De Oekraïense gevechtstactieken brengen eigen burgers in gevaar door militaire doelen te maken van niet-militaire plaatsen, zoals woonwijken, dorpen, woningen, flatgebouwen, ziekenhuizen en scholen. Dit rapporteert de mensenrechtenorganisatie Amnesty Internationaal, die er naar eigen zeggen „tussen april en juli intensief onderzoek” naar heeft gedaan.
Talloze burgers zijn hierdoor gedood en gewond geraakt. Amnesty constateert dat het leger hiermee het internationaal humanitair recht schendt. „Het feit dat het land zich moest verdedigen, ontslaat het Oekraïense leger niet van de verplichting het internationaal humanitair recht te respecteren”, aldus het nieuwe rapport. Dergelijke schendingen rechtvaardigen natuurlijk op geen enkele manier de willekeurige aanvallen die Rusland doet en waarbij talloze burgers zijn gedood en verwond.
Oekraïense militairen hebben bases ingericht en wapensystemen neergezet, waarmee bijvoorbeeld vanuit scholen en ziekenhuizen op de vijand is gevuurd. Bij daaropvolgende Russische aanvallen op de bevolkte Oekraïense gebieden, zijn burgers gedood en wordt veel civiele infrastructuur vernietigd. Er is volgens Amnesty-chef Agnès Callamard sprake van „een patroon” in de onderzochte regio’s Charkov, Donbas en Mikolajev.
Onderzoekers troffen bijvoorbeeld woonwijken met soldaten aan, die kilometers verwijderd lagen van frontlinies en waar in de omgeving genoeg plekken waren om zich op te houden zonder in de nabijheid van burgers te zijn. Er waren ook geen aanwijzingen dat militairen burgers vroegen te evacueren, laat staan dat ze hielpen bij evacuaties. De mensenrechtenorganisatie constateerde ook aan het front het verschijnsel dat Oekraïense militairen hun aanval juist vanuit de bebouwde kom begonnen. Dat is in zeker negentien steden en dorpen gebeurd.