Wat hebben John Charles Ryle en Jonathan Edwards gemeen? Beiden zijn puritein en van beiden worden zoveel eeuwen na hun dood nog steeds nieuwe werken vertaald en uitgegeven.
In de hersteld hervormde Maranathakerk in Woudenberg had zaterdagavond de presentatie plaats van een tweetal boeken: ”Omhelsd” van John Charles Ryle en ”Gans begeerlijk” van Jonathan Edwards. Het boek van Ryle, over de betekenis van de doop, is voor het eerst vertaald, door Gerben B. P. van der Wulp uit Dordrecht; het boek van Edwards werd vertaald door ir. Jan Zeeman uit Urk. Beide boeken zijn uitgegeven door Lucas Boeken uit Tholen, een uitgeverij van organist Peter Wildeman.
Tijdens de avond klinken er behalve lezingen over Ryle en Edwards en vraaggesprekken tussen inleiders en vertalers ook psalmen en Engelse hymnen onder orgelbegeleiding van Wildeman.
Kruis
Ds. L. G. de Deugd, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Elst, tekent J. C. Ryle (1816-1900) als een „bescheiden man.” De anglicaanse bisschop van Liverpool wilde bijvoorbeeld niet meewerken aan een eigen biografie, omdat niet zijn persoon maar zijn werken herinnerd moesten worden. In het boekje ”Omhelsd” staat het kruis van Christus centraal, omdat –volgens Ryle– „de prediking van het kruis het enige instrument is dat ooit de wereld op zijn kop zette.”
Als vertaler Van der Wulp ds. De Deugd interviewt, benadrukt de predikant de evenwichtigheid in Ryles uitleg over de doop. „De anglicaanse bisschop is altijd in balans. De doop wordt niet onderschat, noch overschat.”
Dat de „bruggenbouwer” Ryle ook scherp kan zijn, illustreert ds. De Deugd met een citaat uit het boekje: „Predikanten die geen onderwijs geven over de kinderdoop, mogen niet klagen als gemeenteleden overlopen naar baptistengemeenten.”
Volgens de predikant uit Elst moet het dooponderricht ook buiten de doopdiensten worden gegeven. „Als Gods verbond in de preek meer plaats krijgt, dan is er in elke preek dooponderwijs”, aldus ds. De Deugd. „Ryle benadrukt dat bij de doop het gebed en geloof horen, alsook het krachtig pleiten op Gods beloften. Om die reden is dit boekje heel goed te gebruiken als leidraad bij doopgesprekken.”
Gods glorie
Bij de presentatie van ”Gans begeerlijk” spreekt ds. P. den Ouden, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Katwijk aan Zee, over Jonathan Edwards (1703-1758). Diens leven en theologisch werk was „doorstraald van de heerlijkheid en overweldigende majesteit van God”, zegt hij. „Edwards kende maar één verlangen: God groot maken en Hem alle heerlijkheid en eer te geven die Hem toekomt.”
Ds. Den Ouden noemt de ondertitel van het boek, ”Zeven preken over de heerlijkheid en uitnemendheid van Jezus Christus”, passend, omdat Edwards beschrijft hoezeer de glorie Gods wordt geopenbaard in de Persoon en het verlossingswerk van Christus. „Nergens werd Gods heerlijkheid zo volkomen geopenbaard als in de kruisdood van Zijn Zoon op Golgotha” aldus ds. Den Ouden, die erbij opmerkt: „Het zou een heilzame correctie op de hedendaagse prediking zijn als predikanten net als Edwards meer over de grootheid Gods zouden preken en minder over de mens.”
Veelzeggend
In het vraaggesprek legt vertaler ir. Zeeman de Katwijkse predikant de vraag voor: „Wat kunnen wij nu van Jonathan Edwards leren?” Ds. Den Ouden wijst dan op de stapels nieuwe boeken die nog steeds verschijnen. „Elk jaar zijn er nieuwe studiecongressen over Edwards. Eeuwen na zijn dood wordt zijn werk opnieuw vertaald, gelezen en bestudeerd. Dat is veelzeggend.”