In Eefde wordt een wake voor Oekraïne gehouden: Geef vrede, Heer’, geef vrede
Op vijf achtereenvolgende donderdagavonden houdt de protestantse gemeente in het Gelderse dorp Eefde een ”Wake voor Oekraïne”. Donderdagavond was ’t de derde maal.
Zeven uur. De klokken van de Ontmoetingskerk beieren over het stille dorp. Op de parkeerplaats bij de kerk sluiten Gerard en Mia de deur van hun nieuwe camper. Komen ze ook naar de avondwake? „Nee, we gaan naar huis. Maar deze Oekraïene-avond is wel een goed initiatief. Intriest dat het nodig is. We moeten er nu wel voor elkaar zijn. Maar, wij moeten nog naar Nijverdal.”
Op een bord in de hal van de kerk staat in het Oekraïens: wees welkom. Op een houten prikbord zijn hartenkreten aangebracht: „Vrede, kracht en liefde.” „Please, make peace, no war.” En er staat in wilde letters: „Geef vrede, Heer’, geef vrede.”
Voorin de kerkzaal branden de kaarsen. Op een beamer boven het liturgisch centrum zijn twee lege handen te zien. Vredesduiven vliegen door de vingers.
Zo’n veertig bezoekers druppelen binnen. Er klinkt een lied: ”Gebet für die Ukraïne”. Een dwarsfluit blaast een melodie omfloerst de kerkruimte in: ”Bist Du bei mir”. Op het scherm zingen drie jongeren in de onmetelijke natuurgebieden van Oekraïene, in bossen en bergen: ”Ik weet dat U onze gebeden hoort”. Dan is er stilte.
Er wordt een beeld getoond van de Zwolse binnenstad. Mensen zitten op een terras. Het leven moet toch door. Aan de Michaëlskerk hangt de Oekraïense vlag, als teken van solidariteit. Het beeld van aartsengel Michaël bij de kerk ziet alles aan. Het voorjaar breekt open, aan alle kanten. Dan is er stilte.
Grootvader
Marijke Fomenko is ouderling bij de protestantse gemeente Eefde en initiatiefnemer van de wekelijkse wake voor Oekraïne. Wat inspireert haar? „Mijn grootvader is na de Eerste Wereldoorlog uit Oekraïne weggevlucht. Na een barre zwerftocht over de Balkan en door Europa kwam hij in Nederland terecht. Ik heb dus een vluchtelingenverleden. Dat heeft in mijn leven altijd op de achtergrond meegespeeld. De nood in Oekraïne haalt veel emoties in mij naar boven. Ik dacht: we moeten iets doen? Maar wat?”
De kerk heeft nu een grote taak, vindt Fomenko. „Onze Ontmoetingskerk staat midden in het dorp. Ik weet dat de ontkerkelijking groot is, ook in Eefde, maar de kerk moet nu laten zien waar zij voor staat. De kerk biedt gastvrijheid, veiligheid, saamhorigheid. Vooral nu moeten we oog hebben voor elkaar. Nee, de kerk is niet opeens het beste jongetje van de klas, maar veel mensen hebben juist nu behoefte aan stilte en bezinning.”
Figuren
In de Ontmoetingskerk lopen bezoekers zachtjes naar voren. Nieuwe kaarsen worden aangestoken. Op het scherm zingt een symfoniekoor uit Kiev. Iemand doet een gebed, voor mensen in nood: „Always keep our Oekraïne safe, give her the light of freedom.” Er worden beelden getoond, van kanonnen, soldaten, huilende mensen, gruwelen, iemand tekent figuren in het zand, de omtrekken van Oekraïne.
In een stukgeschoten venster in de Oekraïense stad Kiev zit een meisje, een jaar of dertien, veertien zal ze zijn. In haar mond heeft ze een lolly. In haar hand heeft ze een geweer. Ze wil leren liefhebben. En ze is klaar om te schieten.
Dan is er stilte.
De avond is voorbij. Er is nog samenzang. „Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, een vuur dat nooit meer dooft.” Aarzelend zingen de mensen de melodie van de dwarsluit achterna. „Ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft.”