Een maandag in het Europees Parlement (EP) gepresenteerd en besproken rapport over toenemende vervolging van mensen om hun religie is door amendering onterecht afgezwakt, vinden CU en SGP. Vijf vragen over het rapport-Karski.
Wat is dit voor een rapport en uit welke hoek komt het?
Het rapport is een initiatief van de fractie van Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) in het EP. De fractie, waarbij ook de Nederlandse SGP is aangesloten, telt 64 leden en is in grootte de vijfde in het EP. Het rapport, geschreven door de Pool Karol Karski, brengt in grove pennenstreken de toenemende, wereldwijde vervolging van minderheden vanwege hun levensbeschouwing of godsdienst in kaart. Het doet ook aanbevelingen richting het EP, de Europese Commissie (EC) en de Raad van Ministers.
Wat voor aanbevelingen?
Karski beveelt de EC bijvoorbeeld aan om van het bestrijden van geloofsvervolging een prominenter beleidspunt te maken en dit ook in te brengen in handelscontacten en -verdragen met andere landen.
Hij roept de EC verder op meer en sneller werk te maken van een goede invulling van de post van speciale gezant voor godsdienstvrijheid, een post die na het vertrek van de Cypriotische oud-Eurocommissaris Christos Stylianides al een tijd vacant is.
Verder wijst de rapporteur erop dat overheden in sommige landen de Covid19-pandemie hebben aangegrepen om minderheden (nog meer) te discrimineren. Hij legt ook de vinger bij de ontwikkeling dat „in meer dan zeventig landen in de wereld” overheden bezig zijn nieuwe wetgeving te introduceren om blasfemie en afvalligheid (zwaarder) strafbaar te stellen. De EU zou zulke landen daar op aan moeten spreken.
Volgens Karski moet Europa er oog voor hebben dat kerken en religieuze organisaties vaak van grote betekenis zijn voor het bevorderen van vrede. En: „In afgelegen streken van ontwikkelingslanden en in conflictgebieden zijn zij vaak de enige aanbieders van gezondheidszorg en andere sociale diensten.”
Welke kritiek hebben ChristenUnie en SGP op dit rapport?
Toen het rapport maandagavond in het EP werd gepresenteerd, brachten CU-parlementariër Peter van Dalen en zijn SGP-collega Ruissen, maar ook rapporteur Karski zelf twee kritiekpunten in. Door amendering door progressieve fracties verschilt de eindversie van het rapport namelijk aanzienlijk van de beginversie. Dat komt doordat enerzijds elementen zijn geschrapt en anderzijds elementen toegevoegd.
Wat is uit het oorspronkelijke rapport verdwenen?
Het eindrapport is, om te beginnen, een stuk algemener en minder specifiek en concreet geworden. In de eerste versie werden landen en godsdienstige groeperingen bij naam genoemd; dergelijke elementen zijn er door een meerderheid in het EP uit geamendeerd.
Wat er ook niet meer in staat, is de zin dat „christenen naar schatting de meerderheid vormen van alle geloofsvervolgden” en dat wereldwijd 340 miljoen christenen hoge niveaus van vervolging en discriminatie ervaren, met alleen al in 2020 meer dan 4500 christenen die gedood werden vanwege hun religie.”
Wat is eraan toegevoegd?
Aan het rapport zijn door amendering frasen toegevoegd die religies juist de schuld geven van „geweld tegen vrouwen en LHBTIQ±mensen” en die een koppeling maken tussen het thema ”vervolging om iemands geloof” en het bezwaar dat religies soms aantekenen tegen abortus en tegen beleid dat gericht is op seksuele vrijheid en zogeheten reproductieve gezondheidsrechten. Hier worden volgens Ruissen, Van Dalen en anderen zaken onterecht met elkaar vermengd en treedt het rapport buiten zijn oorspronkelijke doelstelling.
Kunnen bezwaarde christelijke of behoudende parlementariërs tegen deze aanpassing van het rapport nog iets ondernemen?
Weinig. Dat het rapport-Karski op de eerder beschreven wijze is aangepast, laat al zien hoe de krachts verhoudingen in het EP liggen. Als dinsdag rond het middaguur over het rapport gestemd wordt, zullen de door de progressieve partijen aangebrachte wijzigingen waarschijnlijk overeind blijven. Behoudende, christelijke fracties en parlementariërs zullen het er dan mee moeten doen. Om met EP-lid Peter van Dalen te spreken: „Laten we onze zegeningen tellen. Dat er in het EP aandacht voor dit thema komt, is reden tot dankbaarheid.”