Van een clubje comapatiënten tot een gezonde populatie. Zo omschrijft onderzoeker Sophie Brasseur van Wageningen Marine Research de ontwikkeling van de gewone zeehonden in Nederland. „Het gaat goed, maar we moeten blijven opletten.”
Een gewone doordeweekse dag in de zomer. Op het programma staat een dagje Vlieland. De eerste boot heen, de laatste boot terug. Alleen de scherp oplettende reiziger ziet af en toe de kop van een zeehond boven het water uitsteken.
Zodra het eiland Richel in zicht komt, wijzen de opvarenden op het bovendek elkaar op de zwarte stippen die daar op de grens van water en zand liggen. Zeehonden. Een enkeling met een verrekijker haalt de dieren dichterbij. De roofdieren liggen heerlijk te zonnebaden.
Op de terugweg is Richel leeg. Maar de passagiers kijken de verkeerde kant op. Aan de andere kant van de vaargeul is op een droogvallende plaat een enkele stip te zien. Een eenzame zeehond die de veerboot nieuwsgierig nakijkt.
Zeldzaamheid
Vanaf de veerboot op de heen- én terugweg zeehonden zien, dat was aan het einde van de vorige eeuw een zeldzaamheid. In 1980 waren er een krappe 500 gewone zeehonden in heel Nederland. De grijze zeehond was helemaal verdwenen uit ons land.
Terwijl de Nederlandse populatie gewone zeehonden ooit zo groot was. Zo rond 1900 werd die geschat op zo’n 15.000 dieren. Het is een schatting die vooral gebaseerd is op jachtgegevens. En daar is direct de grote boosdoener van de vermindering: de jacht.
De vacht van zeehonden werd verkocht als bont en dat leverde in de vorige eeuw goudgeld op. Omgerekend meer dan 100 euro voor één zeehondenhuid was heel normaal. Inmiddels is de jacht bijna wereldwijd verboden en mogen ook zeehondenproducten op veel plaatsen niet meer worden verkocht. Daardoor is de prijs gekelderd. In 2005 leverde een zeehondenhuid uit Canada –één van de drie landen waar zeehondenjacht nog is toegestaan– nog maar 44 euro op.
Net op tijd
In Nederland kwam het verbod op de zeehondenjacht in 1962 net op tijd. Het dier was in de Waddenzee en de toen nog niet afgesloten zeearmen in Zeeland bijna uitgeroeid. „Stoppen met jagen is het beste wat je voor de zeehonden kunt doen”, zegt Sophie Brasseur. „Het is duidelijk hun redding geweest.”
Niet dat het onmiddellijk na 1962 supergoed ging met het roofdier. In buurlanden ging de jacht onverminderd door, in Denemarken mocht er tot 1970 nog gejaagd worden op de zeehond. Daarnaast bleek het dier enorm veel last te hebben van de hoge concentratie polychloorbifenylen (pcb’s) in het water.
Pas na de ban op pcb’s, en het afsluiten van gebieden waar zeehonden verblijven, begon in de jaren tachtig de populatie zich echt te herstellen. Elke zomer vliegen wetenschappers van Wageningen Marine Research (WMR) over de zandbanken in de Nederlandse Waddenzee om de zeehonden te tellen. De cijfers van 2019 zijn nog niet bekend, maar in augustus 2018 lagen er bijna 8000 gewone zeehonden op de zandplaten te zonnen. Brasseur schat dat er nog zo’n 2000 dieren onder water waren op het moment van de telling, dus dat het totaalaantal zeehonden op zo’n 10.000 ligt. Daarnaast nemen de aantallen grijze zeehonden (bijna 5000 dieren) nog steeds toe.
Verdwijnen
Leunt Brasseur nu tevreden achterover? Verre van dat. „De groei zet niet door. De populatie stabiliseert zich. Terwijl er elk jaar toch zo’n 2000 gewone zeehondenpups worden geboren. Maar elk jaar verdwijnen er op onverklaarbare wijze ook zo’n 2000 zeehonden. Natuurlijk, deels door ouderdom of ziekte, maar dat zijn er maar een paar honderd. Waar de rest blijft? Ik zou het niet weten, we zien ze niet in de tellingen van de buurlanden terug.”
Brasseur vermoedt dat de toegenomen drukte op de Noordzee –waar de zeehond zijn voedsel bij elkaar scharrelt– een rol speelt. Ook op de Waddenzee wordt het steeds drukker. „Gelukkig zijn er gesloten gebieden waar mensen niet mogen komen. Die funge- ren als rustgebieden voor zeehonden en hebben veel bijgedragen aan hun herstel en behoud.”
Al die geslotenverklaringen staan vaak ter discussie, volgens Brasseur. „Mensen willen er wadlopen, met hun zeilboot droogvallen of met de speedboot naar zeehonden komen kijken. Bedrijven willen er economische activiteiten ontplooien.
Maar het is met de populatie zeehonden net als met een goudvis in een kom: houd je de kom klein, dan blijft de goudvis klein. Zo zal de zeehondenpopulatie krimpen als de dieren minder ruimte krijgen en groeien als ze meer ruimte krijgen.”
>>wur.nl/nl/zeehonden.htm
Opvang
Over de opvang van zieke en verzwakte zeehonden is al menige heftige discussie gevoerd. Denk alleen al aan het verschil van inzicht tussen ‘zeehondenmoeder’ Lenie ’t Hart en de directie van de zeehondencrèche in Pieterburen. „Opvang is niet noodzakelijk”, zegt Brasseur. „Maar op kleinschalige basis heeft het wel voordelen. Zo worden ziektes sneller waargenomen. Door de publiciteit let heel Nederland eigenlijk een beetje op onze zeehonden.”
serie
Successoorten
Wekelijks verschijnen er berichten over planten- en diersoorten die het zwaar hebben. In deze serie soorten waar het wél goed mee gaat. Deel 1: de gewone zeehond.