Bijbeltekst als blikvanger langs drukke snelweg
„Wie in de Zoon van God gelooft, heeft eeuwig leven.” Of: „O land, land, land! Hoor des Heeren woord!” Langs diverse (snel)wegen springt een Bijbelse boodschap in het oog. „Gods Woord zal nooit ledig tot Hem wederkeren”, zegt Maarten van Rijn, die geregeld banners met Bijbelteksten plaatst.
Automobilisten die in het voorjaar over de A15 bij Hardinxveld-Giessendam reden, konden op een elektronisch reclamebord langs de snelweg in hoofdletters een tekst uit Markus 14 lezen: „De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.” De vindplaats stond er met kleine letters onder vermeld.
De hoge reclamezuil langs de drukbereden snelweg is een van de plekken waar al langere tijd geregeld een Bijbeltekst zichtbaar wordt. De tekst wordt meer dan eens veranderd. Het is niet duidelijk wie de teksten plaatst. De initiatiefnemer hult zich in anonimiteit.
Langs de A5 bij Hoofddorp staat een groot blauw doek met de boodschap: „Zoekt eerst het Koninkrijk Gods!” Daaronder, in kleinere letters: „Bijbel, Statenvertaling, Mattheüs 6:33.” Een bord met dezelfde opdruk springt in het oog langs de N206, bij Katwijk. Elders in de Zuid-Hollandse plaats, op een braakliggend terrein tussen een Albert Heijn en een Gamma, luidt de tekst op een groot doek aan een hekwerk: „O land, land, land! Hoor des Heeren woord!” (Jeremia 22:29).
Coronacrisis
Alle drie de banners vermelden alleen een Bijbeltekst en de vindplaats, zonder een verwijzing naar een organisatie of website. De persoon erachter blijkt Katwijker Maarten van Rijn (59) te zijn, eigenaar van een sloopbedrijf. Hij vertelt desgevraagd dat hij vorig jaar, tijdens de coronacrisis, is begonnen met het plaatsen van Bijbelteksten op locaties waar veel mensen passeren. „Bij het bord aan de A5 bij Hoofddorp komen 25 à 30.000 auto’s per dag langs.”
Van Rijn was „zeer vertoornd” omdat de kerken geheel of gedeeltelijk dicht waren in de coronatijd. „Daar was ik het totaal niet mee eens. Het gaat tegen Gods bevel in, want zowel in 1 Koningen 8 als in 2 Kronieken 6 staat dat je juist in tijden van narigheid, oorlog en pest naar de kerk moet gaan. Ook valt het me vaak op dat mensen die een kerk bezoeken, de boodschap niet uitdragen naar buiten. Ik kreeg een innerlijke drang om dat te doen”, zegt de Katwijker, die zelf niet bij een kerkelijke gemeente is aangesloten. „Ik bezoek diverse kerken.”
Van Rijn liet doeken bedrukken met verscheidene opschriften. „Ik heb er altijd een aantal in de auto liggen. Als ik een leuk plekje tegenkom, hang ik er één op, vaak na overleg met de eigenaar van het terrein.” Meestal betreft het een tekst uit de Statenvertaling, maar soms ook een boodschap zoals: „Sterven is… God ontmoeten! Bent u bereid?” Op de vraag hoe hij tot de keus van de opschriften komt, zegt hij dat het vaak „een ingeving” is. „Het moet in ieder geval kort en kernachtig zijn, zodat mensen het in het voorbijgaan goed kunnen lezen.”
Niet iedereen blijkt de uitingen langs wegen te waarderen. „Op diverse plaatsen zijn doeken door onbekenden verwijderd of vernield.” Van Rijn toont op zijn telefoon verschillende foto’s van banners die aan flarden zijn gesneden. Hij laat zich daardoor niet uit het veld slaan. „Als dat gebeurt, hang ik gewoon weer een ander doek op.”
Kapot gewaaid
De Zwolse stichting Titus heeft op drie plaatsen in het land, onder meer langs de A28 bij Zwolle en de A27 bij Gorinchem, een groot bord langs de weg staan met de tekst: „Wie in de Zoon van God gelooft, heeft eeuwig leven” (Johannes 3:36). De banners vormen een „klein onderdeel” van de activiteiten van de evangelisatiestichting, zegt Yke Loos (75). Zij is samen met haar man, Andries, de drijvende kracht achter de organisatie die precies een halve eeuw bestaat. „De tekst die ons aan het werk zette, was Jesaja 8:1: „Verder zei de Heere tot mij: Neem u een groot schrijfbord en schrijf daarop voor iedereen leesbaar…”
Loos zou graag zien dat er meer borden komen, „maar je moet een stuk land hebben waar je het op kunt zetten en niet iedereen wil dat. De drie eigenaren van de grond waarop onze banners staan, hebben leven uit God en kennen de Heere Jezus. Zij willen ook de waarheid uitdragen: Wie in de Zoon van God gelooft, heeft eeuwig leven. Als er meer mensen zijn die dat willen, horen we het graag. De mogelijkheden en financiën zijn er.”
Op de banners van Titus staat al tientallen jaren dezelfde tekst. „Dit is de kern hè?” De borden kregen de nodige bekendheid, weet Loos. „Ik was een keer bij een Afghaans gezin dat een winkeltje was begonnen. Toen ik daar wat spullen moest halen, gaf ik de vrouw een kaartje met de afbeelding van het bord en ze zei meteen: Dat lees ik elke dag als ik er langs rijd.”
Op de banners staat de website van Stichting Titus vermeld. Dat leidt soms tot reacties van mensen die een bord langs de weg hebben gezien. „Als er door hevige wind één kapot is gewaaid, zijn er meteen mensen die ons daarop attenderen. Af en toe krijgen we ook vragen over het geloof”, zegt Loos, die met haar man is aangesloten bij een gemeenschap die „samenkomt zoals de gemeente in Handelingen.”
De website van Titus biedt een link naar uitgeverij Daniël. „Deze biedt laagdrempelige Bijbelstudieboeken, geschreven door mijn zwager, onder andere voor mensen die net tot geloof zijn gekomen of die op zoek zijn. Uit alle hoeken van Nederland en België krijgen we bestellingen. Ook via de gratis app kingcomments.com bieden we hulp bij Bijbelstudie aan.”
Een aantal keren kreeg het echtpaar boze reacties van mensen die zich aan de banners stoorden. „Ook dan proberen we te vertellen Wie de Heere Jezus is. Blijkbaar mag er heel veel op billboards staan, maar volgens sommigen niet het Woord van God. Dit levende Woord triggert mensen op de een of andere manier en dat is ook de bedoeling. Gods Woord is levend en krachtig, dat ervaren we ook in ons eigen leven.”
Zaaien
Katwijker Van Rijn heeft niet overwogen op zijn doeken een website of adres te vermelden waar mensen terechtkunnen als ze meer willen weten over de Bijbel of het christelijke geloof. „Als je dat er in kleine letters onder zou zetten, zien mensen het toch niet als ze voorbijrijden. Het gaat om het Woord. Iedereen die op z’n telefoon de tekst intypt, komt vanzelf bij de Bijbel terecht.”
Van Rijn is van plan om de komende tijd op meer locaties een doek met een Bijbelwoord een plek te geven. „Het is mijn verlangen om, als ik tijd en gelegenheid heb, dit te blijven doen.” Of er mensen zijn die door het lezen van de Bijbelse boodschap op straat daadwerkelijk interesse hebben gekregen in het Evangelie, is hem niet bekend. „Wij hebben de opdracht om te zaaien en de wasdom is aan God. Gods Woord is aan tijd noch plaats gebonden en zal nooit ledig tot Hem wederkeren, maar zal doen hetgeen Hem behaagt.”