Wetenschap 4 april 2000

„Woningen straks volledig afhankelijk van elektriciteit”

Duurzaam en de jaren dertig

Door L. Vogelaar
De jaren dertig zijn weer terug. Huizen met forse dakoverstekken, fraaie hoeken en erkers en een fors aantal kubieke meters. Maar anders dan in de jaren dertig wordt de woningbouw van begin 21e eeuw volgestopt met beveiligende en energiebezuinigende technieken. „De intelligentie in de huizen neemt snel toe.”

Een modetrend gaat ras voorbij, maar komt soms dra weerom. De terugkeer van de fraaie jarendertigstijl is een van de opvallende trekken in de nieuwbouwwijken van begin 21e eeuw. De Helmondse nieuwbouwwijk Dierdonk was een goed voorbeeld dat vele architecten deed volgen.

De bouwstijl van de jaren dertig was door de Duitse bezetting abrupt de pas afgesneden en kreeg daarna niet de kans om terug te keren. Tijdens de oorlogsjaren werd er nauwelijks gebouwd en daarna moest de woningnood, ondanks het aanvankelijke materialentekort, in hoog tempo worden weggewerkt. Ook de opvattingen over mooi en lelijk hadden sinds 1940 niet stilgestaan.

Koekoek één zang domineerde na 1945 en het architectendom bouwde er rijtje na rijtje, straatje na straatje mee vol. Pas in de jaren tachtig zou Nederland de eenvormigheid van zich af gaan schudden. Voor de wijze waarop dat gebeurde en gebeurt, is het gezegde: „Smaken verschillen” uiterst toepasselijk. De snelheid waarmee menig architect bijvoorbeeld weer afscheid nam van het blikkerendblauwe glas waarmee kantoorgebouwen werden 'behangen', weerspiegelt iets van het steeds gejaagdere tempo waarmee de mensen de ontwikkelingen proberen bij te benen die ze zelf in gang hebben gezet.

Niet gepast
Bepaald respectloos springen bouwmeesters soms om met de combinatie van oud en nieuw, waarbij contrast nogal eens de voorkeur krijgt boven harmonie. Aan fraaie oude panden wordt soms deerlijk afbreuk gedaan door pal ernaast een hypermodern bouwsel neer te zetten. Of men bestaat het om een bestaand gebouw uit te breiden in een stijl die er in de verste verte niet bij past.

Steeds meer aandacht is er wel voor het behoud van beeldbepalende panden door het vinden van een, soms verrassende, nieuwe bestemming. Zo kregen we appartementen en winkels in oude kerken, en woningen in een olievat, een mijnschacht en een mergelgrot.

Om de woningnood niet al te veel door het volbouwen van groene gebieden op te lossen, krijgt inbreiding van steden en dorpen de voorkeur boven uitbreiding. Ook komt men op creatieve ideeën, zoals de geluidswalwoningen (Utrecht, Waardenburg) langs snel- of spoorweg. Bij het compacte bouwen moeten daktuinen soms verlichting bieden in de steenwoestenij.

Duurzaam
Ook aan de kwaliteit van de woningen wordt gewerkt. De inbraakveiligheid moet sterk vergroot worden en daarom experimenteerden enkele politieregio's met een keurmerk.

De indringende alarmsignalen over het in hoog tempo opsouperen van de fossiele brandstoffen heeft geleid tot een stortvloed van energiebezuinigingsideeën. De uitvoering ervan werd doorgaans vertraagd, om financiële of economische redenen, of gewoon door laksheid. In de jaren negentig brak het duurzaam bouwen echter steeds meer door.

Ir. A. van Maldegem, eigenaar van een energieadviesbureau in Groningen, verwacht dat nieuwe vrijstaande woningen in de toekomst eerder energieproducerend dan -verbruikend zullen zijn. Momenteel wordt naarstig onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van de nulenergiewoning, waarvan A. Kroon in Woubrugge in 1993 als eenzame pionier de eerste bouwde. Zonne-energie komt steeds meer binnen handbereik van de doorsnee woningbezitter.

”All electric”
Huizen worden ook steeds meer ”all electric”, verwacht Van Maldegem: door goede isolatie, balansventilatie met warmte-/koelteterugwinning en het gebruik van zonneboiler en warmtepomp wordt het gasnet onrendabel. Elektriciteit kan bovendien worden teruggeleverd, gas niet. Huizen volledig door elektriciteit 'aandrijven' is dan het efficiëntst.

Door de goede isolatie neemt het risico van te hoge binnentemperaturen toe. Nu steeds meer mensen in hun auto aan airconditioning gewend raken, wil men dat comfort ook in het huis. Nu al worden in plaats van ventilatoren in toenemende mate verplaatsbare airco's verkocht. Deze hebben echter een onacceptabel hoog energieverbruik (koelen kost circa viermaal zo veel energie als verwarmen!). Voor de komende jaren wordt daarom niet meer zozeer het verwarmen als wel het koel houden van woningen belangrijk.

Het dubbele waterleidingnet is niet rendabel te krijgen. Woningen blijven ook voor badkamer en toilet afhankelijk van het drinkwaternet. Wel wordt regenwater niet meer achteloos in het riool gestort, maar benut voor het besproeien van de beplanting en voor grondwaterpeilverbetering.

Telewerken
Terwijl in de stedelijke gebieden het compacte bouwen hoog in het vaandel blijft staan, domineert op het platteland de voorkeur voor het vrijstaande huis. Wat tien à twintig jaar geleden nog nauwelijks van de grond kwam, lukt nu wel: door de toenemende variatie in de bouwcomponenten worden woningen gemakkelijker veranderbaar. De materialen daarvoor zijn steeds vaker kant-en-klaar beschikbaar en dat is een uitkomst in een tijd waarin het aantal bouwvakkers terugloopt en de bewerking van materialen op de bouwplaats steeds minder acceptabel is.

De huizen worden, gemiddeld genomen, steeds ruimer opgezet, mede omdat een steeds groter aantal mensen thuis telewerkt. Niet alleen is op deze wijze letterlijk meer intelligentie in de woning aanwezig, maar ook figuurlijk is dat het geval: de maatregelen op het gebied van temperatuurregeling, informatiebewaking en beveiliging worden steeds geavanceerder en komen door de dalende prijzen binnen ieders handbereik. Door de 'huisvlijt' verdwijnt de scheiding tussen wonen en werken gedeeltelijk, zodat woonwijken overdag en bedrijventerreinen 's nachts niet langer uitgestorven zijn.

Samen of alleen
In de steeds grotere woningen wonen steeds minder mensen. De kleinere gezinnen, het toegenomen aantal echtscheidingen en het jonger ”op jezelf wonen” heeft de bewoningsdichtheid verkleind. „Anderzijds zie je een trend dat mensen toch weer meer bij elkaar gaan wonen, zeker ook in de ouderenhuisvesting, waar men dan over gezamenlijke voorzieningen beschikt”, zegt Van Maldegem.

Met een gemiddelde van 2,5 bewoners per woning scoort Nederland in vergelijking met andere landen laag. Van Maldegem legt de vinger bij het feit dat samen een huis bewonen door de overheid wordt afgestraft door het korten op uitkeringen. Als de huursubsidie wordt verminderd of afgebouwd, kan woningdelen in de toekomst wel weer aantrekkelijker worden.

Broeikaseffect, biotechnologie, e-business. Wat brengt de komende eeuw? Een serie artikelen in deze rubriek zal een reeks belangrijke technologische ontwikkelingen belichten die ons te wachten staan. Vandaag een artikel over ontwikkelingen in de woningbouw. „De intelligentie in de huizen neemt snel toe.”

Vorige afleveringen:
•  De kwetsbaarheid der lage landen

•  Voedingsmiddelen tegen ziekten

•  Elektronisch label verdringt streepjescode

•  Gedresseerd virus belaagt kankercel

•  Benutten, bouwen, beprijzen

•  „Zonne-energie: enorme marktkans”