Het aantal Oekraïense vluchtelingen in Nederland neemt nog steeds toe. Op tal van locaties vinden ze onderdak, variërend van een christelijk vakantiepark in Onstwedde tot een verbouwd pand van een evangelische gemeente in Alblasserdam.
Opvang in Onstwedde
Kort na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zocht de Groningse gemeente Stadskanaal opvangplekken voor vluchtelingen. Zij klopte onder meer aan bij De Sikkenberg in Onstwedde, vertelt Sari de Ruijter-Willems, samen met haar man eigenaar van dit christelijke vakantiepark. Het echtpaar besloot mee te werken aan de opvang. „Ik vind het onze plicht om te zorgen voor de medemens, als je daar de mogelijkheid voor hebt.”
Half maart arriveerden de eerste Oekraïners. In korte tijd vonden bijna dertig ontheemden een plek op het park. Op dit moment verblijven er nog 7 gezinnen, in totaal 22 personen. Ze zijn ondergebracht in chalets, stacaravans, huisjes en luxe tenten. „Twee gezinnen zitten in een semipermanente woning. Beide hebben een kind met een ernstige meervoudige handicap”, zegt De Ruijter.
Tijdens de komende schoolvakanties blijven de vluchtelingen gewoon op De Sikkenberg. „Bijna allemaal kunnen ze vanwege medische omstandigheden niet in een grote, gezamenlijke locatie wonen. In korte tijd hebben we een band met hen opgebouwd, in een bijzondere periode in hun leven. Ze komen met heel andere vragen bij ons dan de gemiddelde vakantieganger. Je proeft hun nood.”
Sommige momenten zal De Ruijter niet snel vergeten. „Op een dag kwam ik voor iets praktisch bij een van de gezinnen. Die mensen hadden een camera hangen in hun huis in Oekraïne. Ze hadden net op de camerabeelden gezien dat hun woning was gebombardeerd en waren helemaal ontredderd. Het enige wat je dan kunt doen, is huilen en samen bidden. Dat brengt je heel dicht bij elkaar.”
Dat de vluchtelingen op De Sikkenberg tussen vakantiegangers verblijven, levert geen problemen op, zegt De Ruijter. „De Oekraïners worden ook uitgenodigd voor bijvoorbeeld kinderactiviteiten of de gezinsdienst op zondag. Tijdens de dienst bieden we vertaling van de liederen op de beamer. Soms zijn er vrijwilligers die de preek enigszins in het Engels vertalen, maar niet alle Oekraïners spreken die taal.”
De Ruijter vindt het bijzonder om te merken dat veel Nederlanders iets voor de vluchtelingen willen betekenen. Zo ging ze via Marktplaats op zoek naar een rolstoelfiets voor de gezinnen met een kind met een meervoudige handicap. „Binnen een paar uur kreeg ik een reactie van een gezin op de Veluwe. Hun gehandicapte dochter was overleden en ze wilden hun elektrische rolstoelfiets graag schenken voor deze Oekraïense gezinnen. Dat was heel bijzonder.”
Opvang in Alblasserdam
Bij de zoektocht naar opvangplekken voor Oekraïners in Alblasserdam kwam onder meer het gebouw van de evangelische gemeente Alblasserwaard (Jozua) in beeld. „Onze Bijbelse opdracht serieus nemend, hebben we gezegd: We gaan de kerk verbouwen om vluchtelingen onderdak te bieden en hun met het Evangelie in aanraking te brengen”, zegt Pieter Boer, voorzitter van de oudstenraad en lid van het kernteam Oekraïne.
De evangelische gemeente, die zo’n 1100 leden telt, beschikt over een pand met een grote zaal op een industrieterrein. „Daarnaast staat een vijf verdiepingen tellend gebouw waarin onze activiteiten plaatsvinden, zoals kringen, muziek en de zondagsschool voor verschillende leeftijdsgroepen.”
Van dit gebouw stelde Jozua drie verdiepingen ter beschikking voor de opvang van Oekraïners. Hiervoor was een flinke verbouwing nodig. Er werden onder meer zes kookeilanden en diverse douchecabines geplaatst, naast bedden en wasmachines. Vanaf begin juni verblijven er vluchtelingen in het pand, op dit moment zo’n 65.
Boer: „In het begin zaten er vooral vrouwen en kinderen, die nu zijn ondergebracht in de Havenkerk in Alblasserdam, die leegstond. Wij vangen vooral studenten op. Onder hen zijn veel twintigers die vanuit Algerije, Nigeria en Ghana naar Oekraïne waren gegaan voor studie en vanwege de oorlog uit dat land zijn gevlucht.”
Inmiddels zijn er diverse activiteiten voor hen gestart. Zo zijn er vrijwilligers die hulp bieden bij het zoeken van werk. Op werd er een wandeling naar het molengebied georganiseerd. En op woensdagavond kunnen de bewoners van de opvanglocatie op het terrein van een plaatselijke club een balletje trappen met Nederlanders.
Voor het zondagsschoolwerk van Jozua stelde de burgerlijke gemeente drie lokalen in een naburig pand ter beschikking. Sommige vluchtelingen wonen op zondag de dienst van de evangelische gemeente bij. „Anderen bezoeken de dienst niet, maar komen na afloop wel koffiedrinken met mensen uit de kerk. Eén keer in de maand is er in ons gebouw ook een internationale dienst, waarbij we de vertalingen hebben aangepast aan de groepen die er nu zijn. Daarbij wordt ook een maaltijd aangeboden.”
Met de burgerlijke gemeente werd een afspraak gemaakt voor opvang gedurende een halfjaar, met de mogelijkheid van verlenging. Boer vindt het mooi dat deze mogelijkheid zich aandiende. „God stuurt deze mensen naar ons toe. Het is ons gebed dat allen geraakt worden door het Evangelie en God leren kennen.”
Oekraïense kunstenaars
In Co Zwolle (Esdoornstraat 3) is tot 10 juli op werkdagen de expositie van ”Quo Vadis?” te bezichtigen. Aan dit kunstproject werkten tien vluchtelingen uit Oekraïne mee, die onder meer in Zwolle en Heerde verblijven. Het zijn vooral moeders en dochters, vertelt Willem Blok, een van de initiatiefnemers. „Maar er zit ook een 85-jarige man bij. Deze architect is gevlucht uit Severodonetsk, een plaats die is platgebombardeerd. Hij zit met zijn dochter in een klein kamertje in een opvanglocatie aan de Dokter van Deenweg in Zwolle. Geregeld wandelt hij met zijn rollator door de buurt en maakt hij schetsen van gebouwen die hij ziet. Heel inspirerend.”
Bezoekers van de expositie kunnen een bod uitbrengen op de kunstwerken, waaronder schilderijen, pentekeningen en een soort plateelschilderingen. De opbrengst van de verkoop gaat via Stichting Humane naar hulpprojecten in Oekraïne.