Opinie

Welvaart moet worden gedragen door rentmeesterschap

Stikstof is een serieus probleem voor elke Nederlander. Alleen in de gezamenlijkheid van boer, bedrijf, consument en overheid vinden we voor mens en natuur een begaanbare weg naar een blijvend perspectief.

Jan van Ginkel
15 June 2022 07:47
„De onzekerheid voor de landbouwsector zal blijvend groot zijn.” beeld iStock
„De onzekerheid voor de landbouwsector zal blijvend groot zijn.” beeld iStock

Stikstof raakt de belangen van velen. Langdurige onzekerheid over de overlevingskans van je boerenbedrijf. Of, aan de andere kant van het spectrum, eindelijk een kabinet dat de rechten van de natuur alle ruimte geeft. Er blijft gedoe over stikstof als groepen in de samenleving hun eigen deelwaarheid tot enige waarheid verheffen. Aan het stikstofvraagstuk zitten zoveel kanten: technisch, juridisch, politiek, ecologisch. Vanuit elk perspectief worden in de media rake dingen gezegd. Maar de uitdaging voor alle betrokkenen is om ook naar het geheel te kijken. Ik doe een poging, op huiselijke toon.

Ik ben boerenzoon uit de Gelderse Vallei en ambtenaar bij een provincie. Om vijf uur ’s ochtends molk ik de koeien, nu draag ik bij aan beleid voor een beter Nederland. Niemand is geholpen met de uitspraak dat ambtenaren vanuit hun Haagse toren ideeën uitstrooien over het platteland. Of dat boeren al jaren naar het nieuws luisteren met oorwatjes in. Wat is er eigenlijk gaande?

Nederland heeft nauwelijks oorspronkelijke natuur. Bijna elke vierkante centimeter is in de loop des tijds door mensen aangelegd. Dat geldt net zo goed voor mijn achtertuin als voor de Hoge Veluwe en de Drentse heide. Toch is die natuur er niet voor niets. Ze vormt het landschap, biedt mogelijkheden voor ondernemen, geeft ruimte voor recreatie. En in die schepping van bomen en struiken, van planten en bloemen wemelt het van bijen en muggen, van dieren en beestjes.

De neerslag van stikstof tast de bodem aan, waardoor de natuur minder verscheiden wordt. Juist het behoud van die biodiversiteit is van levensbelang, ook voor mensen. Geen bestuiving door insecten betekent geen eten op tafel. Te veel stikstof is een serieus probleem.

Onontkoombaar

Het stikstofvraagstuk speelt in elk ander land veel minder dan in Nederland. Jaren geleden hebben we, met elkaar als samenleving, ervoor gekozen om veel natuurgebieden aan te wijzen als beschermwaardig. Die afspraak heeft Nederland met de EU gemaakt en die is niet zomaar te wijzigen. De stand van de flora mag sindsdien niet achteruitgaan door stikstof. Een heideveld mag daardoor niet veranderen in een gebied met beplanting. Inmiddels dwingt de rechter de aanpak van stikstof af. Er is geen ontkomen meer aan.

Op 10 juni heeft minister Van der Wal met een kaartje laten zien hoe groot het probleem is. In nogal wat gebieden moet het stikstofpercentage stevig naar beneden. Op allerlei plekken in het land worden metingen verricht en met een model wordt dan doorgerekend welk gebied hoeveel stikstof kwijt moet. Die percentages zijn echt niet overal helemaal juist. Daarvoor zou je op elke vierkante meter in Nederland een stikstofmeetapparaat moeten neerzetten. Daarom wordt een rekenmodel gebruikt. De berekende uitkomst wijkt wel eens af van een meting. Het model moet dus beter. Maar het is flauw om te zeggen dat het model niet te vertrouwen is.

Nu in nogal wat gebieden het stikstofgehalte fors omlaag moet, is het echter oneerlijk om alleen de boeren te pakken. Andere vervuilers, zoals de industrie, de luchtvaart en de mobiliteit, worden ontzien maar de landbouw niet. En juist deze sector bracht in de afgelopen jaren de stikstofuitstoot al enorm terug. Inderdaad, het is nog lang niet genoeg. Het boerenbedrijf is nog steeds een belangrijke veroorzaker van stikstof. De sector zal nogmaals een grote inspanning moeten leveren. Zoals de andere sectoren ook hun bijdrage moeten leveren. Die kunnen hun borst alvast natmaken. Richtte op 10 juni het beleid zich op natuur en landbouw, de komende tijd volgt er even duidelijk beleid uit Den Haag voor de andere sectoren.

Boter op ons hoofd

De frustratie is groot. Boer is geen beroep waarvan je zegt: vandaag boer, morgen timmerman, overmorgen metselaar. Boer-zijn is een levenswijze, vaak al generaties lang. Alle investeringen in milieukwaliteit en alle inzet op innovatie lijken niet gezien te worden. Boeren moeten opkrassen. Zodat de vrijgekomen grond gebruikt kan worden voor een miljoen extra woningen. Bevolkingstoename en woningbouw over de rug van de boerenstand.

De frustratie is authentiek maar de argumentatie onterecht. Alsof er geen waardering zou zijn voor het boerenbedrijf. Alsof er opzet in het spel is. De eeuwen door zijn er wijzigingen geweest in typen arbeid. Niemand is nog loodzetter of paardentramkoetsier. De economie en ook de ruimtelijke ordening zijn altijd in beweging. En natuurlijk is er voor woningbouw ruimte nodig.

Maar belangrijker is dit: de enorme intensivering van de agrarische sector, letterlijk een bio-industrie, is niet meer houdbaar. Ze is niet duurzaam, niet diervriendelijk. Wij consumenten hebben een flink pak boter op ons hoofd dat we dit hebben laten gebeuren, omdat we voor de laagste prijs het beste stukje voedsel willen. Het gevolg is dat we, in grote lijnen geschetst, de grondstoffen importeren, de producten exporteren en zelf blijven zitten met een gevulde beurs én met alle troep. Ik weet het, productie naar het buitenland verplaatsen helpt de uitstoot niet en de diervriendelijkheid nog minder. Daar zal men ook zijn verantwoordelijkheid moeten gaan nemen. Zoals ons kabinet daar nu ook mee begint.

In gesprek blijven

Het stikstofbeleid is nog maar een begin. Aangescherpt beleid op andere dossiers zal volgen: niet-fossiele energie, aanpassing aan klimaat, circulaire economie, waterkwaliteit. Er zullen vergaande keuzes nodig zijn, voor platteland en stedelijk gebied. Nu proberen van de huidige manier van landbouw bedrijven te redden wat er te redden valt, is kansloos. Er zijn radicale stappen nodig voor fundamentele verandering van de hele sector. Onze welvaart moet op een nieuwe leest geschoeid worden, de leest van rentmeesterschap. De grote zoektocht is hoe. Eenzijdige verhalen over foute modellen, boeren wegpesten en kaalslag van het platteland helpen echt niet. Afzien van intensieve veehouderij, stoppen met uitputting van gronden, radicaal innoveren, nieuwe verdienmodellen ontwikkelen en vooral met elkaar in gesprek blijven als belanghebbenden – dat is nodig. Gesprekken over welke maatregelen voor welke gebieden het meest passend zijn. De uitvoering van het beleid biedt ruimte voor nuance en maatwerk.

De onzekerheid voor de landbouwsector zal blijvend groot zijn. Stoppen, verplaatsen, extensiveren, verduurzamen – dat is allemaal ingewikkeld voor de boerengezinnen om wie het gaat. En voor hun toeleveranciers. Ik zie en voel het lijden van mijn eigen familie om het verlies dat dreigt. Onze samenleving beleeft een diepgaande verandering naar een duurzamere toekomst. Dat gaat gepaard met veel gedoe, pijn en gemis. Alleen in de gezamenlijkheid van boer, bedrijf, consument en overheid vinden we met elkaar een begaanbare weg voor mens en natuur. Op weg naar een blijvend perspectief.

De auteur is concerndirecteur en locoprovinciesecretaris van de provincie Zuid-Holland. Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer