Het schildershandboek van Pieter Scheen noemt Hans von Bartels niet eens. Dat zit ’m natuurlijk in dat ene lettertje, die ”o” van het Duitse ”von”. Buitenlanders krijgen in de Scheen geen plaats. Terwijl Von Bartels met recht een vriend van het Katwijkse vissersvolk genoemd mag worden.
Gezien zijn onderkoelde humor had de Duitse Von Bartels ook wel een beetje Engels kunnen zijn. „Wat je ziet, kun je ook schilderen”, zegt hij. En voegt er terloops aan toe: „Als je zien en schilderen kunt.” Dat kan deze Hamburgse kunstenaar, zoon van een vermogende attaché van de Russische regering in Duitsland. Zijn leermeester Rudolph Hardoff ziet in hem een landschapsschilder. Maar het is het water dat Von Bartels raakt. Al die vorm- en kleurschakeringen, dat onrustige, beweeglijke water waarop het licht maar geen vat lijkt te krijgen. Hij kijkt zijn ogen uit.
Bekoeld
Zijn liefde voor de zee bekoelt aan de Nederlandse kust. Bij zijn eerste bezoek in 1887 tart hem de zee. Wekenlang blijft het water vlak, rimpelloos. Nee, dat is in het Noord-Duitse Rügen, waar hij eerder verblijft, wel anders. En later, aan de kust van Bretagne, waar de golven stukslaan op hoge rotsen, daar pakt hij zijn penseel weer op om de zee te temmen op het doek.
Tijdens zijn wandelingen door Katwijk ontdekt hij nieuwe onderwerpen om te schilderen; het dorpse leven en de in kleurrijke streekdracht gestoken inwoners. Na de eerste ontmoeting met Katwijk duurt het vier jaar voor Von Bartels terugkeert. Maar dan zal hij tot zijn dood toe jaarlijks de vissersplaats aandoen.
Vanaf 1885 kunnen kunstenaars die Katwijk bezoeken hun verblijfplaats kiezen. Het aantrekkelijkst is het chique Hotel Du Rhin, aan de noordzijde van de Boulevard. Het heeft vier ateliers waar schilders werk kunnen exposeren en verkopen. Toch heeft Von Bartels een andere voorkeur. Hij huurt een kamer bij de plaatselijke bevolking. Zo ontstaat er een goede band met de Katwijkers en verneemt hij de verhalen uit de eerste hand.
Die goede band wil het Katwijks Museum onderstrepen met een tweede tentoonstelling met werk van deze schilder. Na de overzichtsexpositie van Von Bartels in Katwijk in 1987 kwam er namelijk veel nieuw werk boven water. Dat rechtvaardigt een nieuwe tentoonstelling. Ook is er een catalogus samengesteld die de monografie van Eduard van Heyck uit 1903 verder aanvult.
Kleurrijker en luchtiger
Met een zekere reserve mag je Von Bartels een Haagse Scholer noemen. Hoewel hij zelf geen impressionist wil zijn. Hij schildert realistisch, maar maakt wel een eigen aantrekkelijke realiteit. Zijn toets is wat grover, het coloriet luchtiger, kleurrijker, en de verf soms extra dik opgebracht. Het leven oogt op zijn schilderijen iets vrolijker. Hij oriënteert zich vooral op Katwijk, maar werkt ook in Scheveningen en andere kunstenaars- en schildersdorpen in Nederland en daarbuiten. In 1893 gaat hij naar het vissersdorp Volendam, populair onder kunstenaars. In 1900 zijn het de vissers rond de haven en visafslag van IJmuiden waarop hij zich concentreert. In 1908 neemt hij de boot naar het eiland Urk, waar hij en zijn gezin onderdak vinden bij de burgemeester en diens familie. Omdat de Urker vissers op zee zijn, schildert Von Bartels breiende vrouwen en meisjes in en om hun huis.
Inmiddels is Von Bartels leraar aan de kunstacademie in München en is lid van verschillende Duitse, Nederlandse, Belgische en Oostenrijkse kunstgenootschappen. In Duitsland wordt hij gerekend tot de Düsseldorfse school. Aan het eind van de negentiende eeuw vindt Von Bartels een tweede ‘Katwijk’, in het Franse Bretagne. Ook daar verblijft hij regelmatig en schildert, naast de plaatselijke bevolking, vooral de ruwe zeeën.
”Hans von Bartels (1856-1913), schilder tussen het vissersvolk” is tot en met 18 november te zien in het Katwijks Museum. www.katwijksmuseum.nl
Boekgegevens
Hans von Bartels, schilder tussen het vissersvolk, Jan Buijsse e.a.; uitg. WBooks, Zwolle, 2018; ISBN 978946258268 2; 144 blz.; € 24,95.