Wetenschap 11 april 2000

„Virtuele bakker is vriendelijker”

Door H. de Boer
Winkelen via het wereldwijde web slechts weggelegd voor een beperkte groep fanatieke internetters? „Kom nou.” Computergoeroe Maurice de Hond is ervan overtuigd dat de virtuele wereld in rap tempo wordt aangekleed en uitgebreid. Een puddingbroodje bekijken bij de digitale bakker kan al. Geluidje erbij behoort tot de mogelijkheden. Ruiken –niet onbelangrijk bij zo'n lekkernij– is volgens De Hond in aantocht en wie vanachter zijn pc stiekem even wil voelen of de korst misschien toch niet te hard is, hoeft niet lang meer te wachten.

Eng? „Juist niet. De virtuele bakker lijkt precies op zijn voorganger uit de jaren vijftig. Die wist ook wat vriendelijkheid was. Kom daar vandaag de dag maar eens om. De bakker om de hoek kent u niet eens.”

Vraag De Hond (52) naar zijn mening over elektronisch zakendoen en hij zit op de praatstoel. Het onderwerp is voor hem gesneden koek. Al sinds jaar en dag trekt de internetspecialist het land door om zijn mening te geven. Aan visie ontbreekt het hem niet. Vijf jaar geleden kwam hij al met zijn Digi-Deltaplan op de proppen, een strategie die Nederland een voorsprong moest geven op de digitale snelweg. Rond die tijd verscheen ook zijn boek ”Dankzij de snelheid van het licht”.

Mooie voorstelling
De Hond, eerder bekend van zijn opiniepeilingen, orakelt over nieuwe tijden en trekt daarmee volle zalen, maar wordt lang niet altijd begrepen. „Nog maar drie jaar geleden vroegen de mensen wat die gek –ik dus– eigenlijk stond te verkondigen. Internet verandert de wereld? Mooie voorstelling, meneer De Hond. Spannend ook. Maar ver- der?” Hij grimast.

De computer begint zijn beloftes waar te maken, vindt De Hond, die dezer dagen in de schijnwerpers staat vanwege het uitstellen van de beursgang van zijn investeringsmaatschappij Newconomy. Elektronisch zakendoen hoeft niet langer –zoals vaak bij veel automatiseringsprojecten– uit te lopen op een forse teleurstelling. „De taal van internet is het Esperanto voor alle computers.” De verspreiding van die taal gaat dus razendsnel. „Dit tempo is nog nooit eerder vertoond. We maken een Industriële Revolutie mee, al duurt die dit keer geen 140 jaar.”

Maar wat merkt de consument daarvan? De Hond: „Nog niet zo veel. In Nederland zijn 3 miljoen gebruikers die thuis of op het werk geregeld on line zijn. Elk jaar komen er een miljoen bij. Mijn voorspelling dat in 2005 zo'n 70 procent van de bevolking internet heeft, lijkt dus uit te komen. Dat is het probleem niet. Maar het knelpunt zit helaas aan de aanbodzijde. Bij bedrijven gebeurt nog te weinig.”

Trots
De Hond maakt zich daar druk om. Nederland loopt twee tot drie jaar achter op het Mekka van de internetontwikkelingen, de Verenigde Staten. „Het zit niet in de haarvaten van de top van het Nederlandse bedrijfsleven. Er zijn nog steeds leden van raden van bestuur die er trots op zijn dat ze niet met de computer kunnen omgaan. Onbegrijpelijk.” Ook zijn bestaande organisatiestructuren niet berekend op het e-denken. „Dan krijg je zoiets als een voetballer die plotseling moet korfballen.”

De internetvisionair durft op een briefje te voorspellen dat buitenlandse ondernemingen in dit gat zullen springen als zowel overheid als bedrijfsleven in Nederland de investeringen in de Nieuwe Economie niet snel fors opvoert. „Nee, wíj stoppen meer dan 10 miljard gulden in de Betuwelijn.”

E-commerce komt zeker van de grond, is zijn stelling. Internet is niet, zoals vaak wordt beweerd, ”klikken, kijken, niet kopen”. Weer worden de Verenigde Staten erbij gehaald. „De omzet van de handel via internet verdrievoudigt daar nu ieder jaar, de beurswaarde van de bedrijven stijgt navenant.” Verder zal internet de komende vijf jaar direct of indirect bij 20 tot 90 procent van de transacties betrokken zijn, zo luidt de verwachting.

Knusheid
Zoals zo vaak, zal de trend over de oceanen waaien. Als dat al niet is gebeurd. Ook de man in de straat krijgt ermee te maken, weet De Hond zeker. „Klanten vallen voor voordelen.” De elektronische winkel bijvoorbeeld heeft ongekende charmes, vergelijkbaar met de knusheid van het Ot en Sien-zaakje om de hoek waar de eigenaar zijn klanten kende, met naam, toe- en bijnaam. „De bakker wist toen gewoon dat jíj een halfje wit en een heel bruin wilde. Daar hoefde je niet om te vragen.” Als voorbeeld neemt De Hond internetboekhandel Amazon.com. „Daar winkelen, is een volledig geïndividualiseerde beleving. Als ik op hun site kom, klinkt het: „Welkom, fijn dat u er weer bent, meneer De Hond. We hebben een paar aardige tips voor u. Wilt u kopen? Klik hier.” Kijk, dát noem ik nou elektronische zorgzaamheid. Amazon weet alles van me, net als die middenstander vijftig jaar geleden.”

Er zijn nu al tal van sectoren die rijp zijn voor een volledige web-benadering, meent De Hond. „Kijk naar het reisbureau. Dat is toch niet meer dan een kantoortje met daarin een catalogus? Heb je vragen, dan zoekt een dame de antwoorden voor je op in de computer. Reserveren? Ook dat gaat via de pc. Daar heb je dus geen fysieke winkel meer voor nodig.”

Veel bedrijven maakten inmiddels de omslag naar het elektronische verkoopkanaal. Postordergigant Wehkamp zet via het virtuele kanaal inmiddels 1 miljoen gulden per week om. Financiële en veilingsites floreren. De Nederlandse internetboekhandel Bol.com verkocht vorig jaar in drie kwartalen ruim 3 miljoen gulden. Enzovoorts.

De voorspellingen over on line-bestedingen door consumenten lopen nogal uiteen. Onderzoeksbureau Blauw New Media houdt het voor dit jaar op 500 miljoen gulden. In het business to business-kanaal praten we overigens al over miljarden guldens. Met name elektronische inkoopcombinaties –zoals Ahold in de foodsector– schieten als paddestoelen uit de grond.

En-en-situatie
E-business is er dus al en de opmars lijkt veelbelovend, al blijft voorspellen zelfs voor een goeroe lastig. Maar onderschat De Hond niet de hang naar gezellige winkelstraten, waar je mensen ziet en hoort, soms ook voelt en ruikt? En wie neemt voor aankoop niet eerst de katoenen blouse tussen duim en wijsvinger? De Hond: „Natuurlijk. Maar het is een en-en-situatie. De virtuele wereld zal strijden met de fysieke. Internet kent geen afstanden, maar mist nog veel sociale aspecten. Op dergelijke punten zal het gevecht om de klant worden geleverd.”

De goeroe zou geen goeroe zijn als hij niet een paar pijlen op zijn boog zou hebben ten gunste van de boodschap die hij dag aan dag uitdraagt. „We kunnen steeds meer op afstand doen. Niemand zou enkele tientallen jaren geleden hebben geloofd dat miljoenen mensen in 1998 de finale van het wereldkampioenschap voetbal live konden volgen. Zoveel mensen passen nou eenmaal niet in een stadion. Overal zijn, is geen probleem meer.”

De virtuele winkel gaat nog verder, voorspelt De Hond. „Dan kún je gewoon even voelen hoe glad de leren bank is en hoe lekker hij ruikt. Hoe precies? Dat moet je me niet vragen. De ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen, maar in de internetwereld is nog weinig onmogelijk gebleken.” Scepsis mag, oordeelt hij mild. „De vader van mijn grootvader kon zich ook niet voorstellen dat er een stem uit een apparaat dat telefoon heette, zou komen.”

Broeikaseffect, biotechnologie, e-business. Wat brengt de komende eeuw? Een serie artikelen in deze rubriek zal een reeks belangrijke technologische ontwikkelingen belichten die ons te wachten staan. Vandaag een artikel over ontwikkelingen in de woningbouw. „De intelligentie in de huizen neemt snel toe.”

Vorige afleveringen:
•  De kwetsbaarheid der lage landen

•  Voedingsmiddelen tegen ziekten

•  Elektronisch label verdringt streepjescode

•  Gedresseerd virus belaagt kankercel

•  Benutten, bouwen, beprijzen

•  „Zonne-energie: enorme marktkans”

•  Duurzaam en de jaren dertig