Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden! En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken. En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen. En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn. Voorts zeide God tot Abraham: Gij nu zult Mijn verbond houden, gij, en uw zaad na u, in hun geslachten. Dit is Mijn verbond, dat gijlieden houden zult tussen Mij, en tussen u, en tussen uw zaad na u: dat al wat mannelijk is, u besneden worde. En gij zult het vlees uwer voorhuid besnijden; en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen Mij en tussen u. Een zoontje dan van acht dagen zal u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: de ingeborene van het huis, en de gekochte met geld van allen vreemde, welke niet is van uw zaad; De ingeborene van uw huis, en de gekochte met uw geld zal zekerlijk besneden worden; en Mijn verbond zal zijn in ulieder vlees, tot een eeuwig verbond. En wat mannelijk is, de voorhuid hebbende, wiens voorhuids vlees niet zal besneden worden, dezelve ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden; hij heeft Mijn verbond gebroken. Nog zeide God tot Abraham: Gij zult den naam van uw huisvrouw Sarai, niet Sarai noemen; maar haar naam zal zijn Sara. Want Ik zal haar zegenen, en u ook uit haar een zoon geven; ja, Ik zal haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal: koningen der volken zullen uit haar worden! Toen viel Abraham op zijn aangezicht, en hij lachte; en hij zeide in zijn hart: Zal een, die honderd jaren oud is, een kind geboren worden; en zal Sara, die negentig jaren oud is, baren?
Uitleg
En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u – Genesis 17:7
Abram is al 99 jaar oud en daar verschijnt de Heere hem opnieuw. Vol majesteit klinken de woorden: Ik ben God, de Almachtige. Niet is voor Hem te wonderlijk, want werkelijk alles staat tot Zijn beschikking. Hij kan oude mensen zelfs nog de kinderzegen schenken. Geloof je dat niet meer, Abram? Een nieuwe naam wordt hem gegeven. Abraham: vader van vele volken. Saraï, ben je alleen nog maar moedeloos? Uw nieuw naam zal zijn Sara: vorstin. Saraï en Abram denken zo klein van God en is dat juist ook onze zonde niet?
De Almachtige spreekt nog meer woorden. Nee, niet alleen zal Hij voor Abraham zorgen, maar met al zijn nakomelingen zal Hij een verbond oprichten. Onbevattelijk wonder: de hoge God buigt Zich neer tot een mens. Daar (vers 3) ligt Abraham in diepe verwondering neer. Wil God met hem en zijn nakomelingen te doen hebben? De Heere geeft Abraham zelfs nog een onderpand van de vervulling van deze rijke belofte. Denk maar aan de naamsverandering, maar ook aan het teken en zegen van het verbond: de besnijdenis. Hier wordt het genadeverbond opgericht. Wat klinken deze woorden ons bekend in de oren. Zeer waarschijnlijk ben jij ook gedoopt en je weet, dat de Doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Is het al een wonder voor jou dat je niet bent geboren in de heidenwereld, maar dat je leeft onder de bediening van het genadeverbond? Wat dat inhoudt? Dat de Heere in de Heilige Doop heel persoonlijk tegen jou zei: ‘Je hoort bij Mij! Ik zonder je af van de wereld en breng je binnen de kring van het verbond.’ Wat is dat enerzijds een rijke zegen, want nu zijn jou de woorden van God toevertrouwd.
nderzijds, wat een bijzondere verantwoordelijkheid, want op al die voorrechten komt de Heere straks voor Zijn rechterstoel terug. Wat nodig is? Waarachtige bekering tot God, een droefheid naar God en een leven naar de geboden van God. Dat werkt de Heilige Geest in het leven van Zijn kinderen. Tot vandaag toe, want zolang als de zon schijnt gaat de Heere door met Zijn werk. Een overleden predikant zei eens: ‘Leg je hoofd maar in je nek en laat de Heere je gedoopte voorhoofd maar zien. Smeek of het bloed van Jezus Christus je reinigen wil van al je zonden. En… wanhoop maar gerust aan jezelf! Maar nooit aan God!’
Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot. – Genesis 15:1b
Zie je daar Abram zitten? Na de strijd met een handjevol mannen tegen machtige koningen verkeert hij in de stilte van zijn tent. De vrees bekruipt hem, dat de verslagen vijanden wel ...
En hij geloofde in de HEERE, en Hij rekende het hem tot gerechtigheid. – Genesis 15:6
Al tien jaar leefde Abram in het land Kanaän en nog steeds bleef hij met zijn vrouw kinderloos. Wat viel dat Abram zwaar. De Heere had hem toch een zoon beloofd? Zou ...
Wat duurt wachten lang! Vast en zeker ken je momenten in je leven, dat je dat ervaren hebt. Wachten op de uitslag van je examen, wachten op een antwoord op je sollicitatiebrief, wachten op een ...
En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u – Genesis 17:7
Abram is al 99 jaar oud en daar verschijnt de Heere hem opnieuw. Vol majesteit klinken de woorden: <...
Maar Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des HEEREN – Genesis 18:22b
We zingen het wat vaak: Gods verborgen omgang vinden zielen, waar Zijn vrees in woont. ´t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, naar Zijn vreêverbond getoond. Je ziet het waar worden bij Abraham. De Heere zegt: Zal ...
Maar hij vertoefde (…) en Abraham maakte zich dezelfde morgen vroeg op – Genesis 19:16a en 27a
Wat zouden wij het dwaas vinden, als iemand in een brandend huis toch nog die ene kamer in wil gaan om zijn schilderijen en boeken weg te halen. Er is immers ...
Abraham was een tentbewoner, dat weet je. Geen vaste woning was zijn deel, maar steeds weer moest hij zijn tenten opzetten en afbreken. In het land van de belofte was in feite geen vierkant meter het eigendom van Abraham. Hij was een vreemdeling.
Nu, in onze tijd weten we wel van vreemdelingen. Hoeveel wordt er over hen ...
Vrijdag: Het teken van het verbond ontvangen
Genesis 17:4-17:8
Uitleg
En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u – Genesis 17:7
Abram is al 99 jaar oud en daar verschijnt de Heere hem opnieuw. Vol majesteit klinken de woorden: Ik ben God, de Almachtige. Niet is voor Hem te wonderlijk, want werkelijk alles staat tot Zijn beschikking. Hij kan oude mensen zelfs nog de kinderzegen schenken. Geloof je dat niet meer, Abram? Een nieuwe naam wordt hem gegeven. Abraham: vader van vele volken. Saraï, ben je alleen nog maar moedeloos? Uw nieuw naam zal zijn Sara: vorstin. Saraï en Abram denken zo klein van God en is dat juist ook onze zonde niet?
De Almachtige spreekt nog meer woorden. Nee, niet alleen zal Hij voor Abraham zorgen, maar met al zijn nakomelingen zal Hij een verbond oprichten. Onbevattelijk wonder: de hoge God buigt Zich neer tot een mens. Daar (vers 3) ligt Abraham in diepe verwondering neer. Wil God met hem en zijn nakomelingen te doen hebben? De Heere geeft Abraham zelfs nog een onderpand van de vervulling van deze rijke belofte. Denk maar aan de naamsverandering, maar ook aan het teken en zegen van het verbond: de besnijdenis. Hier wordt het genadeverbond opgericht.
Wat klinken deze woorden ons bekend in de oren. Zeer waarschijnlijk ben jij ook gedoopt en je weet, dat de Doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Is het al een wonder voor jou dat je niet bent geboren in de heidenwereld, maar dat je leeft onder de bediening van het genadeverbond? Wat dat inhoudt? Dat de Heere in de Heilige Doop heel persoonlijk tegen jou zei: ‘Je hoort bij Mij! Ik zonder je af van de wereld en breng je binnen de kring van het verbond.’ Wat is dat enerzijds een rijke zegen, want nu zijn jou de woorden van God toevertrouwd.
nderzijds, wat een bijzondere verantwoordelijkheid, want op al die voorrechten komt de Heere straks voor Zijn rechterstoel terug. Wat nodig is? Waarachtige bekering tot God, een droefheid naar God en een leven naar de geboden van God. Dat werkt de Heilige Geest in het leven van Zijn kinderen. Tot vandaag toe, want zolang als de zon schijnt gaat de Heere door met Zijn werk. Een overleden predikant zei eens: ‘Leg je hoofd maar in je nek en laat de Heere je gedoopte voorhoofd maar zien. Smeek of het bloed van Jezus Christus je reinigen wil van al je zonden. En… wanhoop maar gerust aan jezelf! Maar nooit aan God!’
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Veilig achter het Schild
Veilig achter het schild
Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot. – Genesis 15:1b
Zie je daar Abram zitten? Na de strijd met een handjevol mannen tegen machtige koningen verkeert hij in de stilte van zijn tent. De vrees bekruipt hem, dat de verslagen vijanden wel ...
-Woensdag: Woensdag: Zie omhoog
Zie omhoog
En hij geloofde in de HEERE, en Hij rekende het hem tot gerechtigheid. – Genesis 15:6
Al tien jaar leefde Abram in het land Kanaän en nog steeds bleef hij met zijn vrouw kinderloos. Wat viel dat Abram zwaar. De Heere had hem toch een zoon beloofd? Zou ...
-Donderdag: Donderdag: Vergeten om God te vragen
Vergeten om God te vragen
En Abram hoorde de stem van Saraï – Genesis 16:2b
Wat duurt wachten lang! Vast en zeker ken je momenten in je leven, dat je dat ervaren hebt. Wachten op de uitslag van je examen, wachten op een antwoord op je sollicitatiebrief, wachten op een ...
-Vrijdag: Vrijdag: Het teken van het verbond ontvangen
En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u – Genesis 17:7
Abram is al 99 jaar oud en daar verschijnt de Heere hem opnieuw. Vol majesteit klinken de woorden: <...
-Zaterdag: Zaterdag: De voorbidder en de Voorbidder samen
Maar Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des HEEREN – Genesis 18:22b
We zingen het wat vaak: Gods verborgen omgang vinden zielen, waar Zijn vrees in woont. ´t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, naar Zijn vreêverbond getoond. Je ziet het waar worden bij Abraham. De Heere zegt: Zal ...
-Zondag: Zondag: Gedenk aan Lot
Gedenk aan Lot
Maar hij vertoefde (…) en Abraham maakte zich dezelfde morgen vroeg op – Genesis 19:16a en 27a
Wat zouden wij het dwaas vinden, als iemand in een brandend huis toch nog die ene kamer in wil gaan om zijn schilderijen en boeken weg te halen. Er is immers ...
-Maandag: Maandag: De vreemdeling verwacht een stad
Abraham was een tentbewoner, dat weet je. Geen vaste woning was zijn deel, maar steeds weer moest hij zijn tenten opzetten en afbreken. In het land van de belofte was in feite geen vierkant meter het eigendom van Abraham. Hij was een vreemdeling.
Nu, in onze tijd weten we wel van vreemdelingen. Hoeveel wordt er over hen ...