Energiecompensatie: elk huishouden krijgt het dit jaar, maar niet iedereen heeft het nodig. Lokale kerken nemen het initiatief voor een „rechtvaardigere” herverdeling.
Het was een terugkerend stressmoment voor bijstandsmoeder Riane Kuzee: de jaarlijkse eindafrekening van de energiemaatschappij. „Ik hoopte maar dat ik niet hoefde bijbetalen. Want daar had ik het geld niet voor”, vertelde ze woensdagavond tijdens een webinar van Kerk in Actie en Kruispunt, de diaconale organisaties van respectievelijk de Protestantse Kerk in Nederland en de samenwerkende Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en Nederlands Gereformeerde Kerken.
Kuzee woonde jarenlang met haar opgroeiende dochter in een slecht geïsoleerde sociale huurwoning in een Gronings dorp. De verwarming stond maximaal op 18 graden. Behalve op zondag: dan stond hij op 10 graden en bleven de twee zoveel mogelijk in bed liggen.
Kuzee –tegenwoordig ervaringswerker bij het expertisecentrum Sterk uit Armoede– vertelt zonder schroom hoe ze jarenlang met veel moeite de eindjes aan elkaar moest knopen. „Ik heb me er nooit voor geschaamd dat ik arm was.” Maar ze weet dat veel lotgenoten daar wel moeite mee hebben. „En de stap om bij de kerk aan te kloppen voor hulp is groot, zeker als je zoals ik zelf niet bij een kerk bent aangesloten.”
Een gemiddeld huishouden krijgt dit jaar zo’n 400 euro korting op de energierekening. De overheid heeft daartoe besloten vanwege de sterk gestegen kosten voor gas en stroom.De Raad van Kerken (RvK) brak afgelopen najaar een lans voor een vrijwillige herverdeling. Immers: niet iedereen heeft het geld nodig. Mensen bijvoorbeeld die een meerjarig contract met hun energieleverancier hebben, merken niets van de gestegen prijzen. Wie dat wil, kan de 400 euro schenken aan een kerkelijk fonds, zoals de lokale diaconie of een caritasinstelling, die het ingezamelde geld vervolgens uitdeelt aan huishoudens die de hogere rekening niet kunnen betalen.
Maar hoe bereiken we de mensen die het echt nodig hebben? Deze vraag kwam woensdagavond regelmatig terug tijdens het webinar, waar ruim honderd diakenen en andere kerkelijke werkers uit het hele land aan meededen.
Het antwoord van Kuzee: „Steek je antennes uit, vraag hoe het met mensen gaat waarvan je kan vermoeden dat ze het moeilijk hebben, luister, ga in gesprek, en doe dat zonder te oordelen.” Ze heeft bijvoorbeeld goede herinneringen aan de maaltijden die de kerken in haar dorp zes keer per jaar voor minder bedeelden organiseren.
Deventer
Onder het motto ”Apeldoorn geeft warmte” en ”Ommen geeft warmte” zijn de kerken in deze twee plaatsen al een eind op streek om gelden in te zamelen en te herverdelen. In Apeldoorn werd volgens De Stentor in ruim een maand zo’n 65.000 euro opgehaald. Aanvragers van hulp krijgen waardebonnen die ze kunnen besteden bij de supermarkt.
Deventer is een van de steden die het initiatief volgen. Diaken Wouter Hijweege van de protestantse Lebuinuskerk benadrukt dat gevers erop moeten kunnen vertrouwen dat er geen geld aan de strijkstok blijft hangen. „De kerken dragen bij ons alle kosten. De giften komen voor 100 procent bij de doelgroep terecht.”
Die doelgroep betreft, net als in Apeldoorn, huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het bestaansminimum. De Deventer kerken werken samen met inloopcentrum het Meester Geertshuis. „Zij hebben veel contacten met mensen uit de doelgroep, zoals daklozen, vluchtelingen en ex-gedetineerden”, aldus Hijweege.
De Deventer kerken verwachten huishoudens, afhankelijk van de samenstelling en gezinsgrootte, tussen de 100 en 200 euro te schenken. Geen enorm bedrag, beseft Hijweege. „We kunnen als kerken het probleem niet structureel oplossen, maar wel naast de mensen staan.”
Belangrijk is ook een goed overleg met de burgerlijke gemeente en met uitkeringsinstanties als het UWV, benadrukt Kuzee. „Het moet natuurlijk niet zo zijn dat mensen hun kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kwijtraken of gekort worden op hun uitkering, als ze een gift van de kerken krijgen.”