Reformatorische scholen puzzelen op opvang vluchteling
Een speciale klas starten voor Oekraïense leerlingen. Laptops delen met internationale scholen in de buurt. Onlinelessen uit Oekraïne faciliteren. Het reformatorisch onderwijs zoekt naar manieren om gevluchte jongeren zo goed mogelijk onderwijs te bieden. „Een fikse opgave.”
Wanneer moeten de Oekraïense leerlingen beginnen met het leren van Nederlands? Kunnen ze beter les krijgen in een klas met Hollandse leeftijdsgenoten of in een aparte groep? Moeten de jongeren ingeschreven worden op een Nederlandse school of kan dat beter nog even wachten? De komst van Oekraïense vluchtingen brengt de nodige uitdagingen met zich mee voor het onderwijs.
Dat geldt ook voor de reformatorische scholengemeenschappen, signaleert Willem de Potter, voorzitter van het beraad van de zeven reformatorische scholengemeenschappen. „We hebben te maken met een compleet nieuwe situatie, waarvan we niet weten hoelang die duurt”, zegt de bestuursvoorzitter van het Van Lodenstein en het Hoornbeeck College. „Onze taak is nu om de jongeren zo goed mogelijk op te vangen. Maar hóé dat moet, is nog een lastige vraag.”
Het aantal Oekraïense leerlingen dat instroomt op een van de zeven scholen, verschilt. Zo gaat het momenteel op het Van Lodenstein College en de scholengroep Wartburg-Driestar om een enkele scholier, op de Gomarus en de Fruytier om tien tot vijftien leerlingen en op de Pieter Zandt om ruim veertig. Het Calvijn College heeft vooralsnog geen aanvragen gehad om Oekraïense leerlingen les te geven.
Laptop
De scholen gaan verschillend om met het bieden van onderwijs aan de Oekraïense jongeren. Zo startte de Pieter Zandt deze week een speciale klas. De scholieren krijgen onlineles vanuit Oekraïne en volgen een programma van de Kampense scholengemeenschap. De andere scholen vangen de jongeren op in de reguliere klassen. Vaak worden de leerlingen gekoppeld aan een Nederlandse buddy.
De taalkloof bemoeilijk het bieden van onderwijs, zegt De Potter. „Sommige scholen hebben tweetalig onderwijs op het vwo, waardoor leerlingen relatief makkelijk kunnen instromen. Plaatsing in zo’n klas is echter enkel mogelijk als een scholier het niveau aankan. En dat weten wij van deze jongeren niet op voorhand. Daarbij komt: we willen hen niet teveel belasten. Deze jongeren hebben nu behoefte aan rust, veiligheid en stabiliteit.”
De reformatorische scholengemeenschappen werken samen met zogeheten internationale schakelklassen (ISK’s) in de regio. Zo stelt onder meer Driestar-Wartburg laptops en meubilair ter beschikking aan deze scholen voor leerlingen die niet afkomstig zijn uit Nederland. „En het kan gebeuren dat onze docenten op zo’n ISK lessen gaan verzorgen. Dat is ook voorgekomen toen veel Syrische vluchtelingen naar ons land kwamen.” Diverse scholen stellen daarnaast locaties en faciliteiten beschikbaar voor activiteiten die georganiseerd worden voor Oekraïense vluchtelingen.
Toelatingsbeleid
Het reguliere toelatingsbeleid –met eis voor onderschrijving van de grondslag– past in deze crisissituatie niet helemaal, zegt De Potter. „We zoeken naar een vorm waarin we recht doen aan onze identiteit en oog hebben voor deze noodsituatie.” Dat betekent volgens hem concreet dat reformatorische scholen in ieder geval duidelijk maken waarvoor ze staan. „Ouders hebben er recht op te weten wat voor soort onderwijsinstelling wij zijn. Daarom hebben scholen bijvoorbeeld een identiteitsdocument vertaald naar het Oekraïens.”
De meeste leerlingen zijn afkomstig uit Oekraïense kerken of worden opgevangen door gastgezinnen uit de achterban, weet de bestuursvoorzitter. „Dat gaat echter niet altijd op. Maar als de overheid, gastgezinnen en Oekraïeners een beroep op ons doen, kunnen en willen wij daarvoor niet wegkijken.”