Niemand zal Koninginnedag 2009 in Apeldoorn snel vergeten. Een zwarte Suzuki Swift rijdt dwars door een groep toeschouwers heen. Thea van den Doel (45) uit Hoevelaken heeft alles zien gebeuren. „Ik dacht in eerste instantie dat het erbij hoorde.”
De dag begint feestelijk. Van den Doel besluit met haar broer, dochtertje van vijf en zoontje van drie al vroeg richting Apeldoorn te vertrekken. „We waren ruim op tijd om een goede plek bij de Naald te hebben”, licht ze toe.
Het viertal besluit op het laatste moment van plek te veranderen „zodat de bus recht tegenover ons zou komen aanrijden en we de leden van het koningshuis goed zouden kunnen zien”, herinnert Van Den Doel zich.
Op het moment dat de bus arriveert zwaait het viertal enthousiast naar het koninklijk paar. Vanaf dat moment gaat alles in een stroomversnelling. Een zwarte auto rijdt in op het publiek, mensen vliegen door de lucht en er klinkt geschreeuw. De koninklijke bus versnelt en de Suzuki komt met een klap tot stilstand tegen monument de Naald. „Misschien gek, maar op dat moment dacht ik even dat dit erbij hoorde; dat ik poppen zag vliegen”, vertelt Van den Doel.
„Mijn broer riep: „Nu weggaan!” Hij was bang dat er nog een aanslag zou volgen.” De menigte komt in beweging. Het viertal snelt naar de auto, terwijl sirenegeluid aanzwelt.
Pas ’s avonds komt het besef binnen bij Van den Doel. Ze volgt het nieuws op de voet. „Ik wilde alles weten: Vooral waarom?” Twee keer belt ze met Slachtofferhulp.
Het beeld van de vliegende mensen staat op haar netvlies gebrand. „Wij veranderden van plek. De kans is groot dat we anders ook geraakt waren. Het is een wonder dat we daarvoor bewaard zijn.”
> Dit is het tweede deel in een serie interviews over memorabele Koningsdagen