Vergaande wet dreigt Kamer geruisloos te passeren
De Raad van State hief de vinger om te waarschuwen tegen de Transgenderwet. Desondanks dreigt die binnenkort geruisloos de Kamer te passeren.
De Transgenderwet regelt onder welke voorwaarden mensen die dat graag willen hun geslachtsregistratie in hun geboorteakte kunnen laten wijzigen. Tussen 1985 en 2014 gold een onomkeerbare sterilisatie als belangrijke eis, evenals een aanpassing van het lichaam aan het gewenste geslacht. Die voorwaarden gingen in 2014 op de schop. Sindsdien heeft de aanvrager alleen een verklaring van een arts of psycholoog nodig en moet hij of zij ouder dan zestien zijn.
Op initiatief van het vorige kabinet besluit de Kamer binnenkort of ook die eisen kunnen worden geschrapt. Gebeurt dat, dan loopt zo’n wijzigingsprocedure voor 16-plussers voortaan alleen nog via de ambtenaar van de burgerlijke stand. Verzoeken van 16-minners moeten volgens het voorstel eerst worden goedgekeurd door een rechter. Zij kunnen, mits ze wilsbekwaam zijn, ook tegen de zin van hun ouders in een aanvraag indienen. De wet regelt daarvoor een zogeheten informele rechtsingang.
Evaluatieonderzoek
Aanleiding voor het wetsvoorstel is het in 2017 verschenen evaluatieonderzoek naar de tevredenheid van de in 2014 van kracht geworden veranderingen. Daarin concluderen de auteurs dat het merendeel van de respondenten de deskundigenverklaring strijdig vindt met het zelfbeschikkingsrecht en die als onnodig vertragend ervaart. Schrappen dus, luidt de aanbeveling. Vanuit een vergelijkbare motivering ging ook de minimumleeftijd op de schop.
Ho, ho, waarschuwde de Raad van State in een kritisch advies. Deze wet neemt aan dat iemands wens weloverwogen en duurzaam is als hij of zij binnen vier tot twaalf weken na het verzoek aan de ambtenaar van de burgerlijke stand niet van gedachten verandert. Is dat niet te kort door de bocht? Én, vervolgde de raad, de voor het evaluatieonderzoek geraadpleegde deskundigen van genderklinieken waarschuwden toch juist dat de minimumleeftijd beter niet kon vervallen? Zij wilden voorkomen dat kinderen te vroeg en te ondoordacht hun geslachtsregistratie zouden laten wijzigen, met als dreigend gevolg dat ze het later des te moeilijker zouden vinden om daar eventueel weer van terug te komen.
Genderidentiteit
Die kritische kanttekeningen leggen Rutte III en IV grotendeels naast zich neer. Het huidige voorstel strekt ertoe dat iedereen de geslachtsregistratie in overeenstemming kan brengen met de beleefde genderidentiteit, legde VVD-minister Sander Dekker bij de indiening uit. „Dit leidt ertoe dat de transgender persoon zijn individuele, sociale en maatschappelijke transitie ook in juridisch opzicht kan voltooien.”
In de gebruikelijke parlementaire vragenronde uitten CDA, CU en SGP alle drie hun zorg of de procedure voor het laten aanpassen van de geslachtsregistratie straks nog wel voldoende zorgvuldig is. De SGP belegde daarnaast meerdere bijeenkomsten met deskundigen om haar zorgen te uiten over de wet die de Kamer, naar het zich laat aanzien, in de week voor Prinsjesdag geruisloos zal passeren.
Een van die zorgen is dat de filosofie van zelfidentificatie overslaat naar de medische sector, van: jij bepaalt met welk geslacht je staat geregistreerd naar jij bepaalt of en wanneer je een geslachtsveranderende operatie nodig hebt. Een directe koppeling tussen de Transgenderwet en de transgenderzorg is er niet. Duidelijk is echter wel dat opvallend veel pleitbezorgers van deze wet zich ook een warm voorstander betonen van het schrappen van de psychologische intake voor een behandeling in een genderkliniek. Daarmee zou deze wet zomaar eens de opmaat naar nieuwe versoepelingen kunnen zijn.
Verder is het volgens de partij niet zonder risico’s dat een transman die voor de transitie een kind heeft gebaard volgens de eigen Basisregistratie Personen (BRP) een man is, in de geboorteakte van zijn kind als moeder te boek staat en in de dagelijkse opvoedsituatie de papa is. De SGP vraagt zich af wat dit betekent voor de identiteitsvorming van (jonge) kinderen.