Importafhankelijkheid van Oekraïne en Rusland leidt tot grote onzekerheid in onder meer Oost-Afrika. Laat de oorlog in Oekraïne een wake-upcall zijn: maak van internationale voedselzekerheid een topprioriteit in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.
Het conflict tussen Oekraïne en Rusland dreigt op termijn te leiden tot ontwrichting van de mondiale voedselmarkt. Niet voor niets worden Oekraïne en Rusland wel de ”graanschuur van de wereld” genoemd. Samen zijn deze twee landen verantwoordelijk voor circa 30 procent van de wereldwijde graanexport.
Nederlandse media leggen volop verband met de voedselzekerheidspositie van landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De Rabobank houdt rekening met een verdubbeling van de graanprijs ten opzichte van januari, als er niet snel een eind gemaakt wordt aan de oorlog. Landen als Libanon, Jemen en Libië zijn voor de graaninvoer in hoge mate afhankelijk van Oekraïne, terwijl Egypte meer dan de helft van zijn graan uit Rusland importeert.
De aandacht voor deze regio’s lijkt mede ingegeven door Europese en nationale kortetermijnbelangen. Politici grijpen berichtgeving over Oekraïne aan om opnieuw te protesteren tegen nodige landbouwhervormingen ten behoeve van klimaat en milieu. Zie je wel, zo redeneert men, de oorlog in Oost-Europa laat zien dat we vooral onze eigen landbouwsector moeten beschermen.
Bij anderen leeft de angst voor broodopstanden tegen autoritaire regimes in de Arabische wereld. Mocht de sociale en politieke onrust daar escaleren, dan heeft dit mogelijk nieuwe vluchtelingenstromen tot gevolg.
Hoe terecht de aandacht voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika ook is, elders in de wereld zijn de gevolgen van de oorlog in Oekraïne niet minder ingrijpend. Vooral de Hoorn van Afrika is erg kwetsbaar vanwege importafhankelijkheid van Oekraïne en Rusland. Granen vormen een belangrijk bestanddeel van het Oost-Afrikaanse dieet. Landen als Sudan, Eritrea en Kenia vrezen dan ook voor grote tekorten.
De meeste landen in West-Afrika moeten het vooral hebben van de import van rijst uit Azië. Zij zijn in die zin dus minder kwetsbaar wat betreft militair geweld in Oost-Europa, maar rijst wordt evengoed duurder. De Westelijke Sahelregio kent al langer zorgen over stijgende voedsel- en brandstofprijzen, die mede verband houden met toenemend geweld van jihadisten en radicale separatisten.
Onvoorspelbaar
Het scenario van een nieuwe voedselcrisis ligt in het verlengde van de mondiale coronapandemie. We moeten ons realiseren dat de oorlog tussen Oekraïne en Rusland niet alleen gaat om de directe toegang tot voedsel als zodanig, maar ook om brandstof, zaden en allerlei onderdelen voor bijvoorbeeld zaaimachines. Boeren zijn behalve producenten immers ook consumenten en ondervinden het dus aan den lijve als grote delen van de wereld (in)direct betrokken zijn bij een oorlog. Daarnaast gaat het om sectoren die logistiek en distributie van voedsel mogelijk maken. Afnemende wereldhandel zorgt lokaal voor minder werkgelegenheid: importeurs, transporteurs en handelaren verliezen hierbij als eersten hun inkomen.
Verder heeft de economische en politieke isolering van Rusland allerlei onvoorspelbare gevolgen: een nieuw mondiaal machtsevenwicht zorgt mogelijk voor andere verhoudingen tussen Noord en Zuid, maar doet evengoed iets met de machtsverhoudingen op het Afrikaanse continent zelf. In de Algemene Vergadering van de VN in New York werd twee weken geleden gestemd over een resolutie die Rusland veroordeelt als agressor in het conflict. Eritrea stemde tegen, zeventien Afrikaanse landen onthielden zich van stemming, acht andere landen uit Afrika waren afwezig. Enkele landen kijken dus nadrukkelijk de kat uit de boom. In het geval van Burundi en Uganda is er een duidelijk verband met importafhankelijkheid van Rusland, maar dit geldt lang niet voor alle landen die zich afzijdig hielden in New York. Een aantal ervan beschuldigt het Westen van dubbele standaarden als het gaat over het handhaven van internationaalrechtelijke principes. De escalatie in Oekraïne en oplopende spanningen tussen Rusland en het Westen leiden voor sommige landen tot een heroriëntatie van hun positie in de wereld.
Lokale voedselproductie
Toch is er niet enkel reden tot wanhoop, al is het alleen maar omdat het Afrikaanse continent zeer veerkrachtig is. Bovendien zorgt de marktdynamiek altijd weer voor nieuwe bronnen. Stijgende prijzen op de wereldmarkt geven de lokale agrarische sector soms een positieve impuls. De ontwrichting van mondiale voedselproductie- en distributiesystemen toont, na corona, opnieuw aan dat er in Afrikaanse landen vol moet worden ingezet op zelfvoorziening. Dat vraagt om concrete investeringen in lokale voedselproductie en lokale markten. Het ten koste van alles willen beschermen van de Nederlandse landbouwexport draagt niet bij aan duurzame internationale voedselzekerheid, maar staat deze op de lange termijn juist in de weg.
De komende tijd wordt er een nieuwe beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geformuleerd. Laten internationale voedselzekerheid en lokale zelfvoorziening daarin topprioriteiten zijn.
De auteur is politiek adviseur bij Woord en Daad.