegd, in duisternissen, in diepten. (88:8) Uw grimmigheid ligt op mij; Gij hebt mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela. (88:9) Mijn bekenden hebt Gij verre van mij gedaan, Gij hebt mij hun tot een groten gruwel gesteld; ik ben besloten, en kan niet uitkomen. (88:10) Mijn oog treurt vanwege verdrukking; HEERE! ik roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit tot U. (88:11) Zult Gij wonder doen aan de doden? Of zullen de overledenen opstaan, zullen zij U loven? Sela. (88:12) Zal Uw goedertierenheid in het graf verteld worden, Uw getrouwheid in het verderf? (88:13) Zullen Uw wonderen bekend worden in de duisternis, en Uw gerechtigheid in het land der vergetelheid? (88:14) Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond. (88:15) HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor mij? (88:16) Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig. (88:17) Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan. (88:18) Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij. (88:19) Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis.
Uitleg
Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand zo groot als hij, en toch zou de minste slaaf niet in zijn vel willen steken; niet met hem willen ruilen. Matthew Henry zegt in zijn Bijbeluitleg dat iedereen wel met een ‘maar’ te maken heeft. Iets wat hinderlijk is, of waardoor je terneergedrukt wordt. Deze ziekte is als een doorn in Naämans vlees. Wat zou hij er graag van verlost willen worden!
Misschien draag jij ook wel een last met je mee. Een zichtbaar of verborgen kruis waar niemand van afweet. De schrijver van Psalm 88 klaagt vanwege zijn zware beproeving. Zelfs zijn vrienden mijden hem. Toch blijft hij roepen tot de Heere. Waar zoek jij hulp en troost?
Het is omstreeks 853 voor Christus. Terwijl Israël zich van de Heere af blijft keren – waardoor Gods oordeel van de ballingschap steeds dichterbij komt – groeit Syrië uit tot een machtig koninkrijk. Tijdens een van de veldtochten van het Syrische leger hebben ze een ‘kleine jongedochter’, een jong meisje, uit Israël. Ze is ontvoerd? Wat was haar naam? Hoe oud ...
Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand ...
Het slavinnetje hoort van de melaatsheid van Naäman. Of misschien heeft ze het wel aan hem gezien. Een huidziekte kun je immers niet altijd verbergen. ‘Zijn verdiende loon’, had ze kunnen denken. Ook al zorgden ze waarschijnlijk goed voor haar, dan nog zou het heel begrijpelijk geweest zijn als ze Naäman aan zijn lot over zou laten. Toch? ...
In de tijde van het Oude Testament was er nog geen Bijbel zoals wij die nu hebben. In plaats daarvan zond God Zijn profeten. Die profeten brachten Gods woorden aan het volk van Israël. Je zou kunnen zeggen dat de profeet Elisa in die tijd de belichaming was van Gods Woord. En juist dáár verwijst dit dienstmeisje naar. ...
Daar gaat Naäman. Op weg naar Benhadad, de koning van Syrië. Hij heeft toestemming van hem nodig om naar Samaria te gaan en ook krijgt hij nog een aanbevelingsbrief en geschenken meer voor de koning van Israël. Als je erover nadenk, is het eigenlijk heel opvallend dat Naäman het advies van de jonge Israëlitische slavin opvolgt. ...
Naäman gaat op weg naar Joram, de koning van Israël. Hij gaat niet direct naar Elisa. Een generaal van een buurland, waar meer dan eens oorlog is geweest, kan niet zomaar het land doortrekken. Naäman overhandigt Joram de brief waarin Benhadad vraagt om zijn knecht Naäman te genezen. Als hij dat leest, scheurt Joram zijn kleren. ...
Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in ...
Ziek
Psalmen 88:1-19
Uitleg
Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand zo groot als hij, en toch zou de minste slaaf niet in zijn vel willen steken; niet met hem willen ruilen. Matthew Henry zegt in zijn Bijbeluitleg dat iedereen wel met een ‘maar’ te maken heeft. Iets wat hinderlijk is, of waardoor je terneergedrukt wordt. Deze ziekte is als een doorn in Naämans vlees. Wat zou hij er graag van verlost willen worden! Misschien draag jij ook wel een last met je mee. Een zichtbaar of verborgen kruis waar niemand van afweet. De schrijver van Psalm 88 klaagt vanwege zijn zware beproeving. Zelfs zijn vrienden mijden hem. Toch blijft hij roepen tot de Heere. Waar zoek jij hulp en troost?
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Ontvoerd
Het is omstreeks 853 voor Christus. Terwijl Israël zich van de Heere af blijft keren – waardoor Gods oordeel van de ballingschap steeds dichterbij komt – groeit Syrië uit tot een machtig koninkrijk. Tijdens een van de veldtochten van het Syrische leger hebben ze een ‘kleine jongedochter’, een jong meisje, uit Israël. Ze is ontvoerd? Wat was haar naam? Hoe oud ...
-Woensdag: Ziek
Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand ...
-Donderdag: Hulp bieden
Het slavinnetje hoort van de melaatsheid van Naäman. Of misschien heeft ze het wel aan hem gezien. Een huidziekte kun je immers niet altijd verbergen. ‘Zijn verdiende loon’, had ze kunnen denken. Ook al zorgden ze waarschijnlijk goed voor haar, dan nog zou het heel begrijpelijk geweest zijn als ze Naäman aan zijn lot over zou laten. Toch? ...
-Vrijdag: Niet zwijgen
In de tijde van het Oude Testament was er nog geen Bijbel zoals wij die nu hebben. In plaats daarvan zond God Zijn profeten. Die profeten brachten Gods woorden aan het volk van Israël. Je zou kunnen zeggen dat de profeet Elisa in die tijd de belichaming was van Gods Woord. En juist dáár verwijst dit dienstmeisje naar. ...
-Zaterdag: Betrouwbaar
Daar gaat Naäman. Op weg naar Benhadad, de koning van Syrië. Hij heeft toestemming van hem nodig om naar Samaria te gaan en ook krijgt hij nog een aanbevelingsbrief en geschenken meer voor de koning van Israël. Als je erover nadenk, is het eigenlijk heel opvallend dat Naäman het advies van de jonge Israëlitische slavin opvolgt. ...
-Zondag: Angst of vertrouwen?
Naäman gaat op weg naar Joram, de koning van Israël. Hij gaat niet direct naar Elisa. Een generaal van een buurland, waar meer dan eens oorlog is geweest, kan niet zomaar het land doortrekken. Naäman overhandigt Joram de brief waarin Benhadad vraagt om zijn knecht Naäman te genezen. Als hij dat leest, scheurt Joram zijn kleren. ...
-Maandag: Gods eer
Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in ...