Helmantel schildert stilleven als ode aan de synode
Eenzaam en alleen zit hij op een keukenstoeltje in de St. Joriskapel van de Grote Kerk in Dordrecht, met potlood, gummetje en een schetsboek. Streek na streek groeit het tafereel, in lijnen en bogen, met een prachtig rode buitendeur.
De Groningse schilder Henk Helmantel (73) is door de Vrienden van de Grote Kerk naar Dordrecht gehaald. Donderdag begon hij aan een stilleven in het kader van ”Ode aan de Synode”, de stedelijke herdenking van de Dordtse Synode. Van november 2018 tot april 2019 wordt in Dordrecht door middel van allerlei evenementen de synode van 1618/1619 herdacht.
Bij de door de stad georganiseerde herdenking ontbrak aanvankelijk de Grote Kerk. Vincent van Willigen, bestuurslid van de Vrienden van de Grote Kerk: „Deze geweldige kerk mag tijdens de herdenking van 400 jaar synode natuurlijk niet ontbreken. De synode vergaderde weliswaar niet in de Grote Kerk, maar de vergadering werd wel hier geopend en afgesloten. Het ging toen over genade, als tegenpool van de menselijke verdienste. Het heil komt van boven. Het is goed om daar in de kerk aandacht voor te vragen.”
In het linker deel van de kooromgang bespeelt Cor Ardesch het witte Bach-orgel, met composities van Bach en Händel. In de St. Joriskapel zit Helmantel –blauwe trui, grijze baard, grijze broek– op zijn keukenstoel, onder de gildenramen. Aan de wand hangen geel en oranje geschetste vrouwenfiguren rond het thema ”Op weg naar het licht”.
Helmantel maakt deze donderdag slechts een werktekening. Die neemt hij mee naar zijn atelier in het Groningse Westeremden. „Daar maak ik het werk af. Zo ging Saenredam, de kerkenschilder, ook te werk. En ik heb een hoge pet op van Saenredam.”
Een stilleven maken over het synodethema is voor de Groningse schilder bijna zoiets als een roeping. „Ik maak geen christelijk schilderij, maar mijn visie op de schepping heeft wel alles te maken met hoe ik de Schepper beleef, als Bron van al het leven. Als je een schilderij maakt van de verloren zoon, dan maak je christelijke kunst. Maar een vaas met bloemen kan ook christelijke kunst zijn, want bloemen hebben alles te maken met de Schepper die de bloemen geschapen heeft.”
Helmantel zit met zijn keukenstoel boven op een enorme grafzerk. Op de zerk staat: „Hier leyt begraven den Heer Gijsbert van Aalst en Me Yuffrouw Maria Heckenhoek, deszelfs huys Vrouw.” Aan de muur hangt een zwarte offerkist met een gleuf voor de milde gaven, met de tekst: „Voor den openbaren Godsdienst.”
Helmantel schildert in de realistische stijl, zegt hij. „Mijn werken staan qua sfeer, vlakverdeling en ritmiek heel dicht bij de werkelijkheid. Het oog van de mensen moet kunnen zeggen: „Wat ik zie, dat klopt.” Zo moet het stilleven over de synode ook gaan worden.”