Column: Zet financiële prikkel integriteit van huisarts onder druk?
Marktwerking in de zorg is een gevoelig punt. Een van de kritiekpunten is dat de integriteit van zorgaanbieders wordt aangetast wanneer zij meer door financiële prikkels aangestuurd worden. Wanneer men bijvoorbeeld huisartsen voor bepaalde handelingen extra beloont, zou dat ertoe kunnen leiden dat zij de geboden zorg niet alleen meer afstemmen op wat uit gezondheidsoogpunt de beste behandeling zou zijn. De financiële prikkel verschuift immers de aandacht naar de eigen portemonnee van de huisarts en beïnvloedt daarmee het gekozen behandelingstraject.
Toen ik dit besprak met mijn vrouw, die arts is, kon zij zich dit moeilijk voorstellen. Naar haar stellige indruk laten (huis)-artsen zich niet door financiële prikkels verleiden tot minder integere zorg. Ik als econoom ben daar iets minder zeker van. Ik ben erin geschoold om te geloven dat financiële prikkels wel degelijk gedrag beïnvloeden, al willen mensen dat vaak niet van zichzelf weten.
Om meer licht op deze zaak te kunnen werpen, heb ik in samenwerking met anderen onderzoek gedaan naar de invloed die mensen verwachten van financiële prikkels op het gedrag van huisartsen. Dit onderzoek is verricht in het kader van het onderzoeksproject ”What good markets are good for” (moralmarkets.org). In een representatief onderzoek onder 6949 Nederlanders hebben wij vijf stellingen voorgelegd ten aanzien van de vraag wat respondenten verwachten als hun huisarts voor een bepaalde behandeling een hogere vergoeding ontvangt.
Bij twee stellingen werd ervan uitgegaan dat dit de integriteit van de huisarts niet aantast. Deze opties waren: 1. Mijn huisarts blijft mij van deskundig advies voorzien; 2. Mijn huisarts zal mij volledig blijven informeren over de noodzaak van de behandeling. Daarnaast waren er drie opties, waarbij de prikkel naar verwachting wel enige uitholling van de integriteit van de huisarts zou bewerkstelligen: 3. Mijn huisarts zal er eerder toe geneigd zijn om mij deze behandeling voor te schrijven, ook al is het niet strikt noodzakelijk; 4. Mijn huisarts zal meer aan zijn/haar eigen financiële belang gaan denken; 5. Mijn huisarts zal minder voorzichtig met mijn gezondheid omgaan.
De respondenten mochten maximaal drie opties aankruisen. Ik was natuurlijk heel benieuwd hoe Nederlanders hierover denken. Zou mijn vrouw te optimistisch zijn en haar integriteit te veel op andere artsen projecteren? Of zou ik door mijn economische bril wat te somber zijn geworden?
Wat bleek? De eerste twee opties kregen de meeste steun. De eerste stelling werd door 60 procent en de tweede stelling door 50 procent van de respondenten aangekruist. De derde, vierde en vijfde optie waren respectievelijk door 37, 29 en 8 procent van de respondenten aangekruist. Eerlijk is eerlijk: dit komt dichter bij de inschatting van mijn vrouw dan bij die van mij, hoewel 37 procent ook niet verwaarloosbaar is.
Mits de inschatting van de 6949 Nederlanders die meegedaan hebben aan ons onderzoek juist is, zou je kunnen concluderen dat het toestaan van meer financiële prikkels in de huisartsenpraktijk geen problemen geeft. Dat biedt meer mogelijkheden voor marktwerking in de zorg, zou je denken. Toch blijken de respondenten uit ons onderzoek daar anders over te denken. Met de stelling dat vraag en aanbod leidend moeten zijn bij huisartsen en de overheid minder moet ingrijpen in het gedrag van huisartsen, is slechts 18 procent het eens en 67 procent het oneens. Er lijkt hier sprake van een tegenstelling. Hoewel patiënten de integriteit van hun huisartsen hoog inschatten als zij blootgesteld zouden worden aan financiële prikkels, wil men toch liever geen marktwerking in de zorg. Hoe kunnen we deze paradox verklaren?
Dat blijft natuurlijk gissen. Ons onderzoek geeft daar geen uitsluitsel over. Maar misschien dat Nederlanders toch beducht zijn dat meer marktwerking in de huisartsenzorg op lange termijn negatieve effecten zal hebben. Waar het vertrouwen in de eigen huisarts nog heel hoog is, is men misschien minder zeker over de integriteit van huisartsen in het algemeen. Ook kan marktwerking de selectie van mensen die huisarts worden beïnvloeden, omdat het huisartsenvak dan meer mensen zal aantrekken die door geld gemotiveerd worden in plaats van door het bieden van zorg aan anderen. Maar wat ook precies de reden is voor deze paradox, in ieder geval laat ons onderzoek zien dat meer of minder marktwerking in de zorg een punt van discussie zal blijven.
Johan Graafland is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University. Reageren? rubriekforum@refdag.nl