Moet de Wereldraad van Kerken de Russisch-Orthodoxe Kerk eruit gooien? „Dat is te gemakkelijk”, vinden veel deelnemers aan een debat, woensdagavond, in de Waalse Kerk in Amsterdam. „We moeten in gesprek blijven.” Maar er klinken ook andere geluiden.
„Ik kreeg dit weekend veel over mij heen”, bekent ds. Karin van den Broeke, oud-preses van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), woensdagavond. In dagblad Trouw had zij zich zaterdag gekeerd tegen het idee van theoloog Matthias Smalbrugge om de Russisch- Orthodoxe Kerk te schorsen als lid van de Wereldraad van Kerken. Die kerk steunt, bij monde van patriarch Kirill, immers op schandalige wijze Poetins agressie in Oekraïne? „Het is voor de Wereldraad tijd om partij te kiezen. Je kunt niet met iedereen vrienden zijn,” aldus de hoogleraar aan de Amsterdamse Vrije Universiteit Amsterdam (VU).
Geen goed plan, vond ds. Van den Broeke. „Ik vind de retoriek van patriarch Kirill verschrikkelijk. Maar juist nu hij erbij hoort, kun je zoiets tegen hem zeggen en kun je aan de rest van de kerk vragen haar invloed aan te wenden om de oorlog te keren”, aldus Van den Broeke, lid van het dagelijks bestuur van de Wereldraad, zaterdag in Trouw.
Dat zij op die visie vervolgens kritiek kreeg, snapt Mirjam van Veen, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de VU, best. „Ik pleit voor een cordon sanitaire”, zegt de wetenschapper, die woensdagavond net als ds. Van den Broeke deelneemt aan het debat in de Waalse Kerk, georganiseerd door Trouw en door European Academy on Religion and Society (EARS). „Door te zeggen wat hij zegt, perverteert Kirill op afschuwelijke wijze het christendom. Ik zou echt niet weten wat een dialoog met zo’n man zou moeten opleveren. Zolang deze kerk de zaken zo ziet, kunnen wij die niet zien als zusterkerk.”
Maar mag je de omstreden patriarch zomaar gelijkstellen aan de Russisch-Orthodoxe Kerk? Nee, vind Paul van Geest, hoogleraar kerkgeschiedenis in Tilburg. „Als je als Wereldraad maatregelen wilt nemen, zou je beter Kirill als individu de toegang tot de diverse gremia kunnen ontzeggen.”
Zomaar álle banden met deze kerk doorsnijden, is veel te gemakkelijk, stelt ook Erik Borgman. „Kies liever de weg van paus Franciscus. Die laat duidelijk merken aan welke kant hij staat. Maar hij zegt niet tegen de Russen: ga maar weg, ik praat niet meer met jullie”, zegt de Tilburgse hoogleraar tijdens het debat waaraan ook dr. René de Reuver (scriba van de generale synode van de PKN) deelneemt.
Deze opmerkingen leiden tot kanttekeningen van Hildo Bos. Hij is priester in de Russisch-orthodoxe kerk in Amsterdam, de Nicolaasparochie, die enkele weken geleden hardhandig in aanvaring kwam met bisschop Elisey en die zich daarna afscheidde van het patriarchaat in Moskou. „Pappen en nathouden werkt niet”, houdt Bos de aanwezigen in de Waalse Kerk voor. „Het debat aangaan? Er ís geen debat in deze kerk. Dat heeft met de structuur van de Russisch-Orthodoxe Kerk te maken. Jawel, op het grondvlak gebeuren goede dingen, zoals op diaconaal gebied. Maar je bent er niet als je Kirill zou kunnen vervangen. Dan komt er een ander naar voren die gelijksoortige dingen zegt.”
Eén van de debatstellingen luidt woensdagavond dat „kerken bij uitstek de plaats zijn waar morele dilemma’s van een oorlog verwoord moeten worden.” Don Ceder, Kamerlid voor de ChristenUnie, struikelt over de woorden „bij uitstek.” „Daar ben ik het niet mee eens. De kerk is bij uitstek de plaats waar gelovigen naar het kruis verwijzen. Dat is de essentie van het kerk-zijn. De kerk was altijd het krachtigst als zij in de meest barre omstandigheden bleef wijzen naar Hem Die het allergrootste lijden heeft ondergaan. Dat verandert mensen; dat bewerkt vrede.”
Ceder geeft aan dat hij vanuit dat besef ook voor Poetin kan bidden. „Als ik zie hoe Christus voor mij, ten diepste eveneens een beul, gebeden heeft; zou ik dan niet voor de beul Poetin kunnen bidden?”