Kerk & religieFotoserie Tsjerkepaad

Friese kerken geven een kijkje in de keuken

Ruim 250 Friese kerken openen deze zomermaanden op zaterdagmiddag hun deuren voor bezoekers tijdens het zogenoemde Tsjerkepaad (kerkenpad). Een rondgang langs vier Friese kerken, met elk hun eigen achtergrond.

Bastiaan van Soest
2 August 2022 13:25
Wolkom. beeld Bastiaan van Soest
Wolkom. beeld Bastiaan van Soest

Het is halftwee als ik in Woudsend arriveer. De brug over de Ee, de verbinding tussen het Heegermeer en het Slotermeer, is net open geweest. Het vakantieverkeer worstelt zich moeizaam door de nauwe straatjes van het Friese dorpje.

Bij de Sint-Michaëlkerk net buiten het centrum is het nog erg rustig. Drie vrijwilligers zijn druk bezig om de kerk klaar te maken voor de derde zaterdagmiddag in de zomervakantie waarop Tsjerkepaad plaatsvindt. De deuren van de oudste rooms-katholieke kerk van het noorden staan open, de vlag is uitgestoken en bezoekers zijn van harte welkom. Het kerkgebouw dateert uit 1792 en is gebouwd als schuilkerk, omdat rooms-katholieken en dopersen in die tijd geen opvallende gebouwen mochten hebben. Pas in 1933 werd er een toren aan de kerk gebouwd.

Biechthokje

Het zonlicht valt door de gebrandschilderde ramen in het kerkje, waar de tijd stil lijkt te staan. Voorin een groot schilderij over ”De opwekking van Lazarus”, geschilderd door Otto de Boer, een negentiende-eeuwse kunstschilder uit Woudsend. Ook de veertien kruiswegstaties zijn van zijn hand. In de twintigste eeuw kregen acht heiligenbeelden een plaats in het kerkgebouw. De biechthokjes achterin hebben hun functie verloren en fungeren nu als opbergplaats. In de muur een klein rond gebrandschilderd raam met de woorden van de jongste zoon uit de gelijkenis van de verloren zoon: „Ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen u.”

Het was in 1337 dat het klooster van de karmelieten in Woudsend werd gebouwd. Vanaf dat moment bestaat er een rooms-katholieke gemeenschap in Woudsend. Tegenwoordig werken de zeven gemeenten in het zuidwesten van Friesland samen in een parochie.

Vrijwilligster Marijke lacht als ze hoort dat er vandaag nog meer kerken op het programma staan: „De mooiste kerk van Friesland heb je dan al gehad. Kijk toch hier eens om je heen. Zo mooi en verstild; iedere keer als ik hier binnenstap, treft de sfeer en stilte me.”

Babel

Witmarsum is de geboorteplaats van de in 1496 geboren Menno Simons. In Utrecht wordt hij tot katholiek priester gewijd. Van meet af aan heeft Simons, evenals Maarten Luther, moeite met de leer van de transsubstantiatie, waarbij de kerk van Rome leert dat brood en wijn werkelijk lichaam en bloed van Christus worden. In 1532 wordt Menno Simons pastoor van Witmarsum. Later, in 1536, breekt de pastoor met de Katholieke Kerk en sluit hij zich aan bij de dopersen. Of zoals hij zelf zijn vertrek verwoordt: „uyt Babel ghevloden, in Jeruzalem ghetogen.”

Net buiten het dorp Witmarsum, vlak naast een groot tuincentrum, bevindt zich het monument voor Menno Simons. Op deze plek zou in de 16e eeuw een klein huisje hebben gestaan waar de dopersen uit de omgeving van Witmarsum samenkwamen. Menno Simons heeft in „het oude preekhuis” zijn geloofsgenoten toegesproken. Het huidige gedenkteken is in 1879 opgericht. In 2007 werd het monument gerestaureerd. Vier plaquettes met teksten leggen uit wie Menno Simons was. Voor het monument bevindt zich een muurtje met een ingemetselde steen, afkomstig uit het oude kerkje, met daarop de tekst ”Witmarsum mag te regt op Menno Simons roemen. En Nederland in hem zijn Kerkhervormer noemen. Hier was het daar hij stout het Priesterjuk verbrak. En in dit huisje het eerst naar t vrij geweten sprak.”

Opstelling

Naast het monument, achter een manshoge heg, staat het zogenoemde contourenkerkje, een stalen constructie in de vorm van een kerkgebouw. Het monument stamt uit 2008 en heeft de vorm van de doopsgezinde kerk zoals die op deze plek heeft gestaan. De muren, verbeeld in gaaswerk, zijn rood van kleur. Het dak is donkerblauw en het torentje wit. Het dakgewelf is uitgevoerd in lichtgroen, een kleur die in meer Friese kerken te zien is. Architect Joute de Graaf nam het schuilkerkje van Pingum als uitgangspunt. In de bestrating is aangegeven hoe de opstelling er ooit heeft uitgezien; een blok stoelen in het midden, omringd door banken. Op de banken zaten de mannen, op de stoelen de vrouwen, die door de mannen beschermd konden worden bij gevaar. Ook toen de dopersen gedoogd werden en er geen gevaar meer te duchten was, hield men vast aan deze opstelling.

Tussen de stalen balken van het contourenkerkje vliegen vogels. Het gras is keurig gemaaid en informatieborden geven in diverse talen aan wat er te zien is. Jaarlijks bezoeken vele mennonieten uit de hele wereld de omgeving van Witmarsum, een bedevaartsoord voor de navolgers van Menno Simons.

Vakantiegangers

In de hervormde kerk van Akkrum word ik verwachtingvol begroet. Ben ik dan misschien de organist die tijdens het Tsjerkepaad komt orgelspelen? Ik moet de vrijwilligers teleurstellen. „We doen het maar met muziek uit blik”, stelt vrijwilligster Janny nuchter vast. Het forse Van Oeckelenorgel, gerestaureerd in 2010, is een van de blikvangers in de kerk van de protestantse gemeente in het zuidoosten van Friesland. Tijdens de zaterdagmiddagen kan het instrument bespeeld worden, wat overigens in meer kerken mogelijk is.

Het loopt nog niet heel erg storm met bezoekers, vertelt Janny: „Het is nog redelijk aan het begin van de zomervakantie, daarom is het waarschijnlijk niet zo druk. Van andere jaren weten we dat dat nog wel verandert. Nu komen er voornamelijk vakantiegangers die toevallig in de buurt zijn, maar ook mensen die erop uit trekken om op zaterdagmiddag een aantal Friese kerken te bekijken. Sommige mensen komen maar kort binnen, kijken even rond en verdwijnen gelijk weer. Anderen nemen de tijd, bekijken alles en stellen vragen over wat er te zien is.”

Jongeren

In de kerk ontspint zich ondertussen een gesprek tussen vrijwilligers en bezoekers. Thema: hoe houd je jongeren bij de kerk en hoe moet het straks verder met al die mooie kerkgebouwen? Vrijwilliger Tjisse luistert op zondag altijd met een oor voor jongeren. „Ik hoop dat een voorganger rekening houdt met de jongeren die nog in de kerk zitten. Als het over hun hoofden heengaat, komen ze straks helemaal niet meer in de kerk. Mijn tijd zal het wel duren, maar hoe moet het straks verder?”

Misschien wat nieuwe vormen en liederen in de kerk brengen, suggereert een bezoeker. Of accepteren dat het zo gaat, het is in het grootste gedeelte van Nederland niet anders. Tjisse is niet overtuigd: „De boodschap die ze op zondag horen, daar gaat het om.”

Doophek

De Mauritiuskerk in IJlst doet dit jaar voor het eerst mee aan Tsjerkepaad. Drie vrijwilligers vertellen over de geschiedenis van het bedehuis, dat in 1830 gebouwd werd, als vervanging van de oude kerk die bij het kerkhof stond. Doordat het veen in de negentiende eeuw ontwaterd werd, zakten veel huizen in IJlst. Ook de oude kerk zakte en kon dat niet aan. Een nieuwe kerk werd gebouwd op de plaats waar eerder het marktplein was. In de Mauritiuskerk zijn de herinneringen aan de oude kerk nog zichtbaar. De preekstoel, de doophekken en delen van het orgel zijn afkomstig uit het vorige kerkgebouw. Voorin de kerk staat een maquette van het oude gebouw, een driebeukige kerk met twee torens, daterend uit de veertiende eeuw.

Voldoende plaats

De Mauritiuskerk werd oorspronkelijk gebouwd als een enkelbeukige kerk. De preekstoel stond onder het orgel, tegenover de toren. In 1866 deed ds. Ph. S. van Ronkel zijn intrede in houtstad IJlst. Deze Messiasbelijdende Jood bekeerde zich tot het christendom. In de periode dat hij in IJlst stond, was het kerkgebouw letterlijk te klein om het aantal kerkgangers te bevatten. Er werd een zijbeuk aan de kerk gebouwd en de preekstoel werd verplaatst van onder het orgel naar de huidige plek, bij de muur tegenover de zijbeuk. Bovenop het orgel springen drie beelden in het oog. „Dat zijn uitbeeldingen van geloof, hoop en liefde”, vertelt een van de vrijwilligers. De beelden zijn van hout, maar dat is in IJlst, de houtstad van Friesland, niet meer dan logisch.

De vrijwilliger loopt mee, de kerk uit richting de Ee-gracht. Hij houdt halt op de brug voor kerk en spreekt twee ouderen aan die even zijn afgestapt van hun fiets. „Komt u rustig even kijken. Er is voldoende plaats en in de kerk bent u altijd van harte welkom.”

>

tsjerkepaad.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Nieuws in beeld

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer