Van de deelnemers aan de RD-enquête over duurzaamheid let 60 procent meer op waterverbruik dan vijf jaar geleden.
Van de invullers is 26,5 procent het ”helemaal eens” met de stelling en daarbovenop koos 33,4 procent voor ”eens”. Het totaalpercentage ligt onder de vrouwelijke invullers (64 procent) hoger dan onder de mannelijke (56 procent).
„Het watergebruik is al minimaal”, aldus een respondent. En een ander: „Ik let al ruim dertig jaar op waterverbruik.” Weer iemand anders: „Was al zuinig met waterverbruik, ben er nog meer op gaan letten.”
Douchen
Van de deelnemers doucht 41 procent ”bijna altijd” hooguit vijf minuten. Onder de mannelijke respondenten ligt dit percentage hoger (45 procent) dan onder de vrouwelijke (36 procent). Onder de respondenten boven de 50 jaar ligt het percentage dat bijna altijd hooguit vijf minuten doucht aanmerkelijk hoger dan onder invullers die jonger dan 50 jaar zijn: 53 procent tegenover 21 procent. Onder de invullers die hebben aangegeven minder dan modaal te verdienen (bruto 38.000 euro per jaar) doucht 47 procent bijna altijd hooguit vijf minuten; dat is hoger dan bij de groep die aangeeft een modaal (38 procent) of bovenmodaal inkomen (42 procent) te hebben.
Verder geeft 29 procent aan vaak niet langer dan vijf minuten te douchen. Ruim een kwart (26 procent) geeft aan nooit korter dan vijf minuten te douchen. Dit percentage ligt onder de respondenten die jonger zijn dan 50 jaar aanzienlijk hoger dan de invullers die die leeftijd zijn gepasseerd: 40 procent tegenover 17 procent.
In 2015 legde het Reformatorisch Dagblad ook een stelling over douchetijd voor, namelijk of dat gemiddeld beperkt blijft tot vijf minuten. Destijds antwoordde 31 procent ”bijna altijd”, 27 procent ”vaak”, 26 procent ”soms” en 17 procent ”nooit.” Bij de vraag in de huidige enquête ging het niet om een gemiddelde; ook was er geen categorie ”soms”.
Een deelnemer aan de RD-enquête wijst erop dat het aantal keren dat iemand doucht van belang is. „Iemand die elke dag twee minuten doucht, staat er langer onder dan iemand die nog gewend is één keer per week te douchen en dat tien minuten doet. Maar die heet niet duurzaam, want staat te lang onder de douche!” Een andere invuller: „Wij douchen één à twee keer per week, tien minuten.”
Emmer
„Ik zet altijd een emmer onder de douche om het eerste koude water op te vangen. Met dat water spoel ik dan later de toilet door”, aldus een andere respondent.
„Ik gebruik mijn douche niet”, zegt weer een ander. „Ik was mijzelf bij de wastafel. Ik heb altijd een zeer lage energie- en waterrekening. En ik ben daar erg blij mee.”
Verder geeft een respondent aan al jaren een zonneboiler te hebben. „Alleen in de winter heeft het geen voordeel. In de zomer gebruiken wij bijna geen gas voor warm water.”