Defensieminister Ollongren verzweeg NAVO-kritiek
Minister Ollongren van Defensie heeft een kritisch NAVO-document over de besteding van de extra miljarden voor de Nederlandse krijgsmacht niet met de Tweede Kamer gedeeld.
Dat meldt Zembla. In september meldde de minister de Kamer dat Nederland met de geplande defensie-uitgaven „grotendeels” voldoet aan wat de NAVO van Nederland vraagt. Het bondgenootschap spreekt in een schriftelijke evaluatie op basis van de kabinetsplannen echter van „voortdurende, significante, kwalitatieve tekortkomingen”, aldus Zembla.
De NAVO stuurde een conceptversie van de zogenoemde review al in juni naar het ministerie. Ollongren deelde die informatie niet met de Kamer tijdens de bespreking van de Defensienota. Volgens CDA-Kamerlid Derk Boswijk heeft ze de Kamer daarmee „incompleet en onvolledig” ingelicht: „In dit stuk wordt een ander beeld geschetst dan destijds in het debat.”
Verder bevroeg Boswijk Ollongren in september op de gevolgen voor de onderlinge solidariteit binnen de NAVO. Nederland investeert onder meer in vliegtuigen, in plaats van in gevechtskracht op de grond, zoals de NAVO wil. De bewindsvrouw antwoorddde dat de wensen van het bondgenootschap waren gebaseerd op „de oude situatie” en dateren van voor het uitkomen van de nieuwe Defensienota. Volgens Zembla is dat echter onjuist; de NAVO-evaluatie zou zijn opgesteld aan de hand van de nieuwe defensieplannen.
VVD’er Peter Valstar laat op Twitter een ander geluid horen dan Boswijk. „De zogeheten NATO Defence Planning Capability Review (NDPCR) wordt iedere twee jaar uitgevoerd en keurig met de Tweede Kamer gedeeld. Wie de NDPCR van 2020 (die in november (!) 2020 naar de Kamer is gestuurd) erop naslaat, zal niet verrast zijn over die van 2022.”
Het ministerie van Defensie beraadt zich op een reactie naar aanleiding van de vragen over de kwestie die Zembla heeft gesteld.