Niet zwijgen

2 Koningen 5:1-9

Naaman nu, de krijgsoverste van den koning van Syrie, was een groot man voor het aangezicht zijns heren, en van hoog aanzien; want door hem had de HEERE den Syriers verlossing gegeven; zo was deze man een strijdbaar held, doch melaats. En er waren benden uit Syrie getogen, en hadden een kleine jonge dochter uit het land van Israel gevankelijk gebracht, die in den dienst der huisvrouw van Naaman was. Deze zeide tot haar vrouw: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet, die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen. Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel is. Toen zeide de koning van Syrie: Ga heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israel zenden. En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten zilvers, en zes duizend sikkelen gouds, en tien wisselklederen. En hij bracht den brief tot den koning van Israel, zeggende: Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn, zie, ik heb mijn knecht Naaman tot u gezonden, dat gij hem ontledigt van zijn melaatsheid. En het geschiedde, als de koning van Israel den brief gelezen had, dat hij zijn klederen scheurde, en zeide: Ben ik dan God, om te doden en levend te maken, dat deze tot mij zendt, om een man van zijn melaatsheid te ontledigen? Want voorwaar, merkt toch, en ziet, dat hij oorzaak tegen mij zoekt. Maar het geschiedde, als Elisa, de man Gods, gehoord had, dat de koning van Israel zijn klederen gescheurd had, dat hij tot den koning zond, om te zeggen: Waarom hebt gij uw klederen gescheurd? Laat hem nu tot mij komen, zo zal hij weten, dat er een profeet in Israel is. Alzo kwam Naaman met zijn paarden en met zijn wagen, en stond voor de deur van het huis van Elisa.

Uitleg

In de tijde van het Oude Testament was er nog geen Bijbel zoals wij die nu hebben. In plaats daarvan zond God Zijn profeten. Die profeten brachten Gods woorden aan het volk van Israël. Je zou kunnen zeggen dat de profeet Elisa in die tijd de belichaming was van Gods Woord. En juist dáár verwijst dit dienstmeisje naar. Door Gods voorzienigheid is ze als slaaf meegenomen uit Israël en in het gezin van de zieke Naäman geplaatst. Maar ze is niet verbitterd geraakt tegen de Heere. Integendeel! Ze heeft haar roeping als dochter van Israël begrepen en wijst daar in het heidense Syrië op de God van Israël. Ze gaat evangeliseren! Ze weet welke wonderen Elisa in Zijn Naam heeft gedaan (2 Kon. 4:34) en is ervan overtuigd dat de Heere dat weer doen kan en wil. Ook voor een Syrische generaal. Wat leer jij van dit meisje? Wat vind je van haar optreden? Herken jij je in haar? Op welke manier kun jij als christen over de Heere praten met niet-christelijke mensen om je heen?


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Ontvoerd

Het is omstreeks 853 voor Christus. Terwijl Israël zich van de Heere af blijft keren – waardoor Gods oordeel van de ballingschap steeds dichterbij komt – groeit Syrië uit tot een machtig koninkrijk. Tijdens een van de veldtochten van het Syrische leger hebben ze een ‘kleine jongedochter’, een jong meisje, uit Israël. Ze is ontvoerd? Wat was haar naam? Hoe oud ...

-Woensdag: Ziek

Naäman was een man van hoog aanzien. Er werd tegen hem opgekeken. Hij was de generaal onder wiens bevel Syrië de overwinning had behaald. Maar hij was ziek. Hij was melaats. Melaatsheid was een ernstige huidziekte. Te midden van al zijn grootheid was dit een zware beproeving waar Naäman onder leed. In heel Syrië was er bijna niemand ...

-Donderdag: Hulp bieden

Het slavinnetje hoort van de melaatsheid van Naäman. Of misschien heeft ze het wel aan hem gezien. Een huidziekte kun je immers niet altijd verbergen. ‘Zijn verdiende loon’, had ze kunnen denken. Ook al zorgden ze waarschijnlijk goed voor haar, dan nog zou het heel begrijpelijk geweest zijn als ze Naäman aan zijn lot over zou laten. Toch? ...

-Vrijdag: Niet zwijgen

In de tijde van het Oude Testament was er nog geen Bijbel zoals wij die nu hebben. In plaats daarvan zond God Zijn profeten. Die profeten brachten Gods woorden aan het volk van Israël. Je zou kunnen zeggen dat de profeet Elisa in die tijd de belichaming was van Gods Woord. En juist dáár verwijst dit dienstmeisje naar. ...

-Zaterdag: Betrouwbaar

Daar gaat Naäman. Op weg naar Benhadad, de koning van Syrië. Hij heeft toestemming van hem nodig om naar Samaria te gaan en ook krijgt hij nog een aanbevelingsbrief en geschenken meer voor de koning van Israël. Als je erover nadenk, is het eigenlijk heel opvallend dat Naäman het advies van de jonge Israëlitische slavin opvolgt. ...

-Zondag: Angst of vertrouwen?

Naäman gaat op weg naar Joram, de koning van Israël. Hij gaat niet direct naar Elisa. Een generaal van een buurland, waar meer dan eens oorlog is geweest, kan niet zomaar het land doortrekken. Naäman overhandigt Joram de brief waarin Benhadad vraagt om zijn knecht Naäman te genezen. Als hij dat leest, scheurt Joram zijn kleren. ...

-Maandag: Gods eer

Naäman komt bij Elisa’s huis. Maar tot zijn grote ergernis neemt Elisa niet eens de moeite om zelf naar buiten te komen. Elisa stuurt een bode die Naäman gebiedt om zich zeven keer te wassen in de Jordaan. Naäman wordt woedend en vertrekt. Niet allen omdat Elisa zelf niet komt, maar ook omdat hij zich in ...