Christelijk onderwijs hoopt vurig op herverkiezing Trump
Onderwijsminister Betsy DeVos vecht voor vrije schoolkeuze in de Verenigde Staten. Dat zou een uitkomst zijn voor het christelijk onderwijs. Maar als Biden de verkiezingen wint, zal de strijd vergeefs geweest zijn.
Het christelijk onderwijs in Amerika heeft een hoedster in Washington DC in de persoon van de door president Trump benoemde minister van onderwijs Betsy DeVos. Zij is voorstander van vrije schoolkeuze. Deze neemt financiële belemmeringen weg voor ouders die hun kinderen naar scholen van hun voorkeur willen sturen. Dat kunnen ook christelijke scholen zijn. Het Nederlandse organisatiemodel heeft haar interesse, zo bleek tijdens een ontmoeting van een onderwijsdelegatie van Transatlantic Christian Council (TCC) met haar in Washington DC. Haar pleidooi is van cruciaal belang voor het voortbestaan en de bloei van het Amerikaanse onderwijssysteem. Dat heeft de afgelopen jaren geleden onder het opleggen van beleid en praktijken die het van zijn morele en educatieve integriteit hebben beroofd.
Op dit moment moeten ouders hun kinderen naar de openbare school in hun postcodegebied sturen voor ontvangst van door de overheid gefinancierd onderwijs. Het zogenaamde Blaine-amendement, een archaïsche, antireligieuze en eigenlijk antiroomse wet, verbood belastinggeld te besteden aan scholen die eigendom zijn van of beheerd worden door een kerkgenootschap of sekte. Hoewel deze wet in 1876 net geen voor het hele land geldende federale wet werd, namen 38 staten deze wet in bepaalde vorm op in hun constitutie.
Vrije schoolkeuze
Op 30 juni 2020 oordeelde het Hooggerechtshof in een zaak in Montana, waar deze wet al sinds 1889 gold, met een meerderheid van één stem dat deze wet in strijd was met de vrijheid van godsdienst. De door Trump voorgedragen opperrechters Gorsuch en Kavanaugh bevonden zich onder de voorstemmers. Hiermee is de weg vrijgemaakt voor door de overheid gefinancierd christelijk onderwijs en invoering van vrije schoolkeuze. Maar als Biden wint, wordt DeVos vervangen door een nieuwe minister, die terugkeert naar het beleid dat tot de huidige mislukkingen heeft geleid.
Amerika staat bekend als het land van (keuze)vrijheid en kansen. Toen de oprichters voet op Amerikaanse bodem zetten, wilden zij vrijheid van godsdienst en onderwijs, die hun in hun landen van oorsprong werd ontzegd. Ze plantten scholen en namen wetten aan die garandeerden dat hun kinderen zouden leren lezen en argumenteren. Zo konden zij de Bijbel lezen en zorgen voor wetten en instellingen die daarmee overeenstemden. Met dit doel werd de Old Deluder Satan Act (de wet tegen de oude verleider satan) al in 1647 in Massachusetts als eerste onderwijswet aangenomen. Deze verplichtte gemeenschappen van vijftig of meer gezinnen om scholen te beginnen, zodat de kinderen niet onwetend van het Woord van God zouden opgroeien. De Amerikaanse openbare scholen waren, generaties lang, echt christelijke scholen.
Het openbaar onderwijs heeft vandaag de dag zijn religieuze vurigheid niet meer. Het Bijbelse gezag en het gebed zijn vervangen door multiculturele invloeden en humanistische principes. Scholen zijn vervallen tot identiteitspolitieke instellingen, die de samenleving in groepen opsplitsen, en tot centra van seksuele verkenningen. „Op zijn eerste ambtsdag zal Biden de Obama-Biden-richtlijn herinvoeren, die door de Trump-Pence-regering is ingetrokken, en die de toegang van transgenderstudenten tot sport, doucheruimtes en kleedkamers zal herstellen in overeenstemming met hun genderidentiteit”, valt te lezen op de site van Joe Biden. De leraren van vandaag moeten meer tijd besteden aan politieke correctheid en het bevorderen van linkse ideologieën dan aan het onderwijzen van traditionele waarden en opvoedkundige basisprincipes.
De gevolgen van deze trends zijn duidelijk. Vergeleken met scholen in zeventig andere geïndustrialiseerde landen staan de Amerikaanse scholen op de 23e plaats voor leesvaardigheid, op de 25e plaats voor wetenschap en op de 39e plaats voor wiskunde! Rijke ouders zoeken goede alternatieven en sturen hun kinderen vaak naar privé- of charterscholen. Christelijke ouders worstelen financieel om hun kinderen naar eigen scholen te kunnen sturen, wat per kind per jaar ongeveer 10.000 dollar kan kosten. Anderen kiezen voor thuisonderwijs. Wetgevers vechten voor vaste normen en hogere onderwijsuitgaven, in een poging verbeteringen tot stand te brengen. Dit is de trend van de laatste vijftig tot zeventig jaar.
Systeem van vouchers
Minister DeVos heeft vrije schoolkeuze geïntroduceerd en gepromoot als een nieuwe oplossing voor deze hardnekkige problemen. Ze bepleit een systeem van waardebonnen (vouchers) voor ouders, waarmee onderwijsdollars niet naar de scholen gaan maar het kind volgen naar de gekozen school. Hiermee wordt het speelveld voor alle kinderen gelijk en kunnen armen én rijken de onderwijskwaliteit krijgen die een concurrerend systeem biedt.
Uiteraard worden haar voorstellen krachtig afgewezen door de Democraten, die zich herkennen in de ideologie van het openbareschoolsysteem. Daartegenover zijn Trump en de Republikeinse Partij voor traditionele waarden en echte onderwijsvrijheid.
Wurggreep
Zouden met de invoering van schoolvouchers de zorgen weg zijn? Dat niet. Het linkse beleid heeft momenteel het onderwijs in Amerika in een wurggreep. Het valt te vrezen dat de Democraten na invoering zullen proberen controle te krijgen over de inhoud van de christelijke schoolprogramma’s, in ruil voor het vrijgeven van belastingdollars voor niet-openbare scholen. Een reden te meer waarom de verkiezingen in november zo belangrijk zijn!
John Van Der Brink is directeur van de Netherlands Reformed Christian School in Pompton Plains (New Jersey) en lid van de Board of Directors Christian Council International (CCI), zusterorganisatie van Transatlantic Christian Council (TCC). Henk Jan van Schothorst is oprichter en bestuurder CCI en TCC. >> tccouncil.org