Verloskundigen maken deze vrijdag opnieuw een vuist tegen de zogenaamde integrale bekostiging in de geboortezorg. Drie vragen.
Wat is integrale bekostiging?
Zo’n vijftien jaar terug begon het op te vallen dat Nederland niet zo goed scoorde op de ranglijst van de perinatale sterfte: de sterfte rond de geboorte. Dit werd mede toegeschreven aan een niet-optimale samenwerking tussen onder meer gynaecologen en verloskundigen.
De Stuurgroep Zwangerschap en geboorte die daarop in het leven werd geroepen drong aan op organisatorische vernieuwing: in elke regio moest een verloskundig samenwerkingsverband (vsv) komen. Daarbinnen moesten de deelnemende partijen (kraamzorg, gynaecologen en verloskundigen) afspraken maken over het verbeteren van de informatieoverdracht.
Her en der wilden partijen nog verder gaan en onderling één Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO) vormen. Om dat te bevorderen, maakte de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) experimenten mogelijk met een integraal tarief. Daarbij stelt de verzekeraar per zwangere één budget beschikbaar dat al naar gelang de gemaakte taakverdeling door de verschillende zorgverleners wordt verdeeld.
Op wie zijn de verloskundigen boos?
Op zorgminister Ernst Kuipers. De integrale bekostiging was tot dusver alleen maar mogelijk op basis van een experimentele bekostiging, maar Kuipers wil er een reguliere financieringsmethode van maken, kondigde hij onlangs aan. De normale, zogenaamde monodisciplinaire bekostiging (de rechtstreekse vergoeding van de praktijk van verloskundigen) blijft daarnaast wel bestaan, maar dat stelt verloskundigen niet gerust.
Waarvoor zijn zij beducht?
De KNOV, de beroepsvereniging van verloskundigen, vreest dat het normaliseren van de integrale bekostiging het voor verzekeraars heel verleidelijk maakt om het hele pakket aan geboortezorg, van zwangerschap tot kraambed, bij het ziekenhuis in te kopen. Als verloskundigen hun facturen gaan insturen, krijgen zij misschien wel te horen dat de zak met geld al bij het ziekenhuis is neergezet.
Volgens de KNOV werpt dit scenario zijn schaduw al vooruit: ziekenhuizen zouden verloskundige praktijken nu al de duimschroeven aandraaien door eisen te stellen aan het voortzetten van de samenwerking. Omdat slechts een kleine minderheid van zo’n 10 procent in een IGO werkt, zou Kuipers prioriteit moeten geven aan het verbeteren van de klassieke bekostiging, vindt de KNOV. Bovendien zien zij de IGO’s niet als verbetering, omdat daarbinnen geen samenwerking is met bijvoorbeeld de diëtist, de fysiotherapeut of de psycholoog.
Gevolg: op 1 en 12 april komen de verloskundigen naar Den Haag voor een protestbetoging. Ze overhandigen dan een petitie, die oproept tot het behoud van laagdrempelige verloskundige zorg in de wijk en inmiddels meer dan 128.000 keer is ondertekend. Uiteindelijk hoopt de KNOV dat de Tweede Kamer Kuipers voornemen voor de integrale bekostiging blokkeert.