Turkije laat predikant VS vrij uit cel
De Amerikaanse predikant Andrew Brunson, die in Turkije terechtstaat op verdenking van terrorisme, is onder huisarrest geplaatst na meer dan anderhalf jaar gevangenschap.
Dat heeft de rechtbank in Aliaga bij Izmir woensdag besloten.
Vorige week bepaalde de rechter nog, na het relaas van Brunson te hebben aangehoord, dat deze in de gevangenis moest blijven tot de volgende rechtszitting. Die staat gepland voor 12 oktober.
Brunson mag nu dus tot aan de volgende rechtszitting thuis verblijven. Hij staat onder gerechtelijk toezicht en moet een elektronische enkelband dragen, bevestigde zijn advocaat, Cem Halavurt. De predikant mag zijn woning niet verlaten.
Ds. Brunson (50), afkomstig uit de Amerikaanse staat North Carolina, woont sinds meer dan twintig jaar in Turkije. Hij is voorganger van een kleine protestantse kerk in Izmir.
Turkije pakte de predikant in oktober 2016 op. Hij is onder meer aangeklaagd wegens betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep in de zomer van 2016. Daarvoor kan hij 35 jaar cel opgelegd krijgen.
President Erdogan houdt de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, die in de Verenigde Staten verblijft, verantwoordelijk voor de poging om hem ten val te brengen.
De voorganger ontkende eerder alle beschuldigingen. Hij benadrukte dat hij nooit heeft meegewerkt aan de couppoging tegen president Erdogan. „Er is geen concreet bewijs tegen mij. De discipelen van Jezus leden in Zijn Naam, nu is het mijn beurt. Ik weet waarom ik hier ben. Ik ben hier om te lijden in Jezus’ Naam.”
Vicevoorzitter Kristina Arriaga van Uscirf, een Amerikaanse overheidscommissie voor godsdienstvrijheid, noemde het „goed nieuws dat ds. Brunson wat verlichting van zijn straf krijgt nadat hij meer dan 600 dagen in de Turkse gevangenis is vastgehouden.”
Arriaga, die een eerdere hoorzitting bijwoonde, noemt het besluit echter niet genoeg. „De Turkse regering heeft deze onschuldige man al te lang beroofd van zijn recht op een eerlijk proces en van zijn vrijheid. Zij moet hem volledig vrijlaten.”
Als de regering dit nalaat, moeten de Amerikaanse president Trump en het Congres volgens Arriaga „krachtig en snel reageren met gerichte sancties tegen de verantwoordelijke autoriteiten.”