Kerk & religie

Koninklijk zondebesef

Eerder schreef ik in deze rubriek twee bijdragen over leven en werk van de blinde predikant ds. Jacob Juch onder de titel: ”Een ijverige doorzetter”. Het fysieke mankement van de blindheid die hem in zijn actieve periode overviel, stond hem niet in de weg om voluit invulling aan zijn predikantschap te geven, binnenkerkelijk en naar de samenleving toe.

D. Koole
23 October 2008 08:19Gewijzigd op 14 November 2020 06:36
DR. GUNNING JR. ...voor u niet, Majesteit...
DR. GUNNING JR. ...voor u niet, Majesteit...

Ds. Juch, bezorgd over de grillige en soms onbetamelijke levensstijl van de vorst, vroeg op een dag belet bij koning Willem III, om Zijne Majesteit erop te wijzen dat zijn levensstijl niet tot eer van God en schadelijk voor zijn zielenheil was. De koning heeft daarop welwillend gereageerd, wat gerekend naar zijn onberekenbaar en opvliegend karakter opmerkelijk was. Een extra bewijs van ’s konings welwillendheid was dat hij ds. Juch voor diens blindheid verwees naar een zeer kundige oogarts in Brussel. Wat jammer genoeg zonder resultaat bleef.Er is nog een predikant geweest die met de Majesteit bijzondere bemoeienis heeft gehad. Daarover verderop.

Onberekenbaar
Toen koning Willem III door het overlijden van koningin Sophie weduwnaar was geworden, heeft men even de gedachte gehad dat deze gebeurtenis wellicht in de goede zin verandering in zijn levensgewoonten zou brengen. De koning bleef echter wie hij was. In zijn particuliere leven ontbrak nogal eens de zelfbeheersing die hem als constitutioneel vorst sierde. Historici beschrijven hem als iemand met ongeremde driftuitingen en een al te losse levenswandel. In hof- en regeringskringen was men beducht voor zijn grillige „buien.” Menige hoffunctionaris ontwikkelde onder ’s konings regime een bijzondere feeling voor de grillen van zijn humeur.

De onberekenbaarheid van zijn karakter kwam vooral hierin uit dat tegenover „zijn bliksemende ogen en woeste taal” soms ook uitbundige hartelijkheid en zeer vriendelijke reacties voorkwamen. Met kinderen wist hij leuk om te gaan, een goede grap van anderen ging er bij hem altijd in. Met geschenken was hij niet zuinig en het kostte Zijne Majesteit niet veel moeite berouw te tonen als hij iemand al te hard was gevallen.

Het boek ”Op en om Oranjes troon” van J. J. Bouman bevat er heel wat voorbeelden van. Het leger, en in bijzonder de legerofficieren, had het onder Willem III niet gemakkelijk. Bij manoeuvres gebeurde het niet zelden dat de koning ongevraagd en onverwacht het bevel van de commandant overnam uit misnoegen over diens leiding. Dat gebeurde dan onder niet mis te verstane uitroepen van afkeuring.

Een van de slachtoffers van dit koninklijk ingrijpen was een overste, die ten overstaan van de troep op barse toon de mantel uitgeveegd kreeg waarbij „balk en ster” hem bijna van de kraag vielen. De volgende dag kreeg de koning spijt van zijn optreden en gaf hij de legerleiding opdracht de overste tot kolonel te bevorderen.

Koning Willem III beleefde veel genoegen aan het uitdelen van lintjes aan mensen die dat naar zijn oordeel verdienden en met wie hij een vriendschappelijke verstandhouding had. Dat konden niet altijd Nederlandse ordetekenen zijn, omdat daarvoor stringente regels van het ministerie golden. Dat remde de decoratiedrift van Zijne Majesteit niet. Hij beschikte over een kleine voorraad lintjes van de Luxemburgse Orde van de Eikenkroon, die hij rechts en links met plezier opspeldde.

Geestelijk leven
Geestelijk stond koning Willem III aan de conservatieve kant - overigens zonder exclusivisme voor het protestantisme voor te staan. Zijn godsdienstige visie was sterk bepaald door het beginsel van verdraagzaamheid. Dat heeft het koning Willem III ook mogelijk gemaakt zo goed mogelijk samen te werken met de liberale ministers in zijn regeerperiode en -later- om te gaan met de kritiek die hij in 1870 kreeg bij de opkomst van het socialisme.

De afschaffing van de doodstraf in dat jaar had zijn instemming, en het zij tot zijn eer gezegd dat hij uit gevoelens van barmhartigheid aan nagenoeg alle verzoeken om gratie bij ter dood veroordeelden in zijn regeerperiode gevolg heeft gegeven. En onder zijn regering is in de West de slavernij afgeschaft.

Avondmaal
Koning, keizer, admiraal, zondaars zijn ze allemaal. David en Salomo zijn er de Bijbelse voorbeelden van. En vorsten na hen maakten er geen uitzondering op. Ook koning Willem III niet, wiens levenswandel zoals gezegd niet in alle opzichten onbesproken is geweest. En zoals in de Bijbeltijd, was er ook een ’profeet’ in de regeerperiode van laatstgenoemde vorst die niet schroomde zijn koning op gepaste wijze te binnen te brengen dat maar niet alle gewoonten en gedragingen met het geloof verenigbaar waren.

Dat gebeurde op een zondag in de Willemskerk in Den Haag, waar ds. J. H. Gunning (de latere hoogleraar in Leiden) het heilig avondmaal bediende. Koning Willem III was onder de aanwezigen. Na de inleidende verkondiging volgde de uitnodiging tot de tafel. Ook de koning gaf daaraan gevolg. Bij de nadering tot de tafel hief ds. Gunning zijn hand op met de woorden: „Voor u niet, Majesteit”, met enkele welgekozen woorden verduidelijkend waarom dat zo was. Waarop Zijne Majesteit onmiddellijk rechtsomkeert maakte en zijn plaats weer innam. Asgrauwe gezichten in de kerkenraadsbank en ontsteltenis onder de kerkgangers.

Hoe durfde de voorganger! De kerkenraad vroeg de dag daarop belet bij de koning en vaardigde twee kerkenraadsleden af om tegenover de koning spijt te betuigen over het „excentrieke” gedrag van de voorganger tijdens de avondmaalsdienst.

Nadat zij omstandig excuses hadden aangeboden, bleek tot hun ontsteltenis dat de koning zich in het geheel niet in zijn koninklijke waardigheid aangetast had gevoeld. De broeders moesten maar weer op huis aan gaan: „Ds. Gunning had gelijk…”

Een waardige koninklijke reactie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer