Samen kauwen op diepe vragen
„De coronacrisis verandert je denken, doen en laten. Eens of oneens?”, vraagt gastdocent Ton van der Schans woensdag aan de ruim twintig deelnemers van de zomerschool van Driestar educatief. Nee, aan prikkelende vragen en stellingen ontbreekt het ook deze zevende editie niet.
Buiten waait en regent het. Binnen neemt Van der Schans alle tijd voor een voorstelronde. „Achter iedere naam zit een persoonlijkheid, een levensdoel, een levensreis”, zegt de docent geschiedenis bij Driestar educatief tegen de jongvolwassenen die in een lokaal van de Goudse hogeschool voor hem zitten. „Belangrijk dus om kennis te maken.”
Die persoonlijke insteek is kenmerkend voor de zomerschool, die dit jaar voor de zevende keer georganiseerd wordt door Driestar educatief in samenwerking met de Erdee Media Groep, de VGS en de RMU. Studenten en pas afgestudeerden dompelen zich onder supervisie van Rens Rottier, bestuursvoorzitter van Driestar educatief, en RMU-bestuurder Jan Kloosterman onder in thema’s die te maken hebben met kunst, cultuur, wetenschap en samenleving. Verdieping, reflectie en toerusting staan voorop. Aan het einde van de week stellen de deelnemers een persoonlijk statuut op over hun staan als christen in kerk en maatschappij.
Juist die nadruk op persoonlijke vorming waardeert Heleen Balkenende (25) uit Apeldoorn. „Ik werk in een voornamelijk seculiere omgeving”, legt de gevorderd assistent accountant uit. „Van christenen wordt soms verwacht dat ze altijd een pasklaar antwoord hebben. Maar je bent soms zelf ook nog zoekende. Hier kun je je kwetsbaarheid tonen.”
Ook Van der Schans steekt zijn lezing persoonlijk in. „Anders is het een academische beschouwing en blijf je zelf buiten schot”, legt hij de deelnemers uit. „Maar hoe verhoud jij je tot de wereld? Heeft de pandemie je echt veranderd of verlang je vooral terug naar hoe het was?”
De uitbraak van het virus laat vooral zien hoe kwetsbaar de mens is, reageert een deelnemer. „En je komt erachter hoe gehecht je bent aan het normale leven.”
Stilte
Van der Schans vuurt heel wat vragen op de young professionals af. Want is het bijvoorbeeld geloofwaardig dat er in een vaccin tegen corona een chip wordt geïmplementeerd waardoor mensen continu gevolgd worden? Ja, vinden een stuk of vijf, zes van de tweeëntwintig deelnemers. „Dat is een redelijke afspiegeling van de maatschappij”, reageert de docent. En is de coronacrisis een roepstem van God? Zeker, vindt de groep unaniem. En een straf? Daarop gaat geen enkele hand de lucht in. Die vraag is wel erg cru gesteld, vindt een deelnemer. „Ik denk dat je beter kan zeggen: het zou een straf van God kunnen zijn.” En inderdaad, nuance is op zijn plaats, vindt Van der Schans.
Het thema van de morgen is voor de docent geen ver-van-zijn-bedshow. Ook zelf werd hij ziek door het virus. „Tijdens mijn ziekzijn heb ik Gods spreken ervaren”, vertrouwt de docent de deelnemers toe. „Het raakte mij wat er in Psalm 50 staat: „Roept Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen en gij zult Mij eren.” Ben ik wel daadwerkelijk God aan het eren?”
De zaal is stil. Maar niet lang. Want de zomerschool zou de zomerschool niet zijn als niet een van de deelnemers een vervolgvraag zou stellen. „Zet niet elke crisis aan tot nadenken?” Ja, beaamt Van der Schans. „En ook de vraag hoe Gods handelen geduid moet worden is van alle tijden”, zegt hij. „Juist in tijden van crisis krijgen die vragen gewicht.”
Dat herkent deelnemer Tom de Nooijer (20) uit Oldebroek ook in zijn eigen omgeving. „Waarom grijpt God niet in bij ziekten en rampen? Als christen moet je daarover nadenken. Het is waardevol dat hier samen te doen.”
Met plezier maakte de student politicologie tijd vrij voor de zomerschool. „Je komt hier niet om het ei van Columbus te ontdekken”, zegt hij. „Ik zie deze vijf dagen vooral als een periode van reflectie. Je staat stil bij relevante maatschappelijke en actuele kwesties en gaat daarover het gesprek aan. Dat is vormend.”
In het lokaal rondt Van der Schans zijn lezing af. „Hoe ziet u de toekomst?”, vraagt een deelnemer. „Bij U, mijn Koning en mijn God, verwacht mijn ziel een heilrijk lot”, antwoordt hij. „Dat is persoonlijk”, reageert de vraagstelster. „Maar voor de wereld?” „De wereld gaat naar zijn einde”, antwoordt de docent. Of dat hem zorgen baart? „Nee”, zegt hij stellig. Wat zachter: „Nee, daarover maak ik me geen zorgen. Waar ik wel bezorgd over ben, is dat ik zie dat we God niet eren voor Zijn zegeningen. Dat raakt me.”
Tijd voor de lunch. „Never let a good crisis go to waste”, krijgen de deelnemers nog op het hart gedrukt. „Het is nu tijd voor verandering.”