Enkhuizen was de eerste stad die zonder bloedvergieten voor Willem van Oranje koos. In het historische centrum staan gebouwen die het allemaal hebben meegemaakt.
De Westerkerk bijvoorbeeld, waar gids Joke Appelo-Laan haar rondleiding begint. Hoog rijzen de muren op. Op 21 mei 1572 koos Enkhuizen voor de prins. Een dag later ging dit bedehuis over in protestantse handen, net als de Zuiderkerk. In de Westerkerk herinnert een tekst op de balken aan die omwenteling: Int jaer vyfthien hondert tseventig twee/ is door Yehovae crachtige hand/ t pausdom verstooten uyt dese stee/ de waere religie daerin geplant.
Zes jaar eerder was, uit vrees voor een beeldenstorm, het kerkzilver opgeslagen op de stadhuiszolder. Het orgel dateert uit 1549 en heeft al die gebeurtenissen dus voorbij zien komen.
Enkhuizen viert de 21e mei nog steeds, de laatste tijd zelfs elk jaar, al staat dat door een gebrek aan vrijwilligers op de tocht. De gids vertelt het verhaal terwijl ze naar de Koltermanstraat loopt. Die is vernoemd naar een protestantse inwoner van Haarlem die naar Emden was gevlucht. Tijdens zijn terugkeer deed hij Enkhuizen aan en waarschuwde de bevolking voor wat er zou gebeuren als het stadsbestuur niet de kant van Willem van Oranje zou kiezen.
De wandelroute voert terug de Westerstraat in. Opvallend gebouw eigenlijk, die Wester- of Sint Gommaruskerk: geen toren, maar wel een houten klokhuis dat er los naast staat. Hier kerkten de boeren. De vissers gingen naar de Zuider- of Sint Pancraskerk.
Tegenover de Westerkerk stond de Patershof, het latere zeekantoor. Daar kwam Willem van Oranje logeren, twee keer zelfs. De Bagijnestraat herinnert aan de kloosters rond deze kerk. Nadat de monniken en nonnen waren verdreven, werden hun gebouwen bestemd voor liefdadigheid. Aan de overkant van de straat is sportwinkel Time4You gevestigd in een kloosterkapel. De ruimte deed in de 20e eeuw dienst als gymzaal. „Archeologen ontdekten toen een gotische wand. Dat was een sensatie”, zegt Appelo.
Even verderop ligt links de Semeinszstraat, vernoemd naar rijke Enkhuizenaren die Willem van Oranje een grote som geld stuurden voor zijn strijd tegen Spanje. En op Westerstraat 91, aan de rechterkant, is de Slijterij van Enkhuizen gevestigd in het Buyskeshuis, vernoemd naar nazaten van een andere geldschieter van de prins. Na de omwenteling in 1572 werd Pieter Buyskes, schoonzoon van Meindert Semeinsz, burgemeester van de stad.
Schuilkerk
De geschiedenis ligt hier voor het oprapen. De Doelenstraat is nou niet het mooiste straatje van Enkhuizen, eigenlijk, maar hier oefende vroeger wel de schutterij. Die nam in 1572 een kloek besluit: ze trad niet op tegen de overgang naar het prinselijk bewind.
Ook in het volgende straatje is een brok historie te ontdekken, al rukt de tand des tijds er hevig aan. Boven de deur van Het Zand 13 is een zeil te zien. Daarachter gaat een half afgebroken pandje schuil. Het is een van de doopsgezinde schuilkerkjes. „De doopsgezinden doneerden veel geld aan Willem van Oranje. De prins heeft er toen in 1577 in de Raad van State voor gepleit dat ze niet meer vervolgd zouden worden”, zegt Appelo.
Nog weer een straat verder, naast de huidige doopsgezinde kerk aan het Venedie, staat het huis waar huisarts/burgemeester Maelson woonde. Hij correspondeerde met Willem van Oranje, steunde later diens opvolger Maurits en ging als gezant naar Engeland en Denemarken.
Via het Venedie –een vroegere gracht– gaat het naar de Oude Haven. De vroegere omwalling deed maar zestig jaar dienst, want ten tijde van prins Maurits werd de stad fors vergroot. Er werden in vijftig jaar tijd maar liefst vijf havens gegraven.
Langs de Dijk prijken 17e-eeuwse pakhuizen, met waterkelders eronder voor de bierbrouwerijen. Hier kwam het in 1572 tot een confrontatie tussen de inwoners van Enkhuizen en een Spaans landleger onder leiding van hopman Quikkel. Een deel van de Spanjaarden mocht de stad in om voedsel te halen, maar ze moesten wel ongewapend komen. Dat deden ze, maar ze bedachten een list: de vrouwen die als markententsters –verzorgsters– met het leger meetrokken, verborgen de wapens onder hun rokken. De bevolking verdreef de indringers echter: hup, de stad uit. Dat is elk jaar weer leuk om na te spelen als de omwenteling wordt herdacht.
Tussen de masten
Even het bruggetje over naar de Drommedaris, Enkhuizens handelsmerk. In de 16e eeuw was het minstens de helft kleiner. In 1649 zijn er twee verdiepingen bovenop gezet, en nog weer later is het carillon toegevoegd dat nu om het kwartier zijn klanken de oude straatjes in klingelt.
In de kerkers onder het gebouw zaten protestanten opgesloten. Omdat ze niet wilden geloven wat ze van koning en kerk móésten geloven. In de zoutketen er vlakbij hielden ze hun diensten, in het geheim. Een aantal van hen werd erom gestraft, sommigen zelfs verbannen. Het belijden van de waarheid had een hoge prijs.
Er gebeurde nog meer, hier bij de Drommedaris: nadat de stad de kant van Oranje koos, werd in 1573 in zeventien dagen tijd een schans opgeworpen: Willigenburg. Er was haast bij, want de Spaanse vloot was in aantocht. Met man en macht zetten de Enkhuizers zich in om hun stad te verdedigen.
In de sluis naast het gebouw is onlangs een tweede paar deuren aangebracht. Splinternieuw; het jaartal staat erop: 2022. Maar ook hier zijn stokoude verhalen te vertellen. Over de drost (bestuurder) van Muiden die in 1572 wilde binnenvaren om de Spanjaarden te voorzien van manschappen en munitie. Toen de Enkhuizenaren dreigden hem te beschieten, droop hij af.
Een Spaans schip op de Zuiderzee liep vast op een ondiepe plek, waarna de geuzen het in brand staken. Daarop vorderde de Enkhuizer burgemeester een vissersboot om de Spanjaarden te hulp te komen. Maar de bevolking liet snel een loopbrug neer, precies tussen twee masten, zodat het vaartuig geen kant meer op kon.
Tussen Dijk en Zuider Havendijk ligt het steegje Tussen Hel en Vagevuur. Bijzondere naam; hij verwijst naar Vagevoier, een man die op het Zuiderspui woonde. Hier was een kroegje, ’t Paradijs, waar mannen werden geronseld voor de koopvaardijschepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Op de Waag aan de Kaasmarkt prijkt het borstbeeld van koning Filips II op de voorgevel. De beelden op de dakrand staan symbool voor gerechtigheid, hoop, geloof, liefde en kracht.
Naar zo’n oude gevel kun je lang kijken. Naar alle details die met zo veel geduld en precisie zijn aangebracht, en die al die eeuwen bewaard gebleven zijn. Het gebouw bleef wat het was, de wereld eromheen is drastisch veranderd.
Aan de Breedstraat staat het oude stadhuis. Het dateert uit 1688. Op de plaats van het linkergedeelte stond het vorige stadhuis. Hier koos Enkhuizen voor de prins. De bevolking wachtte de komst van de geuzen niet af, maar nam het heft in eigen handen. Vanaf het Zuiderspui kwam een grote groep inwoners naar het stadhuis. Vanaf het Noorderspui een andere groep. Binnen zaten de burgemeesters. Die hadden hun soldaten opgedragen niet op het volk te schieten. Nadat de deur was opengeramd, haalden de stadsbestuurders bakzeil. Driekwart van de bevolking was nog steeds rooms, maar Spaans was de stad niet meer.
Monniken opgehangen
Geuzenleider Sonoy veroverde Hoorn en Medemblik. Het bleef nog lang onrustig in de streek. In het stadhuis hangt een schilderij van de Slag op de Zuiderzee in 1573, toen de geuzen de Spanjolen en de Amsterdammers versloegen.
Erg zachtzinnig ging het allemaal niet toe. Hier voor het stadhuis werden monniken uit Alkmaar opgehangen. Nu staat er een kanon met daarop het wapen van keizer Karel V. Ooit is het wapentuig veroverd op Duinkerker kapers. Het staat niet weggestopt achter een hek, maar gewoon bij het trottoir.
Wie langs het stadhuis richting IJsselmeer kijkt, kan maar zo een zeil voorbij zien schuiven. Appelo herinnert zich dat daar de gasboot voer. Die ging de boeien vullen die de vaargeul markeren. Enkhuizen had, als dank voor de steun, van Willem van Oranje het paalkistrecht gekregen: de opdracht met bakens te zorgen voor een veilige vaarroute. Drie eeuwen later nam de rijksoverheid de zorg voor de zee over. Maar boeien vullen, dat bleef de gasboot uit Enkhuizen nog heel lang doen.
Hier in het oude stadscentrum is elk gebouw uniek, en samen staan ze mooi te zijn. De wandelroute eindigt bij Breedstraat 121: In de Eendraght. Op de gevelsteen staat een leeuw, symbool van de Staten van Nederland, met zeven pijlen: de gewesten van toen. Tijdens de opstand tegen de Spanjaarden werd de leeuw met het zwaard in zijn klauw het symbool van Holland en Zeeland. Onder zo’n trapgeveltje gaan eeuwen historie schuil.
Appelo woont in deze straat. Al ruim 35 jaar gidst ze groepen door het stadje. Zelf komt ze uit Bovenkarspel en werd ze rooms-katholiek opgevoed, maar ze trouwde met de zoon van een SGP-raadslid in Enkhuizen. „In mijn jeugd werd Enkhuizen de slechte stad genoemd, vanwege het protestantse karakter. De tegenstellingen tussen rooms en protestants zijn hier in West-Friesland lang blijven bestaan.”