Mens & samenleving

De hulphond: altijd beschikbare knuffeltherapeut en kwispelend antidepressivum

Zonder Victor had Carolien allang in het verpleeghuis gezeten. Zonder Chanel kon en durfde Miranda geen boodschappen te doen. En zonder Luca was Anjana misschien wel niet genezen van haar eetstoornis. Soms kan een hond wat een mens niet lukt.

Anne Vader
4 May 2017 10:23Gewijzigd op 16 November 2020 10:28
Hulphondencoach Sandra Dekker: „Als je flink boos bent geweest op je partner is het bijna ondenkbaar dat deze 5 minuten later weer lief voor je staat. Een hond kan dat.” beeld Rein van Zanen
Hulphondencoach Sandra Dekker: „Als je flink boos bent geweest op je partner is het bijna ondenkbaar dat deze 5 minuten later weer lief voor je staat. Een hond kan dat.” beeld Rein van Zanen

Dat een hond meer is dan een gezelschapsdier, weten we wel – denk aan de speurhond en de blindengeleidehond. Minder bekend is dat de viervoeter ook kan helpen bij lichamelijke en psychische beperkingen. Bijvoorbeeld mensen met autisme, trauma’s, burn-out, eetstoornis, epilepsie of diabetes.

Sandra Dekker uit Bloemendaal leidt hulphonden op en helpt mensen met een beperking een hond op te leiden. In het vorige maand verschenen boek ”Een hond helpt iedereen” deelt ze haar kennis en ervaring.

Dekker was een succesvol manager bij multinationals, maar dat werk bevredigde haar uiteindelijk niet. Ze miste de maatschappelijke zingeving en de door geld gedreven wereld begon haar tegen te staan. De econome gooide het roer om en is sinds 2009 kynologisch gedragstherapeut en hulphondencoach.

Honden boeien haar al van jongs af aan, vertelt ze. Het blijft Dekker verbazen wat het dier allemaal kan. „Het vermogen om zich aan te passen en samen te werken is waanzinnig. Het is ongelofelijk knap dat een hond in staat is om aan te voelen wat iemand nodig heeft en zonder oordeel naar mensen kijkt.” Ze wijst ook op de vergevingsgezindheid van honden. „Als je flink boos bent geweest op je partner is het bijna ondenkbaar dat deze vijf minuten later weer lief voor je staat. Een hond kan dat.”

Knuffeltherapeut

Dekker noemt de hond ook een „op ieder moment beschikbare knuffeltherapeut en kwispelend antidepressivum.” Het dier leert volgens haar wat vertrouwen, hechting, verbondenheid en onvoorwaardelijke liefde is. Uniek is dat een hond een emotionele band aangaat.

Een hond zorgt voor structuur en lichaamsbeweging – goed voor de gezondheid dus. Het is wetenschappelijk bewezen dat een hond bijdraagt aan de verlaging van cholesterol en stress. Het aaien van een hond en spelen met hem verlaagt niet alleen je bloeddruk, maar ook je hartslag. Ook worden er gelukshormonen aangemaakt, waardoor je beter in je vel komt te zitten. En: „Omdat je iedere dag, weer of geen weer, buiten komt met een hond, wordt er voldoende vitamine D aangemaakt en adem je ook nog eens een portie verse zuurstof in.”

Buitenlucht en beweging zijn sowieso goed voor een mens, maar kunnen sommige klachten ook verminderen. Overgewicht bijvoorbeeld, en eenzaamheid. „Een hond helpt zijn baas onbewust omdat hij hem dwingt naar buiten te gaan. De dagelijkse wandelingen kunnen een geïsoleerd leven doorbreken of iemand structuur bieden. Hondenbezitters ontmoeten andere mensen, met wie ze vrij makkelijk in gesprek raken over hun dieren,” legt ze uit.

Autisme

Iemand met autisme schrijft in een van de ervaringsverhalen in Dekkers boek (zie ook artikel hierboven): „De vele prikkels en de onvoorspelbaarheid op straat gaven me heel veel angst, maar ik besloot om te gaan oefenen samen met mijn moeder en Joppe. We begonnen met een blokje om ons huis. Ik was heel erg bang, maar ik probeerde vol te houden voor Joppe. (...) Joppe gaf me zo veel steun en veiligheid op straat, dat ik steeds verder van huis durfde.”

Een ander baasje, een vrouw die genezen is van anorexia, over haar hulphond: „Luca vond alles in het leven leuk en was nergens bang voor. Dit had een opmerkelijke invloed op mij. Hoewel de wereld die ik kende me angst aanjoeg en zeer traumatisch was geweest, ontdekte ik een nieuwe wereld.”

Volgens Dekker is een hond „een onvoorwaardelijke vriend die je angst vermindert, veiligheid biedt, zelfvertrouwen geeft.” Anders dan een mens heeft hij geen oordeel, hij is in principe 24 uur per dag beschikbaar en heeft altijd zin om voor zijn baasje klaar te staan.

Spiegel

Een andere hondeneigenschap is de intuïtie waarmee hij signalen oppikt. Bijvoorbeeld een lage bloedsuikerspiegel, de voortekenen van een nachtmerrie of een epileptische aanval. Dekker: „Ik heb iemand begeleid die een psychose kan krijgen. Ze kan nu aan de signalen van haar hond herkennen dat het met haarzelf niet goed gaat.” De hond is bijvoorbeeld onrustig of wordt overactief. Zijn baasje kan anticiperen op die signalen door medicijnen te slikken.

Het dier functioneert dus als een spiegel: het gaat met de hond niet goed, dan kan het met jou niet goed gaan. Die spiegel kan in eerste instantie ook confronterend zijn, waarschuwt Dekker.

Veel hondengedrag komt voort uit geur: zijn reukzin is ongeveer een miljoen maal meer ontwikkeld dan die van mensen. Voor het herkennen van geuren zijn er in de hersenen van een hond veertig keer zo veel cellen gereserveerd als bij de mens. Zo kan een hond leren ruiken wanneer er een hypo aankomt bij een diabetespatiënt en deze voortijdig waarschuwen. Of leren reageren op de eerste signalen van een nachtmerrie. Een getrainde viervoeter maakt zijn baasje dan wakker, waardoor die niet in een heftige nachtmerrie belandt, en wordt gekalmeerd door het contact met zijn hond.

De coach is ervan overtuigd dat uiteindelijk elke hond een hulphond kan worden, zolang er rekening wordt gehouden met zijn mogelijkheden. „Al is dat met het ene ras van nature makkelijker dan met het andere. De retriever houdt van samenwerking en apporteren. Hierdoor kan hij heel goed helpen bij het aangeven van spullen. Is iemand juist op zoek naar veiligheid, dan is hij wellicht beter af met een herder dan met een zachte hond met lange haren. De herder heeft voor veel mensen een afschrikfunctie.”

Ambulancerit

Het kan zomaar twee tot tweeënhalf jaar duren voordat de hulphond en zijn baas een goed team vormen. Het is niet zo dat met de viervoeter over de vloer alle problemen verdwijnen, waarschuwt Dekker. „Een hond kan wel problemen eerder aanpakken of bijsturen.”

Vanuit de zorg en de psychiatrie is er steeds meer interesse voor hulphonden, ziet ze. „Het effect is niet altijd tastbaar, omdat de emotionele betekenis natuurlijk minder goed meetbaar is.” Toch kan een hond enorm veel opleveren, ook financieel gezien. Neem iemand met grote suikerspiegelproblemen voor wie de ambulance eerst vijftien keer in een jaar moest komen, en nu nog maar zes keer. „Elke rit kost 4000 euro. Zo’n hond bespaart dus jaarlijks 36.000 euro.” Ook noemt Dekker een vrouw die dankzij haar hond zelfstandig kan wonen. „Dat weegt niet op tegen de kosten van 24 uurszorg in een verpleeghuis.”

Hoe Victor de stoma van zijn baasje verschoont

Carolien zit in een rolstoel, maar is dankzij haar hond Viktor volledig zelfstandig. Ze heeft alleen één keer per week een hulp voor de huishoudelijke klussen die zij met haar hulphond niet kan uitvoeren. Viktor verzorgt zelfs medische handelingen. „Viktor staat altijd voor mij klaar en samen kunnen we alles”, vertelt ze in het boek.

„Als we ’s morgens wakker worden komt hij naar mijn bed en legt zijn voorpoten over mij heen. (...) Doordat ik twee stoma’s heb moet er het een en ander gebeuren voordat we verder kunnen. Uit mandjes pakt hij de medische spullen en maakt de verpakking voor mij open. Dat wil zeggen: ik houd het vast en hij trekt het open. Mijn rechterarm werkt nauwelijks, dus vaak is Viktor letterlijk mijn rechterarm. In een spuit zit spoelvloeistof. Deze zet ik op een katheter die mijn buik in gaat. Omdat ik die zelf niet kan induwen doet Viktor dat. Met zijn neus duwt hij zo hard als hij kan het medicijn door de katheter mijn buik in. Daarna trekt hij de spuit door middel van een touwtje weer terug en volgt de volgende spuit met medicatie. (...)

Als dat klaar is doen we samen de darmstoma die dan verschoond moet worden. (...) Na het afvalzakje ook open te hebben gemaakt komt Viktor tussen mijn benen staan. Ik leg een gaasje over het randje heen en Viktor trekt de plak met grote zorgvuldigheid in een uiterst rustig tempo keurig van mijn buik. Hij blijft met zijn ogen contact met mij maken om te zien of ik iets aangeef wat betreft tempo. Nog nooit heeft hij mij pijn gedaan hierin. Hij geeft het aan en de boel kan in de afvalzak. Daarna duwt hij met zijn neus een schone plak en daarna de zak op de juiste plaats. Hij blijft duwen tot ik zeg dat het goed vastzit. (...)

In de douche helpt hij mij met uitkleden en weer aankleden. Hij pakt de spullen uit de kast en kan mij helpen met afdrogen. Het ontbijt maken we samen in orde. Viktor opent en sluit alle deuren en doet het licht achter mij weer uit. In de keuken opent en sluit hij kasten, lades en koelkast en zo heb ik binnen de kortste tijd het ontbijt voor mij staan. Als we naar buiten willen haalt hij mijn schoenen en jas en helpt hij met aantrekken. En zo gaan we de dag door. We doen samen boodschappen, de was, gaan op visite, naar fysio, naar het ziekenhuis, spelen samen, sporten samen en vooral leven samen. De boodschappen pakt hij uit de schappen, legt hij in de mand en op de band van de kassa. Thuis ruimt hij ze voor mij op. De was doet hij in de wasmachine en daarna uit de wasmachine in de droger.”

Een hond helpt iedereen, Sandra Dekker; uitg. Lucht, Hilversum; ISBN 9789491729836; 256 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer