Kan ik veilig naar de tandarts?
Na weken waarin de tandarts alleen voor acute problematiek beschikbaar was, kan iedereen er weer terecht. Toch stellen veel burgers een bezoek nog even uit, omdat ze bang zijn in de behandelkamer Covid-19 op te lopen. Hoe coronaproof is de tandartspraktijk?
Terwijl veel beoefenaars van contactberoepen na de uitbraak van de coronaepidemie de deuren moesten sluiten, gingen de tandartsen gewoon door, zij het alleen voor spoedeisende klachten. Vanzelfsprekend, vindt Tjerk Boorsma (59), tandarts in Ede. Hij draagt de naam arts niet zonder reden. „Wij hebben een wettelijke verplichting tot het leveren van zorg, in principe zeven dagen per week en 24 uur per dag. Ernstige klachten kunnen tot gevaarlijke situaties leiden, zelfs tot de dood. Vandaar dat complete sluiting van de tandartspraktijken nooit een optie is geweest.”
Vanaf 16 maart waren de meeste tandartsen uitsluitend beschikbaar voor behandelingen die geen uitstel konden lijden. De overige patiënten kregen via de telefoon van de assistente te horen dat hun afspraak tot nader order werd bevroren. De tandartsenpost in het Ziekenhuis Gelderse Vallei, opgericht voor acute tandheelkundige zorg gedurende de avonden, nachten en weekenden, werd op verzoek van het ziekenhuis gesloten.
Boorsma, penningmeester binnen het bestuur van de post, organiseerde hals over kop een dienstregeling met een collega die een paar straten verderop praktijk houdt. Toch viel zelfs met de instroom van deze patiënten erbij ruim 90 procent van het werk weg. „Onze ervaring was dezelfde als die van andere specialisten, tot cardiologen toe. Ineens waren er veel minder acute klachten. Dat blijft een raadselachtig gegeven.”
Aids
Terwijl de kappers veelvuldig voor het voetlicht kwamen, waren de tandartsen opvallend afwezig in de berichtgeving. Bij nogal wat burgers leefde de gedachte dat ook die de deuren volledig gesloten hadden. Boorsma verklaart het gebrek aan aandacht voor zijn beroepsgroep deels uit het feit dat de tandartsen de regie in eigen hand hielden, en daar van het RIVM ook de ruimte voor kregen.
Sterker dan veel andere specialisten waren de tandartsen al vertrouwd met het beschermen van zichzelf en hun patiënten tegen besmettelijke ziekten. Toen de tandarts uit Ede in 1982 aan de opleiding begon, werkte hij zonder enig beschermingsmiddel. Dat veranderde na de opkomst van aids, in 1984. De nieuwe infectieziekte bleek zich onder meer via bloedbesmetting te verspreiden.
„Mensen realiseren zich niet hoeveel bloed er vloeit tijdens onze werkzaamheden. Bovendien zijn we heel dicht boven de patiënt bezig. We gingen daarom met handschoenen en bescherming van neus en mond werken. De bescherming tegen infectie binnen de mondzorg is de jaren erna verder ontwikkeld. Sinds 2007 hebben we heldere richtlijnen, opgesteld door de Werkgroep Infectie Preventie, waarin de vereiste werkwijze per behandeling zeer gedetailleerd is beschreven. Van het desinfecteren of steriliseren van het instrumentarium tot het voorkomen van de overdracht van een infectie van patiënt op patiënt.”
Leidraad
Door de reeds bestaande protocollen hadden de koepelorganisaties voor de mondzorg bij het uitbreken van de corona-epidemie een voorsprong op beroepsorganisaties van andere specialismen. Halverwege maart bepaalden ze proactief dat de praktijken alleen nog spoedeisende hulp zouden bieden. Sinds 22 april zijn ze weer geopend voor alle tandheelkundige zorg, mits de patiënt geen corona heeft en niet met besmette personen in contact is geweest.
Het te voeren beleid is vastgelegd in de ”Leidraad Mondzorg Corona” (zie ”Regels voor mondzorg in het coronatijdperk”). „Daarin nam de beroepsgroep opnieuw zelf het initiatief, in samenwerking met het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam”, laat Boorsma met enige trots weten. „De leidraad is voorgelegd aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het RIVM, die hun stempel erop hebben gezet.”
Naast het gebruikelijke chirurgische mondneusmasker type II en de beschermbril met ingebouwde loep en verlichting draagt de tandarts uit Ede nu een kunststof gelaatsscherm. Ook de assistentes zijn uitgerust met mondmasker en scherm. „Ideaal is het niet, maar wij zijn het gewend om onder moeilijke omstandigheden op de vierkante millimeter te werken, dus dit kan er nog wel bij. Patiënten die mogelijk of zeker besmet zijn met het coronavirus, sturen we door naar het Coronacentrum Acute Mondzorg in deze regio. Daar werkt een collega in luchtdichte verpakking. Mensen kunnen er terecht met tandheelkundige trauma’s en voor ernstige pijnklachten of ontstekingen die na 48 uur niet zijn afgenomen door pijnstillers en antibiotica. De omstandigheden waaronder deze collega’s moeten werken, zijn nog even anders dan die van mij.”
Het netwerk van coronacentra voor acute mondzorg werd opgezet door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) in samenwerking met het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). In alle elf ROAZ-regio’s heeft een tandarts zich beschikbaar gesteld voor dit werk. De levering van de benodigde beschermingsmiddelen loopt via het Landelijk Netwerk Acute Zorg.
Spoelen
Voorafgaand aan een behandeling laat Boorsma zijn patiënten voor de zekerheid een minuut de mond spoelen met waterstofperoxide of chloorhexidine. Vanuit de wetenschap dat iemand zonder enige klacht toch drager van het virus kan zijn. Het is niet meer dan een aanvullende vorm van preventie. Schraapt de betreffende patiënt vervolgens een aantal keren stevig de keel, dan is het effect van de spoelvloeistof ongedaan gemaakt.
Daar komt bij dat het boren gepaard gaat met veel gespetter, door het water dat wordt ingebracht om te koelen en het boorsel weg te spoelen. Eventuele virusdeeltjes blijven nog minimaal veertig minuten in de behandelkamer hangen in onzichtbare nevels, zogeheten aerosolen. En krachtig centraal afzuigsysteem is volgens Boorsma geen optie. „Onderschat niet het toerental van een tandartsboor. Het exemplaar met het bekende hoge geluid maakt 200.000 toeren per minuut. De assistente zit met de afzuiger vlak boven de patiënt om materiaal en koelwater af te zuigen en zelfs zo vang je niet alles weg. Dat gaat met een centraal afzuigsysteem al helemaal niet lukken.”
Zoek je naar mogelijke besmettingsrisico’s, dan vind je altijd wel iets, constateert de ervaren specialist. „Maar de kans dat je die bij ons oploopt, is marginaal. In Duitsland, een land met strikte regels, is de mondzorg al die weken doorgegaan op de manier zoals wij nu werken. Er zijn ook daar geen voorbeelden bekend van besmetting via de tandartspraktijk: van hulpverlener op patiënt of omgekeerd. Als je bang bent Covid-19 op te lopen, kun je beter de supermarkt mijden dan de tandarts. Een zekere mate van risico moet je in het leven accepteren, tenzij je kiest voor een jaar van absolute quarantaine.”
Zorgmijding
De tandarts uit Ede zat zelf geen dag met spanning of angst in zijn behandelkamer. „Ik moet wel zeggen dat dit niet voor allen binnen het team geldt. Je ziet tijdens zo’n epidemie heel duidelijk de verschillen in karakter. De een kan op basis van feiten de situatie relativeren, de ander ziet op basis van emoties achter elke boom een levensgroot coronavirus staan. Die verschillen moet je respecteren, maar met datgene wat we intussen weten over de verspreiding van dit virus durf ik te stellen dat de tandartspraktijk veilig terrein is. Voor de patiënten, voor mij en voor mijn personeel.”
Alle patiënten van de praktijk, een kleine 4000 in totaal, ontvingen een uitgebreide e-mail waarin werd uitgelegd dat ze weer welkom zijn, en welke maatregelen er zijn getroffen om besmetting te voorkomen. Desondanks loopt het nog niet storm. Slechts een beperkt deel belt voor het maken van een nieuwe afspraak.
„Die zorgmijding kan voortkomen uit angst voor het coronavirus”, stelt Boorsma vast, „het virus kan ook een prettige reden zijn om geen afspraak te hoeven maken. We doen ons best om mensen zo pijnloos mogelijk te behandelen, maar een bezoek aan de tandarts is nog steeds niet leuk.”
Zijn inschatting is dat de patiëntenstroom na enkele weken weer op gang zal komen. Omdat mensen beginnen te wennen aan het idee dat het coronavirus voorlopig nog aanwezig is. „In die periode moet de zorg doorgang vinden, ook de reguliere zorg. Anders lopen we het gevaar dat de zorgmijding meer slachtoffers oplevert dan het coronavirus.”
Mondzorg in coronatijd
Om de veiligheid in de mondzorg gedurende het coronatijdperk te garanderen, stelden de vier beroepsorganisaties de ”Leidraad Mondzorg Corona” op. Het document van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) en de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) werd goedgekeurd door het RIVM.
In de eerste plaats dient selectie aan de poort plaats te vinden. Wie klachten heeft die kunnen duiden op besmetting met het SARS-CoV-2-virus (in de volksmond coronavirus) of in aanraking is geweest met besmette personen, is niet welkom. Zo mogelijk wordt het tandheelkundige probleem bij deze groep tijdelijk onderdrukt door middel van pijnstilling. Is behandeling noodzakelijk, dan kunnen deze patiënten net als degenen die een aangetoonde Covid-19-infectie hebben terecht in een Coronacentrum Acute Mondzorg (CAM). De tandarts die hier werkt draagt een FFP-2-masker in combinatie met perslucht. Tandartsen en assistentes in de reguliere praktijken dienen een chirurgisch mond-neusmasker type II/R of een chirurgisch mondneusmasker type II met gezichtsscherm (faceshield) te dragen.
Bij binnenkomst van de praktijk moeten personeelsleden en patiënten de handen reinigen door die te wassen met water en zeep of te desinfecteren met handalcohol. Het aantal personen in de wachtkamer blijft zo mogelijk beperkt tot één, het aanraken van deurkrukken en andere voorwerpen dient te worden voorkomen. Folders, tijdschriften en speelgoed zijn verwijderd. De assistente desinfecteert regelmatig de weinige overgebleven voorwerpen in de wachtkamer. Administratieve zaken worden zo veel mogelijk digitaal afgehandeld.
Bij behandelingen die veel aerosolen (onzichtbare nevels van minuscule vloeistofdeeltjes) veroorzaken, maakt de tandarts zo mogelijk gebruik van een rubberdam. Met dit over de mond aangebrachte rubberen lapje wordt de te behandelen tand of kies geïsoleerd van de rest van de mondholte. Op basis van hun professionele autonomie kunnen de behandelaars in het belang van de patiënt afwijken van de leidraad. Wanneer dat gebeurt, moet de argumentatie worden vastgelegd in het patiëntendossier.