Openbaring 5:1-5:3

En ik zag in de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen open te breken? En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve in zien. En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch hetzelve in te zien. En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.

Uitleg

Maar Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des HEEREN – Genesis 18:22b

We zingen het wat vaak: Gods verborgen omgang vinden zielen, waar Zijn vrees in woont. ´t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, naar Zijn vreêverbond getoond. Je ziet het waar worden bij Abraham. De Heere zegt: Zal Ik voor Abraham verbergen wat ik doe? Zeker, Abraham leeft dicht bij de Heere en dan worden er geheimen geopenbaard. De Heere verteld, dat Hij in Sodom een onderzoek gaat instellen naar hun boze werken. Niet dat Hij dat niet wist, maar het laat de Heere niet onverschillig hoe wij leven! En wat zegt Abraham nu? Ik dank U dat U mij dit wilde vertellen, om daarna te verzuchten: Wat vreselijk toch. Zo vergaat het ons wel heel wat keren. We horen een diep ernstige preek, waarin ons wordt aangewezen de toekomende toorn te ontvlieden. De weg van de dwaze maagden wordt geschilderd en daartegenover het gelijk van Gods kinderen. Het resultaat? Overgaan tot de orde van de dag: geen zorgen voor morgen. Bekeren kan altijd nog!

Zo is het niet bij Abraham. Hij blijft staan voor het aangezicht des Heere. De schrik slaat hem om het hart. Om Lot en om… Sodom! Abraham heeft geleerd dat hij van genade leven moet, maar daarmee kan hij anderen niet zomaar verloren zien gaan. Hoor hem pleiten: Zult Gij ook de rechtvaardige met de goddeloze ombrengen? Ontroerend gebed voor een verloren stad! Als vanzelf gaan onze gedachten naar Eén Die ver boven Abraham uitstijgt, naar de grote Voorbidder Jezus Christus. Hij staat daar, als een Lam in het midden van de troon (Openbaring 5). Voortdurend bidt Hij: Vader, verdelg de wereld niet, om Mijnentwil, totdat al de uitverkorenen zijn toegebracht. Daar pleit Hij op Zijn verdienste en horen we Hem zeggen: Vader, Ik wil niet dat deze in het verderf nederdale. Misschien loop je wel te worstelen met de vraag: hoe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God? Ontdekt aan jezelf vind je nergens rust, zie je de dood voor ogen, zie je jezelf staan voor de rechterstoel van God met alleen maar schuld en zonde. ’t Kan niet anders worden dan… omkomen. O wonder, als de Geest je leidt tot Hem, de Rechtvaardige, Die Zijn leven zelfs wilde geven voor onrechtvaardigen. Rust niet, voordat je weten mag dat het staande Lam ook voor jou de grote Voorbidder is. Leef je nog onbekommerd voort? Dit hoofdstuk laat zien dat Sodom omkomt. Vroeger en nu! Dan klinkt het: ‘Te laat, voor eeuwig te laat.’ Nu nog is het het heden der genade. Verbeuzel je tijd dan niet.

Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF