Wetenschap 28 maart 2000

Alleen grootschalige subsidie kan voor doorbraak zorgen

„Zonne-energie: enorme marktkans”

Door J. Reijnoudt
Elke dag, 365 dagen per jaar, stuurt de zon zo veel energie naar de aarde dat de hele mensheid daar tien jaar mee vooruit zou kunnen. Toch stapt een Nederlandse woningbezitter niet even naar een installateur om zijn dak vol te laten leggen met zonnecellen. „En eigenlijk zou zo'n installateur je met open armen moeten ontvangen.”

Natuurlijk heeft de leider van de afdeling zonne-energie van het Energieonderzoek Centrum Nederland in Petten, prof. dr. Wim C. Sinke, thuis zonnecellen op zijn dak. „Een vierkante meter op het schuurtje. Dat systeem draait al jaren naar tevredenheid.”

Nu is een vierkante meter niet veel voor iemand die internationaal als zonne-energieonderzoeker bekendstaat. Binnenkort zal hij zijn marktaandeel als klant dan ook vergroten met een dakvullend systeem. „Helaas zijn we nog niet zover dat een plaatselijke installateur je dan met open armen ontvangt en zegt: Prachtig, loopt u even mee naar mijn showroom, u kunt kiezen uit deze drie systemen. Je moet het als klant nu behoorlijk van plan zijn. De branche heeft nog een weg te gaan in termen van kennis en enthousiasme. Zonne-energie is geen blok aan je been, maar een gigantische marktkans. Dat moet nog ten volle doordringen.” Er zijn nu nog installateurs die zoiets uitstralen als: Weet waar je aan begint.

Als weinig anderen in Nederland weet Sinke dat. De zonnecellen zijn betrouwbaar, maar kant-en-klare systemen zijn op dit moment nauwelijks verkrijgbaar. „Daar moet nu aan gewerkt worden. En dan is verder enthousiasme heel belangrijk voor een grootschalige introductie. Het moet zover komen”, zegt Sinke, „dat wanneer je thuis naar buiten kijkt of de deur uitstapt het vanzelfsprekend is dat je op alle huizen zonne-energiesystemen ziet. Het moet opvallend zijn als je nog een huis ontdekt waar zo'n systeem ontbreekt.”

Als zonlicht per dag vele malen meer energie levert dan de samenleving kan verbruiken; als gebruik van die bron bovendien slechts op heel beperkte schaal en indirect enige milieuverontreiniging oplevert; als overheid, industrie en onderzoekers staan te dringen om het product op de markt te krijgen en als zonnecellen geruisloos zonlicht direct omzetten in elektriciteit, dan moet er wel een flinke hobbel zijn die de gemiddelde Nederlander van grootschalig gebruik weerhoudt. „Ga er maar van uit dat een dakvullend systeem enkele tienduizenden guldens kost”, bekent Sinke. Verder horen daar voor één dak de volgende getallen bij: een jaarproductie van pakweg 2000 kilowattuur en dat tegen een prijs van ruim een gulden per kilowattuur. Voor stroom opgewekt in een met aardgas, olie of steenkool gestookte centrale rekent de elektriciteitsleverancier nu ongeveer een kwartje per kilowattuur.

Optimisme kenmerkt onderzoeker Sinke. „De techniek van de toekomst is er al. We moeten zonnecellen alleen nog op grote schaal en professioneel gaan produceren. Dan komt er vanzelf een nieuwe generatie. Vergelijk het maar met de laptops en de mobiele telefoons.” Zonnecellen zijn dus duur omdat de vraag ernaar nog gering is en de vraag is gering omdat ze duur zijn.

Ambitie
Om die vicieuze cirkel te doorbreken heeft de ECN'er een scala aan ideeën. Hij ontleent ze deels aan de plannen die ECN samen met marktpartijen en de overheid ontwikkelt. Sinke: „Met die partijen werken we nu aan een convenant voor de periode 2001 tot en met ongeveer 2007.” Daarvan ligt volgens hem nog niets vast, maar er circuleren inmiddels wel getallen. De partijen discussiëren over het spanningsveld tussen ambitie en realiteitszin. Sinke: „Je kunt uitgaan van de nu geplande 100 megawatt-piek aan totaalvermogen van zonnepanelen of een tandje hoger: bijvoorbeeld 300 tot 500 megawatt-piek. Nu is er niet meer dan ongeveer 6 megawatt-piek geïnstalleerd.” Megawatt-piek is de vaktaal voor wat een systeem onder maximale omstandigheden kan leveren. Alle conventionele Nederlandse elektriciteitscentrales samen zijn goed voor ongeveer 15.000 megawatt. Om een toename van enkele honderden megawatt te bereiken, is er volgens Sinke veel meer nodig dan een simpele investeringssubsidie voor particulieren en bedrijven.

Verstrekkend
Een zeer verstrekkende maar ook controversiële maatregel is het opnemen van de toepassing van zonne-energie in het bouwbesluit. „Nu speelt zonne-energie bij nieuwbouw nog nauwelijks een rol. We moeten ernaartoe dat bij de standaardvoorzieningen van een nieuwe woning ook een zonnedak hoort. Dan kan de industrie flexibel op te bouwen standaardsystemen leveren en daarmee gaat de prijs weer sterk omlaag. Los daarvan is het een noodzakelijke investering in de toekomst om nieuwbouwlocaties zonvriendelijk te plannen –dus met een zo groot mogelijk deel van het dak in zuidelijke richting–, zelfs als er nog niet direct panelen of een boiler op het dak komen. Dat gebeurt nu meestal niet en dat baart mij grote zorg.”

Ook de verkoop van groene stroom door elektriciteitsbedrijven is een mogelijkheid voor uitbreiding van het aantal vierkante meters zonnecellen. Sinke: „Die groene stroom is natuurlijk duurder, maar de regulerende energiebelasting, die niet wordt geheven op stroom uit duurzame bronnen, verkleint dat prijsverschil nu al.” Een andere mogelijke maatregel is die van ”de teruglopende meter”. Daarbij wordt alles wat een kleinverbruiker opwekt automatisch verrekend met het gebruik. Uiteraard is de terugleverprijs dan gelijk aan de relatief lage leverprijs van de elektriciteit uit de centrale. De terugdraaiende meter alléén is momenteel dan ook niet genoeg om de opwekkosten van zonnestroom te compenseren. Daarom is Sinke gecharmeerd van het recentelijk geïntroduceerde revolutionaire Duitse systeem.

Bij de oosterburen bestond al enige tijd de mogelijkheid een renteloze lening af te sluiten voor de aanschaf van een zonnecelsysteem. Na een aantal jaren trouw afbetalen krijgt de lener bovendien eenachtste van de lening kwijtgescholden. Nu is daar nog de royale regeling bijgekomen die elke eigenaar recht geeft op 99 pfennig per opgewekte kilowattuur zonnestroom. Het geld dat daarvoor nodig is, komt uit een kleine heffing op stroom uit conventionele bronnen. Sinke: „Een variant op het oude principe: de vervuiler betaalt. In Nederland lopen de meningen over deze regeling zeer uiteen. Zo is het bijvoorbeeld nog de vraag of de regeling de toets van Brussel zal doorstaan”, weet Sinke. „Het systeem spreekt me persoonlijk erg aan. Initiatiefnemers worden beloond op een elegante manier: je wordt er niet rijk van maar het verdeelt de lasten evenwichtig over de maatschappij. Verder stimuleert het eigenaars hun systeem langdurig in goede conditie te houden. Tot slot zet het je land ineens op de zonne-energiekaart; het kan van doorslaggevende betekenis zijn voor de markt.”

Broeikaseffect, biotechnologie, e-business. Wat brengt de komende eeuw? Een serie artikelen in deze rubriek zal een reeks belangrijke technologische ontwikkelingen belichten die ons te wachten staan. Vandaag een artikel over een belangrijke energiebron voor de toekomst: zonne-energie. „Het moet opvallend zijn als je in de toekomst nog een huis ontdekt waarop een zonnecelsysteem ontbreekt.”

Vorige afleveringen:
•  De kwetsbaarheid der lage landen

•  Voedingsmiddelen tegen ziekten

•  Elektronisch label verdringt streepjescode

•  Gedresseerd virus belaagt kankercel

•  Benutten, bouwen, beprijzen