Verbod op genezing van homo’s lijkt Trojaans paard
De initiatiefwet die ‘homogenezing’ moet aanpakken, zou zomaar een Trojaans paard kunnen zijn. Alle ogen zijn gericht op het uitbannen van „middeleeuwse praktijken” om homoseksuele gevoelens te onderdrukken. In de praktijk zal de wet een breder bereik hebben dan alleen homoseksualiteit.
Het wetsvoorstel waar VVD en D66 –met steun van PvdA, GroenLinks, SP en de Partij voor de Dieren– vorige week mee kwamen, is geen vondst van Nederlandse progressieve partijen. De oorsprong ligt eerder in Brussel. In 2018 riep het Europees Parlement de lidstaten op om ‘homotherapieën’ te verbieden en maatregelen te nemen om mensen het recht te geven volgens hun gender te leven. Gender is niet het biologische geslacht maar de ervaren identiteit.
Inmiddels heeft een reeks landen hieraan gehoor gegeven, zoals Duitsland en Frankrijk. Ook buiten Europa is een verbod op ”conversietherapie” actueel. Sinds vorige maand is het in Canada van kracht en juist vorige week stemden Nieuw-Zeeland en Israël ermee in.
Niet geremd
Het idee is dat mensen niet geremd mogen worden in het uiten van hun werkelijke identiteit, want „je mag je zijn wie je bent en houden van wie je wilt.” Volgens de initiatiefwet van VVD en D66 zou in Nederland een boete van maximaal 22.500 euro of een jaar cel passend zijn voor de therapeut of coach die iemands ”werkelijke identiteit” wil onderdrukken.
Nadat de partijen het wetsvoorstel op Valentijnsdag lanceerden, lieten de media collectief het licht vallen op vermeende homogenezingspraktijken: gesprekken, therapie, gebedssessies en duivelsuitdrijving. De vraag is of deze focus op homoseksualiteit terecht is, want „barbaarse toestanden” om een homoseksuele geaardheid uit te bannen komen op dit moment in Nederland nagenoeg niet voor, blijkt uit onderzoek.
Pastorale gesprekken
Dat ligt anders als de wet ook gaat over pastorale gesprekken, maar hier spreekt de tekst niet expliciet over. Opvallend is dat deze volgens initiatiefnemer Jeanet van der Laan wel onder dit verbod zouden kunnen vallen, aldus het D66-Kamerlid vorige week in een ND-interview.
Het ontgaat de gevestigde media tot dusver dat de initiatiefwet niet zozeer over homogenezing maar over ”Sogiece” gaat. Die afkorting staat voor Sexual Orientation and Gender Identity and Expression Conversion Efforts: pogingen om mensen van hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderexpressie af te brengen. De definitie Sogiece is van jonge datum. Ook al willen de initiatiefnemers dit begrip begrenzen, voor journalist Jan Kuitenbrouwer staat vast dat ze dient om homogenezing „op te rekken tot iets wat elke integere therapeut tot zijn taak rekent: onderzoeken wat er met de patiënt aan de hand is.” Kuitenbrouwer, die onder andere in HP/De Tijd en de Volkskrant schrijft, heeft sinds ongeveer een jaar de ontwikkelingen op het punt van gender en sekse in het vizier en analyseert deze kritisch, als een van de weinigen.
Ook de vooraanstaande Britse psychiater David Bell verwacht dat een verbod op conversietherapie een Trojaans paard zal blijken te zijn. Het lijkt gericht op homogenezers maar zal in de praktijk vooral de professional die niet meebeweegt met Sara-die-denkt-dat-ze-Stijn-is treffen.
Druk uitoefenen
In een interview in de Britse krant The Guardian zei Bell vorig jaar dat transactivisten het verbod zullen gebruiken om druk uit te oefenen op wie de verklaring van een jongere over zijn identiteit niet meteen bevestigt.
In zijn column in HP/De Tijd ontvouwde Kuitenbrouwer vorige week deze gedachte. Voor de senior journalist is het duidelijk dat de initiatiefwet dient als politieke blikvanger en „haatmascotte” van de regenboogcoalitie. „Het ware mikpunt zijn de gendertherapeuten, die straks in overtreding zijn als zij samen met hun cliënt op zoek gaan naar de bron van hun onbehagen.” Volgens de journalist is de initiatiefwet „een boete op praten en een premie op snijden.”
Remmen
Met al het licht dat de media op de „barbaarse praktijken” van homogenezing laten vallen, blijven andere belangrijke vragen in het donker. Zal een verbod op conversietherapie psychologen, psychiaters en predikanten niet remmen om onzekere jongeren te bevragen en te helpen hun biologisch geslacht te aanvaarden? In welke richting beweegt de samenleving zich als een overheid zoveel invloed krijgt op de professionele uitoefening van hun vak?
De initiatiefnemers richten hun wet vooral op jongeren, maar kan de wet voor hen ook onvoorziene risico’s hebben? Uit onderzoek is gebleken dat genderdysfore gevoelens bij 80 procent voorbijgaat als deze gevoelens niet (!) worden bevestigd. Acht van de tien jongeren zullen dus geen baat maar eerder levenslange schade hebben van de bevestiging die de wet wil voorschrijven.
Pubermeisjes
En wat betekent de wet voor pubermeisjes, die –meer dan jongens– onder invloed van hun ”peergroup” plotseling als transgender uit de kast komen? Hoe bestendig is onbehagen bij deze meisjes als sociale besmetting een grote rol speelt? En welk risico is er voor jongeren met autisme? Zij zijn oververtegenwoordigd in de groep transgenderjongeren; genderdysforie gaat in maar liefst 70 procent van de gevallen samen met autisme, depressiviteit en andere mentale aandoeningen.
De intiatiefwet ontmoedigt een kritisch bevragende praktijk, maar als onderzoek naar de bron van onbehagen met het biologische geslacht wordt geremd, zal dit de Joris-die-Julia-wil-zijn niet werkelijk helpen, maar zijn problemen eerder groter maken.
In een actualiteit waar homogenezing nauwelijks bestaat, maar gender het klimaat stempelt, zal een verbod op conversietherapie eerder genderidentiteit raken dan homoseksualiteit.
De schade van een geslachtsverandering die achteraf betreurd wordt, is in de meeste gevallen levenslang. De zaak van Keira Bell in Groot-Brittannië, waarbij een jonge vrouw de genderkliniek ter verantwoording roept nadat ze haar geslachtsverandering kreeg, zal in de nabije toekomst waarschijnlijk niet meer uniek zijn.
Eenduidig antwoord
Cruciale vragen op het gebied van gender die nog buiten beeld blijven, vragen om een eenduidig antwoord. Beleidsmakers maar ook journalisten en presentatoren moeten hiermee de slag. Hiervoor is nog tijd. Het wetsvoorstel is nu in internetconsultatie. Voor de definitieve versie er ligt, zal ook de Raad van State nog advies uitbrengen.