Veel meer jongeren kampen met mentale problemen
Veel meer emotionele problemen bij meisjes en een verdriedubbeling van de druk door schoolwerk in twintig jaar. Het woensdag gepresenteerde grootschalige onderzoek naar het welbevinden van Nederlandse jongeren baart reden tot zorg.
„Een trendbreuk”, noemt dr. Gonneke Stevens, universitair hoofddocent aan de Universteit Utrecht de studie die deze woensdag wordt gepresenteerd. „In eerdere rapporten brachten we veel goed nieuws, met hier en daar wat aandachtspunten. Nu is het echt anders.”
Stevens is sinds 2011 betrokken bij het vierjaarlijkse Health Behaviour in School-aged Children onderzoek (HBSC). Deze studie, die wordt uitgevoerd door de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau, bevraagt jongeren op hun gezondheid en welzijn. In Nederland wordt het onderzoek sinds 2001 gehouden. Inmiddels nemen zo’n vijftig Europese landen elke vier jaar identieke vragenlijsten af, waardoor het HBSC-onderzoek geschikt is voor internationale vergelijkingen.
In Nederland vulden in het najaar van 2021 zo’n 7000 jongeren de enquête in. Daaronder waren basisschoolleerlingen uit groep 8 en middelbare scholieren tot en met 16 jaar.
Veel Nederlandse jongeren lijken niet best in hun vel te zitten. Is dat inderdaad het geval?
„Ja, we zien een heel aantal zorgelijke trends, zowel ten opzichte van de vorige studie uit 2017 als van de eerdere metingen. Zo is het cijfer dat jongeren geven aan hun leven voor zowel meisjes uit het basisonderwijs (bo), als voor jongens en meisjes op het voortgezet onderwijs (vo) nog nooit zo laag geweest. Gemiddeld gaven jongeren hun leven dit jaar een 7,1. In 2001 was dat nog een 8. Voor de meisjes in het vo daalde de levenstevredenheid in de afgelopen vier jaar het sterkst: van een 7,3 in 2017 naar een 6,7 in 2021.
Daarnaast zien we dat emotionele problemen –zoals piekeren of ongelukkig zijn– enorm zijn toegenomen. Ook hier zijn de verschuivingen bij de meisjes het grootst. Bij meisjes in het vo steeg het percentage met emotionele problemen van 28 procent in 2017 naar 43 procent in 2021. Bij de meisjes uit groep 8 van de basisschool nam dit aantal in vier jaar tijd toe van 14 naar 33 procent.
Een andere in het oog springende trend is de toenemende druk door schoolwerk. In 2001 gaf 16 procent van de jongeren in het vo aan (nogal) veel druk te ervaren door schoolwerk. In 2021 is dit opgelopen tot 45 procent. Ook hier zien we voor meisjes een ongunstigere ontwikkeling dan voor jongens.”
In hoeverre zijn de onderzoeksresultaten het gevolg van de coronapandemie en de daarbij horende maatregelen?
„We denken dat de coronamaatregelen, zoals schoolsluitingen en de avondklok, een belangrijke rol hebben gespeeld. We hebben in de twintig jaar dat we dit onderzoek afnemen nog nooit zo’n sterke stijging gezien in mentale problemen. Corona heeft heel veel impact gehad in de afgelopen jaren, dus we gaan er vanuit dat er een verband is. Het lijkt erop dat meisjes gevoeliger zijn voor de maatregelen dan jongens.”
De druk die jongeren ervaren door schoolwerk, neemt al jaren toe. Hoe verklaart u dit?
„Deze trend relateren we aan prestatiedruk. We leven in een maatschappij waarin het steeds belangrijker is om te presteren. Dit is niet iets van de laatste vier jaar. Wel denken we dat de druk op jongeren sterker toenam door het thuisonderwijs en de achterstanden die veel scholen daardoor opliepen.”
Wat hoopt u dat dit onderzoek zal uitwerken?
„Deze studie geeft cijfers waar bijvoorbeeld overheden mee aan de slag kunnen. Er zijn natuurlijk al meer rapporten gepubliceerd waaruit op te maken valt dat het niet goed gaat met de mentale gezondheid van jongeren. Maar uniek aan dit HBSC-onderzoek is dat dit een representatief onderzoek is, en we een vergelijking kunnen maken met eerdere jaren. We kunnen hiermee nog beter laten zien wat de omvang van de problematiek is. Deze cijfers geven extra munitie om bijvoorbeeld tegen de politiek te zeggen: we moeten nog meer inzetten op het verbeteren van de mentale gezondheid van jongeren en het verminderen van de prestatiedruk.”
Zijn de zorgelijke trends in Nederland vergelijkbaar met die in andere Europese landen?
„Wij zijn de eersten die het onderzoek uit 2021 presenteren. Het internationale rapport komt waarschijnlijk niet eerder dan in 2024. Op dit moment hebben we dus nog geen vergelijkingsmateriaal. Wel zullen specifieke analyses over mentale gezondheid sneller worden uitgevoerd, omdat de discussie over de impact van de coronamaatregelen in heel Europa prangend is.”
Zijn er ook lichtpunten?
„Zeker. We zijn heel blij dat Nederlandse jongeren nog steeds heel positief zijn over hun sociale relaties. Ze kunnen nog altijd goed praten met hun ouders en vrienden; daarin is in de afgelopen jaren niet veel veranderd.
Op Nederlandse scholen wordt ook nog altijd relatief weinig gepest. In het onderzoek zei 8 procent van de basisschoolleerlingen en 5 procent van de middelbare scholieren hier slachtoffer van te zijn. Dit percentage is in de afgelopen vier jaar stabiel gebleven.”