Wie wil mijn huisartsenpraktijk?
De huisdokter die dertig jaar geleden zijn praktijk wilde verkopen, kon kiezen. Potentiële opvolgers verdrongen zich voor de deur. Nu is de belangstelling door het tekort aan huisartsen beperkt. „Vind ik op korte termijn niemand, dan zal een andere oplossing gezocht moeten worden.”
Nadat hij vijf jaar als zendingsarts had gewerkt, keerde Jaap Huisman (64) in 1991 terug naar Nederland. Hij werd huisarts in Opheusden. „Dat heb ik als besturing van God ervaren. Er waren destijds meer geïnteresseerden dan beschikbare praktijken. Bovendien bepaalde een commissie met vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap wie de plek kreeg. Mijn voorganger wist gedaan te krijgen dat hij de overdracht van zijn praktijk zelf kon regelen. Hij vond dat hier weer een christelijke dokter moest komen.”
Huisman had net niet meer te maken met de betaling van een goodwillsom voor de overname van het patiëntenbestand. „Dat was tot kort daarvoor gebruikelijk. Omdat mijn voorganger verhuisde, kon ik zijn woning met praktijkruimte overnemen. Later ben ik met de andere huisarts van dit dorp in een gezamenlijk pand gaan werken. Inmiddels zitten we alweer dertien jaar onder één dak in een gezondheidscentrum, dat door de lokale woningstichting werd gerealiseerd.”
Sinds twee jaar is Huisman geassocieerd met de huisarts die eerst als vaste waarnemer in zijn praktijk werkzaam was. Ook zijn collega heeft iemand aangetrokken met wie hij gaat associëren. „Zowel het aantal patiënten als de zorgvraag is toegenomen. De bevolking vergrijst en een deel van de ziekenhuiszorg is overgeheveld naar de huisarts. Ook mensen met psychische problematiek blijven veel langer in de eerste lijn rondcirkelen, omdat de geestelijke gezondheidszorg op z’n gat ligt.”
Vrouwen
De Betuwse huisarts zou zijn deel van de praktijk graag per 1 januari 2023 overdragen aan een opvolger. Die hoeft alleen een vergoeding te betalen voor dat wat Huisman investeerde in apparatuur, meubilair en digitale voorzieningen. Sinds de huisartsen verplicht bijdragen aan het Pensioenfonds, is het vragen van goodwill niet meer toegestaan. Ook het pand hoeft niet overgenomen te worden, want de huisartsen van Opheusden huren ruimte in het gezondheidscentrum.
Toch staan de belangstellenden niet in de rij; tot nu toe meldde zich niemand. Krap 40 procent van de huisartsen kiest ervoor om in de praktijk van een ander te werken, als zzp’er of in loondienst bij een praktijk houdende huisarts. Ze kunnen zich dan richten op hun vak, zonder allerlei managementtaken, personeelszaken en andere vormen van administratie. „Daar komt bij dat vooral vrouwelijke collega’s vaak in deeltijd werken. Dat maakt het voor hen lastiger om praktijkhouder te worden.”
De komende tijd wil de Opheusdense huisarts actiever gaan werven. Door te adverteren in het Reformatorisch Dagblad en gericht te polsen onder studenten van de huisartsenopleiding in Nijmegen, waaraan hij als docent is verbonden. „Vind ik op korte termijn niemand, dan zal een andere oplossing gezocht moeten worden.”
Commerciële ketens
In de uithoeken van het land is de situatie nog ongunstiger. In toenemende mate laten praktijk houdende huisartsen op het platteland van Groningen, Friesland en Zeeland hun patiënten en de zorgverzekeraar weten dat ze ermee stoppen, hoewel er geen opvolger is. Waarmee de burgers verstoken zijn van de essentiële huisartsenzorg. Het leidde tot de opkomst van commerciële ketens zoals Co-Med en Quin Dokters. Die kopen praktijken op en gaan voornamelijk onlinezorg leveren. Consulten via beeldbellen zijn vanaf elke willekeurige plek te realiseren.
Terwijl het tekort aan huisartsen momenteel vooral nog in de periferie speelt, was dat 25 jaar geleden in de Randstad het geval. Pieter Folmer (62), sinds 1999 eigenaar van een solopraktijk in Slikkerveer, was destijds de enige gegadigde voor deze praktijk. Echtgenote Erna, van origine orthopedagoge, werd zijn assistente en nam een deel van de administratie voor haar rekening. Sinds vijf jaar is ze ook praktijkondersteuner ggz, een taak waarvoor ze een aanvullende opleiding volgde.
Quin Dokters
Het liefst ging Folmer met onmiddellijke ingang samenwerken met een opvolger. „Ik kan dan elk jaar een dag minder gaan werken en de praktijk over drie jaar overdragen.” Tot nu toe vond hij niemand die daarvoor voelt. Een voormalige collega in Slikkerveer verkocht zijn praktijk aan Quin Dokters, opgericht door zorgondernemer Bart Malenstein. In de bij Quin Dokters aangesloten praktijken zou alles veel efficiënter moeten gaan, door gecentraliseerd management, gezamenlijke inkoop, bundeling van administratieve taken en digitale hulpmiddelen, zoals een symptoomchecker en patiëntencontact via video.
De praktijk bleek minder rooskleurig. Veel patiënten willen de dokter fysiek zien en spreken. Bovendien lukte het Quin Dokters niet om voldoende personeel aan te trekken, waardoor de deur van aangesloten praktijken soms gesloten bleef. Eind 2021, een jaar na de start van de keten, stootte Malenstein vanwege de stroom van klachten een deel van de praktijken alweer af. Ze zijn overgenomen door Co-Med.
Centric Health
Folmer werd van nabij geconfronteerd met het fiasco. „Patiënten van de praktijk van Quin Dokters in Ridderkerk stonden smekend bij ons aan de balie: of ze alsjeblieft patiënt konden worden. Van mijn collega’s hoorde ik hetzelfde.”
Intussen werd hijzelf benaderd door Centric Health, een organisatie die in 2003 door twee Ierse artsen werd opgericht en sinds 2019 ook in Nederland actief is. „Per mail kreeg ik de vraag of ik mijn praktijk aan hen wil overdoen. Het concept van Centric Health is vrijwel gelijk aan dat van Co-Med en Quin Dokters. Op papier een prima verhaal, elke huisarts wordt graag ontzorgd, maar het bedrag dat daarvoor wordt gevraagd is zo hoog dat er voor de artsen die als zzp’er in zo’n praktijk gaan werken, weinig overblijft.”
Momenteel is de reformatorische huisarts in gesprek met een uit Afghanistan afkomstige huisarts, die per direct de praktijk volledig wil overnemen. Komt er geen andere geïnteresseerde, dan overweegt Folmer aan dat verzoek te voldoen. „In dat geval ga ik de komende drie jaar waarnemen of diensten doen bij de huisartsenpost. Door het tekort aan huisartsen is er overal plaats.”