Proces ds. Latzel niet bij voorbaat kansloos
Op de eerste zittingsdag van het hoger beroep dat de Bremer predikant ds. Olaf Latzel aantekende tegen zijn veroordeling in 2020, weerden hij en zijn advocaat zich krachtig. Ze lijken, zo bleek maandag in het zogeheten Landgericht Bremen, in dit proces bepaald niet kansloos.
Maandagmorgen, iets na half negen. Ds. Olaf Latzel beklimt de trappen van het Landgericht Bremen. Een hoofdknik en een armzwaai naar zo’n vijftien gemeenteleden die in het portaal staan te wachten.
De predikant gaat, zoals bekend, in hoger beroep tegen een eerder vonnis van de rechtbank in Bremen. Die veroordeelde hem op 25 november 2020 tot een boete van 8100 euro vanwege volksopruiing. In een huwelijksseminar in zijn eigen kerk, de Martinigemeente in Bremen, noemde hij in 2019 de lhbti-ideologie „gendertroep” en typeerde hij het gedrag van militante homoactivisten als „duivels”. Ook noemde hij deze activisten, die zijn kerk bekladden, zijn auto bekrasten en gemeenteleden bedreigden, „criminelen.” Dat is haatzaaien en dus verboden, oordeelde de rechtbank.
Zal dit vonnis dezer dagen standhouden? Een journalist van de Weser Kurier, niet bepaald een fan van Latzel, denkt van niet. „Ik verbaasde me er al over dat hij de vorige keer niet werd vrijgesproken. Ik wed dat dit nu wel gebeurt.”
Grote vraag is dan natuurlijk of ds. Latzel en zijn advocaat, dr. Sascha Böttner, met nieuwe argumenten kunnen komen. Is álles over deze kwestie al niet gezegd?
Dat blijkt maandag mee te vallen. Cruciaal in de veroordeling, in 2020, voor volksopruiing is het begrip opzet. Van ophitsing van burgers tegen lhbti’s kan immers slechts sprake zijn als iemand opzettelijk kwetsende uitlatingen doet, met het kennelijke doel anderen aan te zetten tot haat of geweld.
Tegen die gedachte verzet ds. Latzel zich maandag met kracht. „Ik keer mij beslist niet tegen mensen, ook niet tegen homo’s. Er zijn homo’s in mijn gemeente, in mijn familie, in mijn kennissenkring. Met hen ga ik heel gewoon om. Waar ik me als predikant tegen keer, is een bepaald gedrag; dat noem ik zonde”, betoogt hij als hij het woord krijgt.
Nazi’s
Het wetsartikel waarop hij is veroordeeld, is in de Duitse strafwet gekomen na de Tweede Wereldoorlog, argumenteert ds. Latzel, om duidelijk strafbaar te stellen wat de nazi’s in de jaren dertig en veertig hadden gedaan: het volk ophitsen tegen onder meer Joden en homo’s. „Ik heb me daarentegen juist altijd verzet tegen het buitensluiten van welke mensen dan ook, of het nu Joden of homo’s zijn. Dat is een rode draad in mijn leven. In mijn vorige kerkelijke gemeente, in Trupbach-Seelbach, hadden we een evangelisatiecampagne waaraan, vanuit die gemeente, ook een homo deelnam. Sommige gemeenteleden wilden hem weg hebben. Ik heb toen gezegd: Dat maak ik niet mee. Als hij dit werk niet kan doen, ben ik jullie dominee niet meer.”
Zwakke steen in het vonnis van 2020 is verder dat de beschuldiging van doelbewuste opruiing volledig is gebaseerd op het seminar voor gehuwden (getiteld: ”Bijbelse rijschool voor het huwelijk”) dat ds. Latzel in 2019 leidde en dat –zeker aanvankelijk– alleen bedoeld was voor leden van zijn gemeente. Pas zes maanden later werd het audiobestand van het seminar door een gemeentelid –weliswaar met toestemming van de predikant– op YouTube gezet.
Omdat het vonnis zich op het seminar zelf richt, is dus van wezenlijk belang wat ds. Latzel er op dát moment mee beoogde en op welk publiek hij zich richtte. Vandaar dat de rechtbank maandag twee getuigen ondervraagt.
Eén van hen is de 41-jarige Harry Feiffer, lid van de Martinigemeente. Jazeker, zegt de technicus in de machinebouw, hij was bij het seminar aanwezig. Kon de heer Feiffer, vraagt de rechter, de opmerking van ds. Latzel dat „deze criminelen van Christopher Street Day (Duitse aanduiding voor de gaypride, AdJ) overal rondlopen”, destijds een beetje plaatsen? Hoe vatte hij dit toen op? Schrok hij ervan?
„Nee”, antwoordt Feiffer, daar schrok hij niet van. Hij begreep best hoe de predikant deze opmerking bedoelde. Hij had immers zelf meegemaakt hoe militante lhbti-activisten ds. Latzel én de leden van de Martinigemeente regelmatig het leven zuur maakten. Hoe zij onwettige acties uitvoerden, de ingang van de kerk versperden, het gebouw met verf besmeurden en digitaal kerkleden bedreigden. Helder dus dat de term „criminelen” op hen sloeg en niet op alle homo’s.
Veel tijd gaat maandag heen met het naluisteren van het omstreden seminar en met het integraal voorlezen van het vonnis van 2020, inclusief motivatie. Ook met het eveneens integraal voorlezen van de argumentatie in het hoger beroep. Waardoor vele minuten lang, in de rechtszaal, uit de mond van de rechter, complete Bijbelperikopen klinken. Uit Leviticus 18, uit Romeinen 1, uit Openbaring 22, maar ook uit Johannes 8 (over de vrouw die, in overspel gegrepen, tot Jezus wordt gebracht).
„Niet te geloven, toch?”, gnuift een aanwezige journalist van een Duitse, methodistische kerk. „Dat dit klinkt in een Duitse rechtszaal? Wie weet wat God hiermee, en ook met het betoog van ds. Latzel, uitwerkt?”
Duivel
Nog bijzonderder wordt het aan het eind van de bijeenkomst. Als de rechter de zitting bijna wil sluiten, vraagt Böttner, Latzels advocaat, of hij de verdachte nog wat vragen mag stellen. „Zeker, dat mag.” Enkele tientallen vragen vuurt hij op ds. Latzel af. Is de Bijbel het Woord van God? Wat zegt Hij over relaties? Verandert Hij weleens van mening? Wie is de duivel? Bestaat hij echt? Op welke manier werkt hij? Enzovoort, en zo verder.
De vragen geven ds. Latzel de gelegenheid kort en helder de kern van het christelijk geloof uiteen te zetten. Tot de rechter, aarzelend, ingrijpt. Jawel, de heer Böttner mág dit alles vragen. Maar zou hij zich een beetje willen beperken? En zich willen afvragen of dit voor het hoger beroep echt relevant is?
Zeker, betoogt Böttner. Maar de rechter begrijpt toch hopelijk ook wel dat het de Duitse justitie is die zich in deze kwestie op spiegelglad theologisch ijs is gaan bewegen? En dat hij, als advocaat, zijn best doet om –als de gedachtewisselingen dan toch theologisch worden– tegengas te bieden tegen de theologische eenzijdigheden van moderne godgeleerden?
Daar kunnen de aanwezigen het maandag mee doen. De zitting wordt vrijdag voortgezet. En waarschijnlijk pas maandag afgesloten.