De Israëlisch-Finse verhouding is zeker niet zonder spanningen, maar volstrekt uniek in de Europese geschiedenis, betoogt dr. H. J. Prosman.
Finland viert morgen, 6 december, zijn 100-jarige onafhankelijkheid. Een goede gelegenheid om stil te staan bij de Finse betrekkingen met Israël en het Joodse volk.
Vergeleken met andere Europese landen heeft Finland een positieve relatie met de staat Israël. De wortels hiervan liggen in de negentiende eeuw, toen Joden uit Rusland zich vestigden in Finland. Finland was tot 1917 een groothertogdom onder de Russische tsaar. Joden die in het leger van de tsaar dienden, konden zich in Finland vestigen, waar ze meer vrijheid genoten dan in Rusland. Met hun komst bloeide ook het culturele leven op. In 1870 werd de eerste synagoge geopend in Helsinki. En in diezelfde stad werd in 1906 een Russisch-zionistische conventie gehouden.
Met de Finse onafhankelijkheid van 1917 verkregen Finse Joden volledige burgerrechten. Na de Anschluss in 1938 verstrekte Finland visa aan zo’n 300 Joden uit Duitsland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije.
Bondgenoot van Duitsland
De Tweede Wereldoorlog zette de relatie van Finland tot haar Joodse burgers op scherp. In de Fins-Russische oorlog hadden Finland en Duitsland dezelfde vijand. De Finse regering liet Duitse legers toe op haar grondgebied en daarop volgde in 1941 de oorlogsverklaring van Engeland aan Finland. Finland was weliswaar een bondgenoot van nazi-Duitsland, maar werkte niet mee aan de Jodenvervolging. Wel heeft Finland beperkt vluchtelingen uitgezet, onder wie ook acht Oostenrijkse Joden, die op één na in Auschwitz zijn omgekomen. Tweemaal bezocht Himmler Finland om de Finse legerleider Mannerheim ervan te overtuigen mee te werken aan de vervolging van Joden. Mannerheim verklaarde dat geen Jood uitgezet zou worden, zolang er Joden in het Finse leger dienden. Recent is er wel een smet gekomen op deze reputatie van Finland. Sinds vijftien jaar wordt er onderzoek gedaan naar de Russische krijgsgevangenen die Finland uitleverde aan Duitsland. Historica Elina Sana gaat ervan uit dat onder hen zo’n 500 Joden geweest zijn, die vervolgens door de Duitsers naar concentratiekampen zijn afgevoerd.
De Finse Joden die onder Mannerheim vochten, bevonden zich in een precaire positie. Enerzijds werkten zij mee aan de Duitse militaire onderneming, anderzijds verzekerden zij hun landgenoten van een veilige plek in Finland. Mannerheims bondgenootschap met Hitler was halfslachtig. Bij de belegering van Leningrad was het juist aan de Finse legereenheden te danken dat vele Russen en Russische Joden de belegerde stad konden ontvluchten.
Sabbat in legertent
De samenwerking met Duitsland leidde wel tot enkele van de meest bizarre episodes uit de Tweede Wereldoorlog. In het Finse leger dienden zo’n 300 Joden. Die hielden ook te velde sabbatsvieringen in een legertent. Het was de enige plek aan het Duitse front waar Joods gezang te horen was.
Toen in 1942 een Duitse compagnie was omsingeld door Russische troepen kreeg de Joodse kapitein Solomon Klass de opdracht om de Duitsers te ontzetten. Klass en zijn medestrijders slaagden daarin en hij ontving hiervoor de Duitse onderscheiding voor betoonde moed: het ijzeren kruis.
Ook arts majoor Leo Skurnik kreeg het ijzeren kruis toegekend vanwege zijn hulp aan Duitse officieren bij het evacueren van een veldhospitaal. De Joodse verpleegster Dina Poljakof werd onderscheiden voor haar zorg voor gewonde Duitse soldaten. In de drie gevallen waarin Joodse militairen een ijzeren kruis kregen toegekend, weigerden zij deze te accepteren. Tegelijk vochten Joden ook aan Russische zijde van het front. De Russische luitenant Leonid Buber werd onderscheiden voor zijn rol in de strijd tegen de Finnen in 1939. Pas bij het naderende einde van de oorlog tekende Mannerheim, die in 1944 president werd, een bondgenootschap met de geallieerden en streed Finland tegen de nazi’s.
Erkenning
Toen in 1948 Israël de onafhankelijkheid uitriep, volgde vrijwel meteen de Finse erkenning. President Paasikivi deed dit al op 11 juni 1948, slechts een maand na de onafhankelijkheidsverklaring. Diplomatieke relaties zijn er vanaf november 1950 en Finland opende in 1952 een ambassade in Tel Aviv. Vanaf 1956 is er een Israëlische ambassade in Helsinki.
Met de oprichting van de staat Israël emigreerden slechts 29 Joden uit Finland. Verreweg de meesten bleven dus in Finland. Dat wijst erop dat de Joden zich in Finland veilig wisten. Toen vanaf 1990 Russische Joden op grote schaal emigreerden naar Israël, verliep voor 40.000 Joden de route via Finland. Op dit moment zijn er zo’n 1800 Joden in het 5,5 miljoen inwoners tellende Finland en zijn er synagoges in Helsinki en Turku.
Israël en Finland hebben meer gemeen dan een blauw-witte vlag. Er is een zekere lotsverbondenheid. Voor beide landen geldt dat zij hun moeizaam verkregen autonomie hebben moeten verdedigen tegen grote staten die hen omringen. Beide landen kennen een grote techindustrie, wat volop gelegenheid geeft tot handelsrelaties op het gebied van technologie en wapenindustrie. De verbondenheid leeft ook in de Evangelisch-Lutherse Kerk van Finland. Er is een grote groep Vrienden van Israël onder Finse christenen. In de kerkleiding en de diaconale organisatie Finn Church Aid heerst daarentegen een sterke pro-Palestinastemming.
In de Verenigde Naties stemt Finland meestal mee met de Europese lijn, en die is zelden gunstig voor Israël. Onder Erkki Tuomioja, die vanaf 2000 meerdere keren minister van Buitenlandse Zaken was, voerde Finland een zeer kritische Israëlpolitiek. Zijn opvolger, Timo Soini van het rechtse SIN (dit staat voor Blauwe Toekomst), spreekt zich nadrukkelijk uit als vriend van Israël en kritiseert boycotacties tegen Israël.
De Israëlisch-Finse verhouding is dus niet zonder spanningen, maar volstrekt uniek in de Europese geschiedenis.
De auteur is hervormd predikant te Nieuwkoop.