De Britse premier Boris Johnson heeft woensdagavond minister Michael Gove van Huisvesting ontslagen, meldt de BBC. Gove wordt gezien als een politicus die loyaal is aan Johnson. Hij werkte nauw samen met Johnson aan de ‘Vote Leave’-campagne ten faveure van brexit. De onderminister van Volksgezondheid en de minister voor Wales hebben aan het einde van de avond hun ontslag ingediend.
De nu ontslagen Gove is al decennia een vooraanstaand figuur in de Conservatieve Partij en heeft vanaf zijn aanstelling in 2010 als minister van Onderwijs hoge posities binnen de partij van Johnson bekleed. Zo was hij ‘Chief Whip’ in het parlement, een belangrijke leiderspositie. Ook was hij al minister van Justitie en minister van Milieu.
Eerder woensdagavond waren meerdere vooraanstaande Britse ministers in de ambtswoning van premier Boris Johnson om hem te vertellen dat hij moet stoppen als premier. Onder hen zou ook de minister voor Wales, Simon Hart, zijn. Hart maakte woensdagavond laat via een brief aan Johnson bekend zijn functie neer te leggen. Kort daarna trad ook onderminister Edward Argar van Volksgezondheid af. Tal van bewindslieden zijn al opgestapt uit de door schandalen getroffen regering.
De procureur-generaal voor Engeland en Wales, Suella Braverman, riep Johnson aan het einde van woensdagavond op af te treden en zei als eerste bewindspersoon dat ze tegen de premier de strijd aan wil gaan om het voorzitterschap van de Conservatieve Partij. Braverman maakte duidelijk haar huidige functie niet te willen opgeven.
Johnson heeft de afgelopen dagen meermaals aangegeven niet te willen vertrekken. „Als ik kijk naar de problemen waar dit land voor staat, en ook de oorlog in Europa, zie ik niet hoe het verantwoordelijk is daarvan weg te lopen”, zei hij onder meer. „Het laatste wat dit land nodig heeft zijn verkiezingen.”