Waarom hangen mensen op het platteland massaal de Nederlandse vlag ondersteboven? Karel Smouter, journalist bij de NRC, publiceert deze donderdag een boek over de boerenopstand. „Als we niet opletten, worden de protesten nog heftiger.”
Hier smeult een veenbrand. Die gedachte bekroop Karel Smouter toen hij in mei 2019 de Gelderse boer Freddy Zoetenhorst sprak. De agrariër, eigenaar van een biologische zorgboerderij, vertelde hoe hij bij wijze van „noodkreet” tegenover de politie had gedreigd een politiebureau te bezetten. Verontwaardiging over het feit dat dierenactivisten in het Brabantse Boxtel het bedrijf van een varkensboer binnendrongen, bracht Zoetenhorst tot deze onbesuisde actie.
Smouter (39) peilde afgelopen jaren de stemming onder verontruste plattelanders. Hij volgde de opkomst van BBB-leider Caroline van der Plas en agrarische actieleiders als Bart Kemp van Agractie en Mark van den Oever van Farmers Defence Force. Smouter zag hoe dit jaar duizenden mensen de nationale driekleur ondersteboven hingen. Deze donderdag verschijnt zijn boek ”Blauw wit rood. De boerenopstand als spiegel voor Nederland” (uitgeverij De Bezige Bij).
Voor onder meer oorlogsveteranen is het ondersteboven hangen van de vlag een soort heiligschennis. Wat vindt u?
Smouter, domineeszoon en lid van de protestantse gemeente in zijn woonplaats Deventer: „Het zou raar zijn als ik het op zou nemen voor de Nederlandse vlag. Ik ben niet zo nationalistisch ingesteld. Ik heb meer met het Koninkrijk van God dan met het Koninkrijk der Nederlanden. Vroeger hingen schepen de vlag op zijn kop als noodsignaal. Ik interpreteer de omgekeerde vlag nu ook zo. Boeren trappen op de rem: „Leuk en aardig dat u als overheid allerlei veranderingen over ons uitstort, maar mogen we er zelf ook wat van vinden?” Kijk je vanuit boerenperspectief, dan blijkt zo’n omgekeerde vlag effectief. Ik word niet vrolijk van die uiting, maar heb er ook geen principiële bezwaren tegen.”
U schrijft dat u schrok van de heftigheid van emoties in boerenappgroepen. Waarom?
„Boeren uiten voortdurend hun onvrede. Al in 2019 zag ik in boerenappgroepen, gevolgd door duizenden mensen, de hele dag door teksten voorbijkomen die er niet om liegen. Zoals: ”Geen gemekker, door het hek met die trekker.” Iemand als GroenLinksleider Jesse Klaver is vaak object van spot. In zo’n appgroep gaat het er dan niet altijd even fraai aan toe. Achter al die apps zit de diepe vraag, het oersentiment: is er voor ons boeren nog toekomst in dit land? Boeren vrezen dat een groep ambtenaren, politici en bestuurders hen van hun land wil verdrijven.”
U schrijft dat diverse boeren vatbaar zijn voor complotverhalen over bijvoorbeeld de Great Reset, de theorie die stoelt op de gedachte dat een clubje globalisten de wereldbevolking naar zijn hand wil zetten. Kunt u dat toelichten?
„Zeker sinds coronatijd kwam ik onder boeren vaak het sentiment tegen van: er schuilt een adder onder het gras. Een complottheorie is een uitvergroting van dat gevoelen. Ergens begrijp ik best dat boeren in complotverhalen geloven. Het is immers een feit dat tal van bovennationale clubs, zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie, vergaande plannen hebben gemaakt om te komen tot een meer duurzame wereld. De uitdaging is: hoe geef je dat lokaal en regionaal vorm? Verduurzaming en het bewoonbaar houden van de aarde zijn noodzakelijke opdrachten. Daarbij zou ik boeren en burgers meer inspraak geven. Want ik snap de angst van boeren dat hun leefomgeving ingrijpend wordt veranderd. De uitspraak in 2019 van D66-Kamerlid Tjeerd de Groot dat de veestapel moet worden gehalveerd, kwam bij agrariërs ontzettend hard binnen.”
Het geloof in complottheorieën onder anti-overheidsextremisten kan een terroristische actie aanwakkeren, waarschuwde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) deze week. Deelt u de zorgen van de NCTV?
„Ik maak me best zorgen. Als we niet opletten, worden de protesten nog heftiger. CDA-leider Wopke Hoekstra zegt terecht dat de sfeer in de samenleving heel grimmig is geworden. Activisten klimmen steeds een treetje hoger op de escalatieladder. Denk aan klimaatactivisten die afgelopen weekend een deel van Schiphol bezetten, of aan boeren die snelwegen blokkeren en hooibalen in brand steken. Aan beide zijden van het politieke spectrum moeten politici worden bewaakt. Enkele boeren die ik sprak, noemden Johan Vollenbroek (een milieu-activist die geregeld procedures wint, JV) de nieuwe Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn. Ik schrik van dat soort vergelijkingen.”
De omgekeerde driekleur is veel meer dan een uiting van protest tegen stikstofbeleid, schrijft Smouter. De vlag op zijn kop symboliseert ook de kloof tussen stad en platteland, door de NRC-journalist omschreven als Randstad en Randland. Waarbij de Randstad progressieve en het Randland conservatieve waarden en ideeën koestert.
Tekenend is bijvoorbeeld hoe nogal wat van zijn NRC-collega’s op de Amsterdamse redactie reageerden toen onlangs bleek dat de vleesconsumptie in Nederland iets is gestegen. „Mijn collega’s waren wat in verwarring, hoe kon dat nou? Zij zelf eten namelijk steeds minder vlees. Ik heb zelf ook in Amsterdam gewoond. Daar zie je steeds meer vegetarische of veganistische restaurantjes. Maar dat betekent dan nog niet dat het platteland die trend automatisch volgt. Sterker nog, het effect kan andersom zijn. Tegenover ieder havermelktentje een barbecuefestival, om de eigen identiteit kleur te geven.”
In de boerenopstand van de laatste jaren „kun je de contouren van een cultuuroorlog zien”, schrijft Smouter, voorheen hoofdredacteur van het christelijke opinieblad CV/Koers (nu De Nieuwe Koers) en voormalig adjunct-hoofdredacteur van journalistiek platform De Correspondent.
Gaat Nederland Amerika achterna? In dat land lijken conservatieve plattelanders haast op voet van oorlog te verkeren met progressieve stedelingen.
„We moeten ervoor oppassen dat we die kant opgaan. Ook in ons land zijn vergelijkbare krachten actief. Via sociale media verscherpen mensen conflicten, ze jutten de boel op. Dat was al zo bij discussies rond Zwarte Piet. Mensen als Donald Trump en diens vroegere adviseur Steve Bannon doen het voorkomen alsof de boerenprotesten in Nederland een front zijn in de strijd tegen de globalisten.
Ik denk dat ook een deel van de achterban van het Reformatorisch Dagblad gevoelig is voor zo’n complotachtige voorstelling van zaken. Van vrienden hoor ik dat hun ouders, brave SGP-stemmers, zich onderdompelen in complottheorieën. Die mensen groeiden wat betreft massamedia betreft beschermd op. Tegenwoordig krijgen ze via internet een stortvloed aan ongefilterde informatie. Ze kunnen geneigd zijn te denken: Het staat op Facebook, het komt van een christen, dus het is waar. Dan denk ik: Die mensen kunnen wel wat mediawijsheid gebruiken.”
Het lijkt alsof meningen niet langer los verkrijgbaar zijn, noteert Smouter. „Dat je het ene opiniepakket (pro-Zwarte Piet, pro-boeren, pro-traditionele genderrollen) óf het andere (antiracistisch, klimaatbewust, genderneutraal) aanhangt.
Kunt u die passage toelichten?
„Het is mijn zorg dat we elkaar het recht niet meer toekennen om zelf na te denken. Dat een groepsidentiteit ál je meningen bepaalt en je alleen hoeft te tekenen bij het kruisje van zo’n pakket. Ik zou willen dat we elkaar de ruimte geven om van mening te verschillen en ook de ruimte gunnen om wat standpunt betreft een ontwikkeling door te maken. Nu word je als rechts-conservatief bij wijze van spreken geacht om duurzaamheid niet belangrijk te vinden. Terwijl juist Edmund Burke, grondlegger van het conservatisme, pleitte voor zorg voor de natuur. Hij vergeleek de staat met een tuinman die goed voor de tuin moet zorgen, zodat toekomstige generaties daar ook nog in kunnen leven.”
Smouter schrijft dat ruim tweederde van de Nederlandse journalisten in de Randstad woont, terwijl twee op de drie Nederlanders níet in de Randstad verblijft. Die scheve verhouding frustreert nogal wat plattelanders, merkte hij. Ergernis is er bijvoorbeeld over het feit dat voor een landelijk medium werkende journalisten met een accent worden geacht hun stem bij te schaven. „Ik krijg soms het gevoel dat mensen in NRC-kringen zich als een progressief-liberale voorhoede zien die het achterland voorhoudt: doe niet zo moeilijk en omarm de moderne tijd. Van de weeromstuit koesteren conservatieven hun behoudende meningen alsof het heiligdommen zijn.”
U beschrijft dat de omgekeerde vlag ook een teken is van trots van plattelanders. Hoe zit dat?
„Met de omgekeerde vlag zeggen mensen vaak ook: Wij hebben niets met de progressief-liberale eenheidsworst in de Randstad, onze manier van leven is stukken beter. Plattelanders betogen dat ze een modern woord als ”inclusie” niet nodig hebben. Zij hebben noaberschap, oftewel burenhulp. De werkelijkheid is dat die romantische ideeën over burenhulp ook op het platteland lang niet altijd stroken met de praktijk.”
Kan er groepsdruk zitten achter het ophangen van de omgekeerde vlag? Zo van: de halve straat hangt die op, laat ik het ook maar doen.
„Absoluut. Ik sprak een Twentse boerin die in de regionale krant TC Tubantia uitlegde waarom ze géén omgekeerde vlaggen plaatste. Prompt zetten boeren haar land vol met omgekeerde vlaggen. Ja, dat is intimiderend. Die vrouw zei zich in het vervolg maar op de vlakte te houden.”
U schrijft dat de boerenopstand racistische en extreem-nationalistische trekjes kan krijgen. Hoezo?
„In appgroepen van boeren zag ik nogal eens teksten en beelden met een racistische ondertoon. Denk aan de kwaardaardige omvolkingstheorie dat boeren moeten wijken voor islamitische migranten. Lang niet iedere boer is het overigens eens met dat soort verhalen. In Limburg hanteert een politicus de leus ”Boerenland in eigen hand.” Ik weet niet of die man dat weet, maar dat is de campagneslogan van de NSB van vroeger.”
*Hoe uit de stikstofimpasse te komen? *
„Probeer als overheid niet boven, maar naast mensen te staan. Betrek boeren bij besluitvorming over hun eigen toekomst. Doe meer met democratische experimenten, zoals het instellen van burgerberaden. Deze week was ik in Raalte bij een bijeenkomst van 120 melkveehouders. Dat zijn zakelijke, nuchtere mensen die best bereid zijn om te verduurzamen. Maar ze willen dan wel een goed verdienmodel.”
Progressieve politici kunnen redeneren: als je de boeren de regie geeft, blijft het pappen en nathouden.
„Dat vind ik een te gemakzuchtige redenering. Ik vraag me af: Zou je de miljarden die gereserveerd zijn om boeren uit te kopen niet beter kunnen gebruiken om boeren van goede wil te helpen bij verduurzaming van hun bedrijf? Tegen partijen als GroenLinks en D66 zou ik willen zeggen: Ga van erf tot erf, praat met de boeren.”