Maandag: Oog voor elkaar

Handelingen 12:3-12:4

En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden); Denwelken ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende na het paas feest hem voorbrengen voor het volk. Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan. Toen hem nu Herodes zou voorbrengen, sliep Petrus dienzelfden nacht tussen twee krijgsknechten, gebonden met twee ketenen; en de wachters voor de deur bewaarden de gevangenis. En ziet, een engel des Heeren stond daar, en een licht scheen in de woning, en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeggende: Sta haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van de handen. En de engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide tot hem: Werp uw mantel om, en volg mij. En uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag. En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem. En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van het volk der Joden. En als hij alles overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren.

Uitleg

Voorbede is niet alleen van belang voor de wereld, maar ook voor de kerk. In Handelingen 12 lees je dat Gods kinderen voor elkaar voorbede doen. Petrus zit in de gevangenis. De duivel wil zijn mond snoeren. De deuren zijn hermetisch gesloten. Petrus zit met ijzeren ketenen vastgeklonken aan zijn bewakers. Het zal niet lang meer duren of hij zal worden gedood, geëxecuteerd. Het is natuurlijk onmogelijk om hier nog uit te komen. Ja, als je alleen op de omstandigheden ziet wel.

Maar aan het thuisfront is een gemeente. Ze leeft mee met Petrus. Niet klagend. Nee, biddend. Ze leven niet ieder voor zich; ze hangen niet als los zand aan elkaar. Ze weten zich door genade betrokken op God. En daardoor ook aan elkaar. Petrus’ nood is hun nood; Petrus’ gevangenschap is hun gevangenschap. En die nood leggen ze nu voor de Heere neer.

Oog voor de ander. Er wordt veel geklaagd over kilheid in de kerk. Misschien mis jij in de kerk ook wel de onderlinge warmte. Maar mag ik eens vragen: is de warmte in jóúw leven voelbaar? Weet jíj je betrokken op God? En daardoor op de ander, bijvoorbeeld in jouw gemeente? Je kunt de gezichten wellicht zo voor de aandacht halen: mensen in je omgeving in nood.

Hoe leef jij? Ik... ik... ik? Of: een gedurig gebed tot God voor hem of haar?

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Bidden, een wonder

De Heere Jezus vertelt een gelijkenis over een weduwe en een onrechtvaardige rechter. Doel: ‘dat men altijd bidden moet, en niet vertragen.’ ‘Altijd bidden’; ‘niet vertragen’. Aanhoudend gebed.

We beginnen bij het laatste: gebed. We zijn het woord gewoon. Bidden? Natuurlijk. Maar zo natuurlijk is het niet. Bidden is spreken tot ...

-Woensdag: Woensdag: Bidden in nood

Het gaat in de gelijkenis om een weduwe en een onrechtvaardige rechter. De eerste is onrecht aangedaan. De tweede is een bruut. Hij vreest God niet en ontziet geen mens. De weduwe, die het in haar eenzaamheid al niet makkelijk heeft, vraagt de rechter om hulp. Hij weigert voortdurend. Hij wordt het gezeur echter zat en geeft de vrouw ...

-Donderdag: Donderdag: Bewogenheid

De Heere is zo heel anders dan de onrechtvaardige rechter. Hij verhoort en helpt uit bewogenheid. Wie? Zijn ‘uitverkorenen’. ‘Ja’, zeg je, ‘daar loop ik nu tegenaan. Stond dat er maar niet. Want zou ik wel een uitverkorene zijn?’

Versta dit woord niet verkeerd. De Heere bedoelt dat Hij ...

-Vrijdag: Vrijdag: Voor het eerst bidden

Saulus van Tarsen heeft in zijn leven heel wat gebeden. Daar stonden de farizeeërs om bekend. En Saulus was een farizeeër. Gezeten aan de voeten van zijn leermeester, Gamaliël, heeft hij onderwijs gekregen uit de geschriften van het Oude Testament. Saulus is ongetwijfeld ook een man geweest die veel woorden in de vorm ...

-Zaterdag: Zaterdag: vragen

Toen Saulus van Tarsen gearresteerd werd op de weg naar Damascus ging hij bidden. Wat waren zijn eerste woorden? ‘Wie zijt Gij, Heere?’ en: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Saulus heeft vragen. Zó begint het. Hij zegt niet: ‘Nu ben ik ook bekeerd.’ Saulus wordt geconfronteerd met ...

-Zondag: Zondag: Een goddeloze omgeving

De Heere is op bezoek geweest bij Abraham. Aan het eind van de ontmoeting deelt de Heere Zijn vriend mee dat Hij voornemens is Sodom en Gomorra aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Abraham begrijpt direct wat dit betekent. Als de steden de maat hebben vol gezondigd, zal de Heere Sodom en Gomorra niet sparen. Abraham weet van de ...

-Maandag: Maandag: Oog voor elkaar

Voorbede is niet alleen van belang voor de wereld, maar ook voor de kerk. In Handelingen 12 lees je dat Gods kinderen voor elkaar voorbede doen. Petrus zit in de gevangenis. De duivel wil zijn mond snoeren. De deuren zijn hermetisch gesloten. Petrus zit met ijzeren ketenen vastgeklonken aan zijn bewakers. Het zal niet lang meer duren of ...