Kerk & religiefinanciële problemen
Als de drempel naar de diaconie te hoog is

Gemeenteleden uit dezelfde reformatorische kerk denken dat Dirk en Ria gebeiteld zitten na de verkoop van hun bedrijf. Maar dat het financieel hard nodig was en dat het echtpaar nu van 50 euro per week moet rondkomen, dat weet de kerkelijke gemeente niet. „Daar schaam ik me voor.”

Gerco Verdouw en Michiel Bakker
beeld RD
beeld RD

Op het moment dat het telefonische interview plaatsvindt, heeft Ria eigenlijk al een beetje spijt dat ze gereageerd heeft op een oproep in het Reformatorisch Dagblad waarin mensen gezocht werden voor wie het steeds lastiger is om rond te komen. „Zondag haalde de dominee het antwoord uit Zondag 10 van onze Heidelberger Catechismus over de voorzienigheid Gods aan: „dat gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn Vaderlijke hand ons toekomen.” Toen dacht ik: Waarom zou ik mijn verhaal nog vertellen? Het zou zomaar gezien kunnen worden als opstand tegen wat God ons toeschikt.”

Die momenten van opstand kent Ria zeker. Maar er mogen ook tijden zijn waarin ze het allemaal kan overgeven. „Bijvoorbeeld toen ik in mijn eentje krampachtig het bedrijf probeerde draaiende te houden, terwijl het financieel alleen maar slechter ging. Op een zondagmorgen in de kerk liet de Heere mij zien dat ik de zaak mocht sluiten. Ik kwam blij thuis en zei tegen mijn man: „Het bedrijf mag dicht en het gaat goed, dat heeft de Heere mij laten zien.” De zaak en ons koophuis zijn in korte tijd verkocht en zonder schulden zijn we in een huurhuis gekomen. Misschien dat ik daarom het verhaal wel wil vertellen: de Heere is het waard om geloofd en gedankt te worden.”

Hard gewerkt

Dat wil niet zeggen dat het allemaal vanzelf gaat. „Het wordt eigenlijk steeds moeilijker. We hebben ons leven lang hard gewerkt en het leek allemaal zo goed te gaan. We kochten een nieuw pand. De marges op onze producten waren niet zo groot, dus het geld kwam niet met grote scheppen binnen. Maar we waren altijd tevreden. Als er eens een klant kwam waarvan we wisten dat die het financieel heel moeilijk had, kreeg die ons product gratis mee. Geen moment hebben we erbij stilgestaan dat we zelf ook ooit in die situatie terecht zouden komen.” Toch gebeurde dat nadat Dirk een ongeluk kreeg en hij zijn werk niet meer kon doen.

Noodgedwongen moest het nieuwe pand verkocht worden. Er zat nog een grote hypotheek op en het woonhuis diende als onderpand. Het bedrijfspand, de bijbehorende inboedel en het eigen koophuis werden verkocht, Dirk en Ria kwamen in een huurwoning én in de bijstand terecht. Dat laatste vindt Ria nog het ergst: „Dat ik mijn hand moet ophouden bij de gemeente, daar schaam ik me zo voor. Ik schrijf mijn vingers blauw aan de vele sollicitatiebrieven. Ik zou heel graag een baan willen, want dan kan ik financieel mijn eigen broek ophouden. Maar als vijftigplusser zonder diploma’s kom ik nergens aan de bak. Zelfs sommige reformatorische ondernemers, huisgenoten des geloofs dus, geven geen enkele reactie op mijn sollicitatiebrief. Dat doet best pijn, hoewel ik ook snap dat zij niet kunnen weten hoe hoog de nood is.”

Concreet wordt die nood als Dirk en Ria een onverwachts hoge rekening krijgen. Ria: „Bijvoorbeeld van de tandarts. Dan vraag ik of we in termijnen mogen betalen. Om dat te vragen, moet ik een drempel over, want daardoor weet de tandarts dat we financieel krap zitten. En zo gaat het iedere keer. Als je in de bijstand raakt, moet je iedere keer een drempel over. Ieder mens wil zijn financiële ellende graag voor zichzelf houden.”

Verjaardagen

Gelukkig is er goed contact met de kerkenraad van de gemeente waarvan Dirk en Ria lid zijn. „Ze zijn op bezoek geweest en hebben hulp aangeboden. Maar de drempel om daadwerkelijk naar de diaconie te stappen, is voor ons veel te hoog. Dan zou ik mij helemaal schamen. Ik probeer de tering naar de nering te zetten. Ik pluis alle folders uit. Als de broccoli bij de ene winkel in de aanbieding is, haal ik daar de broccoli. Als de aardappels ergens anders goedkoper zijn, haal ik ze daar. Een week geen vlees eten, vind ik ook geen probleem. Kleren bij de kringloopwinkel halen ook niet. Maar naar de diaconie gaan, dat is echt het laatste wat ik doe. Misschien als er echt geen geld meer is om boodschappen te betalen.”

De stijgende prijzen van onder andere de boodschappen baren Dirk en Ria zorgen. „Voor een ander maakt het niet uit dat bijvoorbeeld de bananen een kwartje per kilo duurder worden. Maar voor ons kan het betekenen dat we voorlopig geen bananen kopen.”

Lastig vindt Ria het als er een verjaardag aankomt. „Dat betekent visite en die wil je toch iets lekkers voorzetten. Ze mogen niets merken van onze financiële zorgen. De inkopen voor zo’n verjaardag verspreid ik over enkele weken, dan is het net haalbaar.”

Ria wil niet klagen, ze wil graag positief blijven en haar verhaal ook positief eindigen. „We hebben een modern huurhuis. Dus van de stijgende gasprijzen hebben we geen last. Dat de Heere daarvoor gezorgd heeft, daar kunnen we niet dankbaar genoeg voor wezen.”

Dirk en Ria zijn gefingeerde namen; de echte namen en hun woonplaats zijn bij de redactie bekend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Inflatie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer