„Angstig en heel onzeker.” Zo omschrijft een Nederlander die in Oekraïne woont de situatie na de aanval van Rusland op Oekraïne. „Je weet niet wat je verder boven het hoofd hangt. We proberen kalm te blijven.”
De Nederlander wil anoniem blijven omdat hij „te gast is in het land”. Hij woont in het westen van Oekraïne. Bij hem in de buurt is het op het moment nog rustig, op waarschuwingen en voorbereidingen na. Zo worden mensen die „gepaste ervaring hebben” opgeroepen zich te melden als vrijwilligers, zegt hij. Plannen om te vluchten heeft hij vooralsnog niet. „Bovendien is dat feitelijk te laat.”
Vanwege de noodtoestand die Oekraïne heeft uitgeroepen, blijft hij binnen. „We hadden gelukkig gisteren boodschappen gedaan, dus we kunnen een paar dagen vooruit. Zolang er gas, elektra en water blijft, is het goed. We wachten af en hopen het beste.”
Hij zegt dat de aanval niet geheel onverwacht kwam, maar „er was nog steeds hoop dat de agressor verstandiger zou zijn”. Volgens hem is het de vraag of sancties instellen tegen Rusland gaat helpen. „Het kwaad is geschied. Zie het maar weer terug te draaien. Arm land, arme mensen.”
