Bidden in een vreemd land en in een vreemde taal
„Dominee, wilt u de bijeenkomst besluiten met gebed?” Na een sportochtend wordt de aanwezige predikant gevraagd te eindigen. Ik kan een glimlach niet onderdrukken: sommige dingen gaan overal hetzelfde.

Ik moet vaak terugdenken aan wat een vriend mij eens vertelde. Als kind deelde hij zijn slaapkamer met zijn broer. Bij het naar bed gaan wachtten ze op elkaar bij het avondgebed. Als je tegelijk bidt, zou God je maar moeilijk kunnen verstaan, zo dachten ze. Dat veranderde toen ze zich realiseerden dat een dag niet genoeg seconden heeft voor de gebeden van alle miljarden mensen in de wereld. Als het over bidden gaat, hoeven we bij de Heere niet op onze beurt te wachten. Hij hoort ons allemaal tegelijk.
Deze les leer ik hier regelmatig tijdens de zondagse diensten. Wanneer het tijd is voor het gebed, is dat niet een moment om stil naar de voorganger te luisteren. Hij geeft wel leiding door aan te geven waarvoor er gebeden wordt, maar hij bidt niet alleen. Heel de gemeente staat op en tientallen gebeden klinken tegelijk tot God. Voor ons mensen is er niets meer te verstaan van de ontstane woordenstroom. Het hoeft ook niet, want de Heere hoort het wel.
In deze taal spreek je tegen God over jezelf als „kleine ik” of als „Uw kind”
Waterstroom
Zo samen in gebed gaan doet denken aan het beeld van God aanlopen als een waterstroom. De vele watervallen in de omgeving illustreren dat mooi: onophoudelijk je hart uitstorten bij de Heere. Soms met onmetelijke hoeveelheden, en soms ook maar een dun stroompje. Maar het blijft stromen.

Er zijn ook momenten waarop één iemand spreekt voor de hele groep. Zo werd ook mij hier eens gevraagd om bij een maaltijd te bidden. Spannend, zo’n eerste keer, want dan zou ik wel de juiste woorden moeten gebruiken. Je kunt jezelf niet zomaar ”ik” noemen, wanneer je tot de Heere spreekt. De taal in dit land kent namelijk een bepaalde hiërarchie en daarom spreek je tegen God over jezelf als ”kleine ik” of als ”Uw kind”.
Voorrecht
Een mooi voorbeeld waarin eerbied voor God tot uiting komt, maar tegelijk is het niet iets wat ik gewend ben. Met het zweet op mijn rug lukte het me toch om een zegen over het eten te vragen, dankbaar dat de Heere ook hierin helpt.
Al schrijvend denk ik aan allen die in gebed om ons heen staan. Het is een voorrecht waar we vaak stil van worden. En tegelijk kunnen we ook absoluut niet zonder.
Johan is, samen met zijn vrouw Anne en hun kinderen, uitgezonden door een hersteld hervormde gemeente naar Zuidoost-Azië. Zij werken daar voor Wycliffe Bijbelvertalers aan een vertaling van de Bijbel. Om veiligheidsredenen zijn hun namen gefingeerd.