Bremer krachtpatser Olaf Latzel weer voor het hekje
Nog twee dagen en de vermoedelijk bekendste predikant van Duitsland, ds. Olaf Latzel, staat weer voor het hekje. Waar draait het ook alweer om? En wat drijft deze krachtpatser uit Bremen?
Het persbericht van de arrondissementsrechtbank van Bremen zet het nog maar eens netjes op een rijtje. Als maandag ds. Olaf Latzel (54) –niet voor het eerst in zijn leven– voor het hekje staat, draait het opnieuw om een viertal uitspraken die de predikant van de Bremer Martinikerk op 19 oktober 2019 tijdens een huwelijksseminar in zijn eigen gemeente deed.
Bijvoorbeeld deze: „Al deze gendertroep is een aanval op Gods scheppingsorde, is diep duivels en satanisch.” Verder zei ds. Latzel tweeënhalf jaar geleden dat uitingen van homoseksualiteit „allemaal degeneratieve vormen van de samenleving zijn, die hun wortels hebben in goddeloosheid.” Ook dat „deze duivelse homolobby steeds sterker wordt en steeds massiever.” En tot slot dat „deze criminelen van Christopher Street Day (Duitse aanduiding voor de gaypride, AdJ) overal rondlopen.”
Inderdaad, zelfs voor een Bijbelgetrouw predikant pittige uitspraken. Voor de organisatoren van de gaypride in Bremen én voor zijn eigen kerkverband, de Bremer Evangelische Kirche (BEK), in elk geval ruim voldoende om hem aan te klagen wegens volksopruiing. En voor de rechtbank in Bremen genoeg om hem op 25 november 2020, vanwege opruiing, te veroordelen tot een boete van 8100 euro.
Strijdlust
Dat de zaak maandag weer verder gaat, is te danken aan ds. Latzel en zijn aanhangers, die tegen de uitspraak van 2019 in hoger beroep gingen. De boomlange prediker, sinds 2007 verbonden aan de Martinikerk, staat bekend om zijn strijdlust en heeft van rechtlijnigheid zijn handelsmerk gemaakt. En hoewel hij de gewraakte uitlatingen later heeft verduidelijkt –met het woord „criminelen” bedoelde hij alleen militante homoactivisten die zijn gemeente bedreigen en zijn kerk bekladden; bovendien zegt hij „nee tegen de zonde, maar ja tegen de zondaar”–, nam hij ze inhoudelijk niet terug.
Kón hij ook niet, vond hij. Als knecht van God móét hij deze boodschap brengen, betoogde de predikant tijdens de rechtszaak in 2020, terwijl hij een Bijbel zichtbaar voor zich op tafel had liggen. De Bijbel, „het levende Woord van God, waarin de Schepper het schepsel vertelt wat het doen moet, wat goed en juist is”, zoals hij het ooit in een interview met een vertegenwoordiger van de Christelijke Broedergemeente van Wolfsburg uitdrukte. „De Bijbel geeft altijd en te allen tijde antwoorden op de vragen van welke tijd dan ook.”
Latzel, die naar eigen zeggen op 14-jarige leeftijd op een jeugdkamp van YMCA (Young Men’s Christian Association) in het Salzburger Land tot persoonlijk geloof in Jezus Christus kwam, veranderde vanaf die tijd ook drastisch zijn toekomstplannen. Wilde hij eerst militair worden („Dat vond ik mooi, de onderscheidingstekens, de uniformen”), nu voelde hij zich „door de levende God en door Jezus Christus geroepen” tot een andere, geestelijke strijd. Hij wilde predikant worden.
Wat ook daadwerkelijk gebeurde. Eerst, in 1998, in Trupbach-Seelbach (Siegen); sinds 2007 in de oude, laat-gotische Martinikerk in Bremen. Een gemeente van behoudende snit, waaraan voorheen de bekende Georg Huntemann verbonden was. En waarin Olaf Latzel zich als een vis in het water voelt. Werd hij na de ophef over zijn huwelijksseminar door zijn kerkverband, de liberaal georiënteerde Bremer Evangelische Kirche (BEK), tijdelijk geschorst –een schorsing die daarna, in afwachting van een definitieve rechterlijke uitspraak, weer werd opgeheven–, zijn eigen gemeente en kerkenraad bleven pal achter hem staan.
Gewichtheffen
Soldaat mag hij dan nooit zijn geworden, iets militairs heeft de Bremer pastor –hobby’s: gewichtheffen en jagen– altijd over zich gehouden. Subtiliteiten? Diplomatieke bewoordingen? Niet aan hem besteed. Zoals een commando geen omweg neemt als hij zijn doel rechtstreeks, via een sloot of dwars door een omheining, kan bereiken, zo gaat ook Latzel regelrecht van A naar B. Zijn voordracht en spreektrant zijn krachtig, ondersteund door brede armgebaren en met zinnen als mitrailleursalvo’s. Nooit neemt hij een blad voor de mond.
Juist die combinatie van Bijbelvastheid én directheid bracht de theoloog en zielenherder, getrouwd en vader van een dochter, al vaker in problemen. Zoals in 2009, toen hij zich er als Bremer predikant tegen verzette dat tijdens een rouwplechtigheid een vrouwelijke dominee de kansel van de Martinikerk zou beklimmen. Na ampel overleg werd een tussenweg gevonden: de betreffende vrouw voerde wel het woord, maar niet in toga en niet van de kansel. Het voorval leverde Latzel bij velen het etiket vrouwenhater op.
Meer deining nog ontstond in 2015, in een tijd dat duizenden Syrische vluchtelingen het land binnenstroomden en veel Duitse kerken broederlijke samenkomsten met onder meer moslims organiseerden. Precies in die tijd waarschuwde Latzel in een zondagse dienst tegen te nauw contact van christenen met vertegenwoordigers van in zijn ogen valse religies. Een preek van 29 minuten, waarin hij Boeddha „een dikke, oude, vette heer”, het islamitische suikerfeest „onzin” en rooms-katholieke relikwieën „vuiligheid” noemde, was genoeg om het land op zijn achterste benen te zetten.
Haatprediker
„Onaanvaardbaar intolerant”, oordeelden tal van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Volgens de leidende evangelische theoloog Bernd Kuschnerus spande Latzel „de Bijbel voor zijn karretje.” De Heilige Schrift predikte immers liefde, geen haat? Vanaf toen heette de Bremer pastor „haatprediker”, „geestelijke brandstichter” en „Pegida-pastor.”
Net als twee jaar geleden na het omstreden huwelijksseminar werd Latzel ook in 2015 aangeklaagd. Anders dan vijf jaar later werd de vurige, niet al te behoedzame predikant die keer echter niet veroordeeld. Zijn uitlatingen van destijds vielen onder de vrijheid van godsdienst en meningsuiting, oordeelde de officier van justitie.
Latzels naam als onrustzaaier was echter gevestigd. Zijn faam als oproerkraaier en splijtzwam groeide in 2019 na het openbaar worden van zijn uitspraken over homoseksualiteit en de lhbti-lobby verder. Een door de homoseksuele Bastian Melcher opgezette petitie tegen Latzel werd in korte tijd door 14.000 mensen ondertekend. Anderzijds, 20.000 mensen ondertekenden daarna even snel een tegenpetitie.
Zo werden de wederwaardigheden van Latzel, behalve een ingrijpend gebeuren voor hemzelf, ook een kristallisatiepunt van een botsing van culturen. Zeker, binnen de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD), een volkskerk die een krappe 20 miljoen leden telt, is de theologische hoofdstroom die van acceptatie van homoseksualiteit en van de hedendaagse genderideologie. Daarmee vergeleken vormen ds. Latzel en zijn aanhang, die opvattingen huldigen die eeuwenlang door de christelijke kerk zijn verkondigd, slechts een klein hoopje.
Digitaal
Wat niet hetzelfde is als verwaarloosbaar klein. Wie op YouTube filmpjes zoekt met preken of lezingen van de pastor van de Martinikerk, ziet dat ze bepaald niet onopgemerkt blijven.
Bestaat zijn eigen gemeente uit zo’n 1300 mensen, die ’s zondags niet allen onder zijn gehoor zitten; digitaal is de preek die hij in januari 2020, midden in de coronatijd, hield onder de titel ”Een recept tegen angst”, 41.164 keer bekeken. Een preek van februari dit jaar, getiteld ”Wat komt er na de dood?”, 40.575 keer. Een in diezelfde maand gehouden leerrede over ”Waar een christen voor moet oppassen – een indringende waarschuwing” (over Hebreeën 3, waar verharding en koppigheid door de Bijbelschrijver een groot gevaar worden genoemd) 74.490 keer.
Toegegeven, de kern van zijn aanhang bevindt zich in behoudend-christelijke kringen. Tegelijk echter laat het maatschappelijke discours in Duitsland zien dat Latzel vanwege zijn kritische stellingname tegenover onder meer islam en genderideologie ook in modern-conservatieve en nieuw-rechtse kringen populair is. Op social media krijgen opinieleiders die zich tegen Latzel keren, juist vanuit die hoek veel over zich heen.
Bijbels Beraad M/V
En dan is er nog zijn aanhang buiten Duitsland: in Engeland, in de VS, in Nederland. Zo sprak Latzel in september 2020, in besloten kring, voor de stichting Bijbels Beraad M/V, waar hij zijn eigen positie onbekommerd vergeleek met die van Paul Schneider, de Duitse predikant die zich dapper tegen de nazi’s verzette en die deze houding in 1939, in concentratiekamp Buchenwald, met de dood moest bekopen.
Eerder al, in 2015, sprak hij voor een reformatorisch publiek in de christelijke gereformeerde kerk van Damwoude en in Driebergen. Een Nederlandse vriendengroep uit diverse reformatorische kerken onderhoudt al jaren warme contacten met de Duitse pastor en bezoekt hem met enige regelmaat.
Als de verguisde én bewonderde Latzel zich maandag, in zijn hoger beroepszaak, opnieuw voor de rechter moet verantwoorden, staat hij daar dus verre van alleen. Behalve de media kijken duizenden ogen van christenen en niet-christenen, in binnen- en buitenland, bij dit proces toe. Velen gaan voor hem in gebed. „Ik nodig u hierbij uit om dagelijks voor hem te bidden. In de hoop dat er volledige vrijspraak mag komen, tot getuigenis van Gods waarheid en tot de heerlijkheid van God”, schreef de Duitse predikant Reinhard Möller deze week in een rondzendbrief.
En als het vonnis over Latzel in stand blijft? Dan is er nóg een traject te gaan. „Het is niet uitgesloten dat het proces in Bremen wordt overgedragen aan de hogere regionale rechtbank en het Bundesverfassungsgericht”, schrijft Möller.
In dat geval geldt in dubbele zin van het woord: wordt vervolgd.