Heeft Rusland een schaamtecultuur?
Oorlog en eer gaan hand in hand. Op het eerste gezicht lijkt dat vreemd. Er is immers niet zo veel eervols aan het kapotschieten van een stad als Marioepol of aan het doden van burgers op straat in een stadje als Boetsja. Toch is het concept van eer nooit ver weg op het slagveld. Kijk maar naar de vele hoge onderscheidingen die landen uitdelen voor in de strijd behaalde overwinningen, zoals de Medal of Honor in de Verenigde Staten en de prestigieuze Militaire Willems-Orde in Nederland.
Als eer in het Westen al zo belangrijk is, dan geldt dat zéker voor het Oosten. Een nogal massieve maar toch goed bruikbare theorie hierbij is te vinden in de culturele antropologie, waar onderscheid wordt gemaakt tussen culturen van schuld versus onschuld, schaamte versus eer en angst versus macht.
Nederland en veel andere westerse landen zijn vanouds typische schuldculturen. Weliswaar is de schaamtecultuur hier aan een opmars bezig, maar het idee van schuld laat zich niet zo snel verdringen. De theologie van verzoening door voldoening is niet voor niets nergens zo sterk ontwikkeld als in het Westen. Alleen door erkenning van en betaling voor de fout kan de staat van onschuld hersteld worden. Dus als iemand gepakt wordt omdat hij een greep in de kas heeft gedaan, moet de dader expliciet zijn schuld erkennen en voor genoegdoening zorgen.
De meeste samenlevingen in het Midden-Oosten en Azië daarentegen zijn typische schaamteculturen. Een kind groeit daar niet allereerst op met het idee dat het stelen van geld hem schuldig maakt, maar dat het hem een schande bezorgt die afstraalt op de rest van de familie. Het is niet primair de staat van onschuld die hersteld moet worden, maar de eer die gered moet worden. De persoon die een greep in de kas heeft gedaan, bekent dat dus niet, maar ondergaat wel deemoedig zijn straf, als een impliciet teken van schuld.
In met name delen van Afrika, ten slotte, is de diepst gevoelde negatieve emotie niet schuld en ook niet schaamte, maar angst. Bijvoorbeeld voor boze machten. Hier zijn veel inspanningen gericht op bevrijding van die angst. In dit geval zal degene die een greep in de kas deed, alles willen doen wat bijdraagt aan een snel herstel van zijn vrede en vrijheid.
Deze drie basisculturen zijn duidelijk terug te zien in de manier waarop mensen hun geloof beleven. Maar ook in conflicten en oorlogen. Er is een interessant onderzoek gedaan naar de vraag hoe presidenten van de Verenigde Staten omgingen met conflicten. Wat blijkt: dat ligt sterk aan waar de presidenten vandaan komen. Het zuiden van de Verenigde Staten wordt vanouds getypeerd als een samenleving met een schaamtecultuur, terwijl het noorden een schuldcultuur kent. Zuidelijke presidenten maken zich als gevolg daarvan veel drukker over hun eer en reputatie. Om die te beschermen, blijken ze twee keer zo vaak bereid om geweld in te zetten bij conflicten met andere staten en die conflicten blijken drie keer zo vaak te eindigen in een overwinning –en dus eerherstel– voor de VS.
Nu de oorlog in Oekraïne zo’n honderd dagen aan de gang is, doemt de vraag op waar Rusland –en in het bijzonder Poetin– staat in dit spectrum van schuld, schaamte en angst. Heeft Rusland een schaamtecultuur? De antwoorden daarop verschillen – hoe kan het ook anders in zo’n omvangrijk land waarin veel interne verschillen bestaan.
Toch kent Rusland wel degelijk eerder een schaamtecultuur dan een schuldcultuur. Dat blijkt al in de befaamde Russische literatuur, met de klassieker ”Misdaad en straf” van Fjodor Dostojevski voorop. Dat boek mag dan lange tijd bekend hebben gestaan onder de titel ”Schuld en boete”, het draait er juist om dat de hoofdpersoon –die iemand heeft vermoord– geen schuld voelt, maar verteerd wordt door schaamte.
Er zijn talloze andere verhalen, klassiek en modern, over de rol die eer en gezichtsverlies nog altijd spelen in de Russische samenleving, vooral op het platteland. Een meisje dat eervol trouwt, bezorgt haar familie een goede naam. Een jongen die eervol zijn militaire plichten vervult, mag rekenen op respect van de samenleving.
De in Rusland geboren politieke wetenschapper Andrei Tsygankov betoogt zelfs dat eer het sleutelbegrip is in de Russische internationale relaties – en niet alleen nu, maar al sinds de tsarentijd. Als Russische leiders het idee hebben dat hun eer erkend wordt, werken ze volgens hem samen met het Westen. Gebeurt dat niet –en het gebeurt nu zeer zeker niet– dan reageert Rusland volgens Tsygankov alleen maar feller. Dat werkt volgens de Noorse politicoloog Jardar Østbø precies zo bij Poetin.
Dat inzicht is extra relevant nu blijkt dat honderd dagen oorlog bij lange na niet hebben opgeleverd wat Poetin ervan had verwacht. Rusland heeft een hele serie tegenslagen te verwerken gekregen.
In een schaamte-en-eercultuur moet je iemand die verantwoordelijk is voor deze tegenslagen een uitweg bieden om toch met opgeheven hoofd het slagveld te verlaten. Voorkomen moet worden dat de Russische beer zich zo erg schaamt dat hij geen weg terug meer ziet en onomkeerbare beslissingen neemt. Het is niet realistisch om te verwachten dat een leider uit zo’n cultuur net zo schuldbewust zal reageren als het door schuld verteerde Duitsland na de Tweede Wereldoorlog.
Doordat de NAVO-landen steeds meer wapens naar Oekraïne sturen, is het niet vreemd als Poetin zich genoodzaakt voelt om juist harder op te treden. Het lijkt vanuit een schaamte-en-eeroptiek dus onwaarschijnlijk dat Poetin op korte termijn gaat inbinden, laat staan dat hij de veroverde gebieden in het zuiden en oosten van Oekraïne gaat prijsgeven.
Mede daarom heeft deze oorlog volgens experts alles in zich om nog jarenlang voort te slepen als een bevroren conflict, zodat er geen duidelijke winnaar is, maar –en dat is in een schaamtecultuur nog veel belangrijker– ook geen uitgesproken verliezer.
Journalist Jacob Hoekman speurt in de geschiedenis naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws