Een gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig. Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunstgenoot, o Gij, mijn God! verlos Uw knecht, die op U betrouwt. Zijt mij genadig, HEERE! want ik roep tot U den gansen dag. Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel. Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen, HEERE! HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen. In den dag mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort mij. Onder de goden is niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken. Al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren. Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God. Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams. Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt. O God! de hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen. Maar Gij, Heere! zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig, en groot van goedertierenheid en waarheid. Wend U tot mij, en zijt mij genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer dienstmaagd. Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn haters zien, en beschaamd worden, als Gij, HEERE! mij geholpen, en mij getroost zult hebben.
Uitleg
Het gaat in de gelijkenis om een weduwe en een onrechtvaardige rechter. De eerste is onrecht aangedaan. De tweede is een bruut. Hij vreest God niet en ontziet geen mens. De weduwe, die het in haar eenzaamheid al niet makkelijk heeft, vraagt de rechter om hulp. Hij weigert voortdurend. Hij wordt het gezeur echter zat en geeft de vrouw uiteindelijk gehoor. Zal God, Die rechtvaardig is, dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen?
Ook Gods kinderen hebben hun zorgen. In de dagelijkse levensomstandigheden. Ook ten aanzien van het einde van de tijd. Deze gelijkenis is uitgesproken tegen de achtergrond van het laatste der dagen. De dagen van de grote verdrukking. Als de dienst des Heeren onder druk staat. We zien het rondom ons heen gebeuren.
Misschien ervaar je wel nood in je eigen leven. Of wellicht heb je vragen ten aanzien van Jezus’ wederkomst. Heb je een plaatsje waar je het aangezicht van de Heere steeds weer mag zoeken? Daar hoef je niet oud voor te zijn. ’s Nachts als je niet slapen kunt; overdag in de stilte van je kamer. Of te midden van gezelschap, zonder dat iemand er iets van merkt; terwijl je bezig bent in je dagelijkse bezigheden. ’k Ben gewoon, in bange dagen, mijn benauwdheid U te klagen.
Wanhoop niet. ‘En roept Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren’ (Ps. 50:15).
De Heere Jezus vertelt een gelijkenis over een weduwe en een onrechtvaardige rechter. Doel: ‘dat men altijd bidden moet, en niet vertragen.’ ‘Altijd bidden’; ‘niet vertragen’. Aanhoudend gebed.
We beginnen bij het laatste: gebed. We zijn het woord gewoon. Bidden? Natuurlijk. Maar zo natuurlijk is het niet. Bidden is spreken tot ...
Het gaat in de gelijkenis om een weduwe en een onrechtvaardige rechter. De eerste is onrecht aangedaan. De tweede is een bruut. Hij vreest God niet en ontziet geen mens. De weduwe, die het in haar eenzaamheid al niet makkelijk heeft, vraagt de rechter om hulp. Hij weigert voortdurend. Hij wordt het gezeur echter zat en geeft de vrouw ...
De Heere is zo heel anders dan de onrechtvaardige rechter. Hij verhoort en helpt uit bewogenheid. Wie? Zijn ‘uitverkorenen’. ‘Ja’, zeg je, ‘daar loop ik nu tegenaan. Stond dat er maar niet. Want zou ik wel een uitverkorene zijn?’
Versta dit woord niet verkeerd. De Heere bedoelt dat Hij ...
Saulus van Tarsen heeft in zijn leven heel wat gebeden. Daar stonden de farizeeërs om bekend. En Saulus was een farizeeër. Gezeten aan de voeten van zijn leermeester, Gamaliël, heeft hij onderwijs gekregen uit de geschriften van het Oude Testament. Saulus is ongetwijfeld ook een man geweest die veel woorden in de vorm ...
Toen Saulus van Tarsen gearresteerd werd op de weg naar Damascus ging hij bidden. Wat waren zijn eerste woorden? ‘Wie zijt Gij, Heere?’ en: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Saulus heeft vragen. Zó begint het. Hij zegt niet: ‘Nu ben ik ook bekeerd.’ Saulus wordt geconfronteerd met ...
De Heere is op bezoek geweest bij Abraham. Aan het eind van de ontmoeting deelt de Heere Zijn vriend mee dat Hij voornemens is Sodom en Gomorra aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Abraham begrijpt direct wat dit betekent. Als de steden de maat hebben vol gezondigd, zal de Heere Sodom en Gomorra niet sparen. Abraham weet van de ...
Voorbede is niet alleen van belang voor de wereld, maar ook voor de kerk. In Handelingen 12 lees je dat Gods kinderen voor elkaar voorbede doen. Petrus zit in de gevangenis. De duivel wil zijn mond snoeren. De deuren zijn hermetisch gesloten. Petrus zit met ijzeren ketenen vastgeklonken aan zijn bewakers. Het zal niet lang meer duren of ...
Woensdag: Bidden in nood
Psalmen 86:1-86:2
Uitleg
Het gaat in de gelijkenis om een weduwe en een onrechtvaardige rechter. De eerste is onrecht aangedaan. De tweede is een bruut. Hij vreest God niet en ontziet geen mens. De weduwe, die het in haar eenzaamheid al niet makkelijk heeft, vraagt de rechter om hulp. Hij weigert voortdurend. Hij wordt het gezeur echter zat en geeft de vrouw uiteindelijk gehoor. Zal God, Die rechtvaardig is, dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen?
Ook Gods kinderen hebben hun zorgen. In de dagelijkse levensomstandigheden. Ook ten aanzien van het einde van de tijd. Deze gelijkenis is uitgesproken tegen de achtergrond van het laatste der dagen. De dagen van de grote verdrukking. Als de dienst des Heeren onder druk staat. We zien het rondom ons heen gebeuren.
Misschien ervaar je wel nood in je eigen leven. Of wellicht heb je vragen ten aanzien van Jezus’ wederkomst. Heb je een plaatsje waar je het aangezicht van de Heere steeds weer mag zoeken? Daar hoef je niet oud voor te zijn. ’s Nachts als je niet slapen kunt; overdag in de stilte van je kamer. Of te midden van gezelschap, zonder dat iemand er iets van merkt; terwijl je bezig bent in je dagelijkse bezigheden. ’k Ben gewoon, in bange dagen, mijn benauwdheid U te klagen.
Wanhoop niet. ‘En roept Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren’ (Ps. 50:15).
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Bidden, een wonder
De Heere Jezus vertelt een gelijkenis over een weduwe en een onrechtvaardige rechter. Doel: ‘dat men altijd bidden moet, en niet vertragen.’ ‘Altijd bidden’; ‘niet vertragen’. Aanhoudend gebed.
We beginnen bij het laatste: gebed. We zijn het woord gewoon. Bidden? Natuurlijk. Maar zo natuurlijk is het niet. Bidden is spreken tot ...
-Woensdag: Woensdag: Bidden in nood
Het gaat in de gelijkenis om een weduwe en een onrechtvaardige rechter. De eerste is onrecht aangedaan. De tweede is een bruut. Hij vreest God niet en ontziet geen mens. De weduwe, die het in haar eenzaamheid al niet makkelijk heeft, vraagt de rechter om hulp. Hij weigert voortdurend. Hij wordt het gezeur echter zat en geeft de vrouw ...
-Donderdag: Donderdag: Bewogenheid
De Heere is zo heel anders dan de onrechtvaardige rechter. Hij verhoort en helpt uit bewogenheid. Wie? Zijn ‘uitverkorenen’. ‘Ja’, zeg je, ‘daar loop ik nu tegenaan. Stond dat er maar niet. Want zou ik wel een uitverkorene zijn?’
Versta dit woord niet verkeerd. De Heere bedoelt dat Hij ...
-Vrijdag: Vrijdag: Voor het eerst bidden
Saulus van Tarsen heeft in zijn leven heel wat gebeden. Daar stonden de farizeeërs om bekend. En Saulus was een farizeeër. Gezeten aan de voeten van zijn leermeester, Gamaliël, heeft hij onderwijs gekregen uit de geschriften van het Oude Testament. Saulus is ongetwijfeld ook een man geweest die veel woorden in de vorm ...
-Zaterdag: Zaterdag: vragen
Toen Saulus van Tarsen gearresteerd werd op de weg naar Damascus ging hij bidden. Wat waren zijn eerste woorden? ‘Wie zijt Gij, Heere?’ en: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Saulus heeft vragen. Zó begint het. Hij zegt niet: ‘Nu ben ik ook bekeerd.’ Saulus wordt geconfronteerd met ...
-Zondag: Zondag: Een goddeloze omgeving
De Heere is op bezoek geweest bij Abraham. Aan het eind van de ontmoeting deelt de Heere Zijn vriend mee dat Hij voornemens is Sodom en Gomorra aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Abraham begrijpt direct wat dit betekent. Als de steden de maat hebben vol gezondigd, zal de Heere Sodom en Gomorra niet sparen. Abraham weet van de ...
-Maandag: Maandag: Oog voor elkaar
Voorbede is niet alleen van belang voor de wereld, maar ook voor de kerk. In Handelingen 12 lees je dat Gods kinderen voor elkaar voorbede doen. Petrus zit in de gevangenis. De duivel wil zijn mond snoeren. De deuren zijn hermetisch gesloten. Petrus zit met ijzeren ketenen vastgeklonken aan zijn bewakers. Het zal niet lang meer duren of ...