‘Bijbelhuussie’ op Scheveningse boulevard moet tijdelijk verhuizen
De Bijbelkiosk op de boulevard in Scheveningen moet verhuizen, even maar, want de boulevard gaat op de schop. Als die klus geklaard is, keert de kiosk terug naar zijn unieke plek, vlak bij het Kurhaus en de wereldberoemde Pier.
Het is maar een hokje van zo’n tien vierkante meter. Buiten liggen in plastic bakken folders en blaadjes, in het Turks, Pools, Spaans en Portugees. Op de ruiten zijn stichtelijke verzen en Bijbelteksten aangebracht: ”Jezus, Hij kwam, Hij stierf, Hij overwon”. En: ”Genade, niet goedkoop, wel gratis”.
Binnen zit vandaag Pieter Voorhoeve. Hij zal even koffie zetten; heeft daar water voor nodig. „Ik heb hier geen water, wel levend water, maar voor gewoon water moet ik even naar de buren.”
Op planken liggen boekjes van Max Lucado, Wilhelm Busch en Henri Nouwen. Bijbels liggen er te kust en te keur, in allerlei vertalingen en in veertig talen. Er ligt ook een ”Jesus Bible”, naast de City Bible (”Spreek tot het hart van Scheveningen”) en de Sport Bible (”Gaan voor goud”).
IJssalon Firenze op de boulevard doet vandaag goede zaken. Over de keien boemelt een blauw toeristentreintje langs. Een hippe vent met knotje komt voorbij, leest een Bijbeltekst en de woorden: ”Gratis voor geïnteresseerden”. Hij haast zich.
Gesloopt
Voorhoeve –T-shirt, rode korte broek en een door de zon gebruinde huid– is 59 jaar, is lid van een evangelische gemeente in Wassenaar en was in het dagelijks leven succesvol ondernemer in bedrijfsmatig onroerend goed. Het was de wereld van geld en macht, zegt hij, roerend met een houten stokje in een kartonnen bekertje. „Dat leven heeft mij gesloopt. Ik was de grip op alles volledig kwijt. Ik was er klaar mee. Ik wilde God gaan dienen, in beweging komen, moest iets gaan doen, bidden, zoeken, onderzoeken. Hij had mij niet hard nodig, Hij had mijn hart nodig.”
Sinds 2015 zit Voorhoeve nu op de Boulevard, een dag in de week, in dit huussie van drie bij vier meter. Waarom zit hij hier? „Ik zit hier voor God en voor de mensen. Ik mag getuigen van Hem, van Wie Hij is en van Zijn liefde. Ik hoef God niet te helpen, hoewel, een beetje wel.”
Buiten blijft een jong stel (ze blijken uit Arnhem te komen) treuzelen bij de bakken met folders. Voorhoeve beent de kiosk uit: „Kennen jullie Jezus?” Aarzelend: „We zijn gedoopt.”
God heeft een plan met jullie, met jullie leven, zegt Voorhoeve. „Doe wat. Denk na. Lees de Bijbel, ook al snap je er geen snars van.” Ze knikken, zullen het gaan doen, heus.
Één woord
Er lopen hier zo veel mensen rond die God niet kennen, die nog nooit van Hem gehoord hebben, zegt Voorhoeve. „Maar velen lezen onder het voorbijgaan een Bijbeltekst. Ik hoef er niets voor te doen. God kan dat gebruiken. Hij heeft maar één woord nodig. Hij is genadig. Maar er moet wel iemand zijn die dat aan al deze mensen vertelt. En dat doe ik. We zoeken nog vrijwilligers!”